De Britse brancheorganisatie voor de opname-industrie hekelt in een terugblik op het jaar 2015 dat inkomsten uit diensten als YouTube ver achterblijven op die uit andere bronnen. Zo brachten de inkomsten uit de verkoop van lp's meer op dan die uit streamingdiensten.
Zo vertegenwoordigden de opbrengsten uit streamingplatforms maar vier procent van de totale jaaropbrengst van de Britse muziekindustrie, die 688 miljoen pond of omgerekend ongeveer 890 miljoen euro bedraagt. Dit terwijl streamingdiensten verantwoordelijk zijn voor bijna twintig procent van de totale Britse muziekconsumptie, een aantal dat in 2015 met 88 procent is toegenomen.
De 24,4 miljoen pond die door de streamingdiensten werd opgebracht ligt lager dan de opbrengst uit de verkoop van lp's die 25,1 miljoen pond bedraagt, zo schrijft de BPI. Ceo Geoff Taylor vindt dat dit aantoont dat het systeem 'fundamentally broken' is, als groeiende vraag niet langer vertaalt naar hogere inkomsten. Hij stelt dat platforms als YouTube hun aansprakelijkheidsbeperking als bron voor royalty's zien en dat dit het gevolg kan hebben dat er minder artiesten geld kunnen verdienen met muziek.
Hij voegt daaraan toe dat het tijd wordt dat de Europese Unie en de Britse overheid hier een oplossing voor vinden. In april hebben ook een aantal Amerikaanse artiesten een petitie bij de Copyright Office ingediend, omdat zij het niet eens zijn met de immuniteit van YouTube voor auteursrechtenclaims. Het bedrijf wees toen op zijn notice and takedown-procedures en op het Content ID-systeem om inbreukmakende inhoud te verwijderen.