Platformen is de basis van deze game. Er moet in vrijwel elk deel worden geklommen en gesprongen, ook al is dat steeds op andere manieren. It Takes Two bevat echter nog veel meer dan dat. De game zit boordevol verschillende gameplay-elementen en weet voortdurend te verrassen. Dat is geen toeval. Een van de lessen die Fares en de zijnen hebben geleerd van onder meer A Way Out, is dat zelfs de leukste gameplay-elementen saai gaan aanvoelen als je ze de hele game hergebruikt. Om die reden daagde de regisseur en studiobaas zijn team uit zoveel mogelijk gave ‘set pieces’ en bijpassende gameplay-elementen te bedenken. Dit zou ervoor moeten zorgen dat de aandacht van de spelers van begin tot eind wordt vastgehouden. We kunnen nu wel stellen dat dat zeker is gelukt. Na uren en uren gamen kom je nog steeds nieuwe elementen tegen. Daarbij steelt wat ons betreft het ‘Magic Castle’ de show. Hier veranderen Cody en May in een tovenaar en een ridder, verandert het camerastandpunt naar de kenmerkende top-down-view die hoort bij dungeon crawlers en speel je ineens een Diablo’esque game, waarbij beide personages over allerlei aanvallen beschikken die je in dat soort games verwacht en je hitpoints ziet boven vijanden die je aanvalt. Alleen al het simpele feit dat dit level erin zit is gaaf, maar dat het ook nog eens uitstekend is uitgewerkt - en dat geldt voor alle soorten gameplay die je onderweg tegenkomt - is wat van It Takes Two een uitstekende game maakt.
Hoewel Cody en May meestal moeten samenwerken, is er ook ruimte voor wat plezier. In bijna alle levels loop je af en toe tegen een minigame aan. Dit zijn kleine spelletjes waarbij Cody en May het tegen elkaar op moeten nemen, op allerlei soorten manieren. In het ruimtelevel speel je bijvoorbeeld een soort trefbal met lasers, terwijl je in de winterwereld in een kraampje met sneeuwballen op schietschijven gaat gooien om te zien wie dat het best doet. De minigames die je vindt, verzamelen zich trouwens ook in een apart menu dat je kunt bereiken vanuit het hoofdmenu. Zo kun je alle minigames die je al hebt vrijgespeeld makkelijk nog eens spelen, zonder ze zelf op te hoeven zoeken in de spelwereld. De minigames verschillen uiteraard in hoe vermakelijk ze zijn, maar het is vooral leuk dat ze er zijn. Ze zorgen voor wat afwisseling en zijn soms ook echt alleraardigst om te spelen. Meermaals speelden we de minigames die we tijdens het avontuur tegenkwamen meerdere keren omdat de verliezende speler een rematch wilde. En twee keer winnen is beter dan één keer winnen.
Ook deze spelletjes vinden steeds helemaal in de stijl van de wereld waarin je op dat moment rondloopt. Die werelden zien er zonder uitzondering goed uit. Of je nu aan de grote boom in de achtertuin slingert of onder het ijs in de winterwereld van de sneeuwbol zwemt, de game maakt steeds indruk. Dat komt niet alleen door hoe alles oogt, maar ook door de verbazing over de prachtige rariteiten en sfeervolle werelden de studio vanuit alledaagse startpunten heeft weten te bedenken. Het level dat zich in de koekoeksklok afspeelt heeft bijvoorbeeld bizar mooie shots. Zo telt It Takes Two wel meer audiovisuele hoogtepuntjes die - uiteraard spelend op een next-gen-console en in ons geval een PlayStation 5 - uitermate vloeiend in beeld worden gebracht. Puntje bij dat 'in beeld brengen' is nog wel dat de camera af en toe wat onhandig om obstakels of muurtjes heen draait, waardoor je niet altijd optimaal overzicht hebt. Dat is best lastig in een platformgame. Gelukkig gebeurt dit niet al te vaak, maar het kan voor wat kleine irritaties zorgen.
De speelse stijl van de graphics word ook uitstekend ondersteund door het geluid. De muziek verandert uiteraard met de stijl van de spelwerelden mee en de game zit ook boordevol leuke geluidseffecten en grappige stemacteurs. Cody en May babbelen er op los en delen daarbij af en toe wat leuke burns uit, al is natuurlijk niet elke opmerking raak. Ook leuk is dat er allerlei referenties naar andere media in de game zitten. Zo roept een van de personages vlak voordat er in een bobslee wordt gestapt: “I feel the rhythm!”, wat natuurlijk een leuke knipoog is naar de film Cool Runnings. Dat soort verwijzingen kom je veel tegen in It Takes Two.