Inleiding
In oktober las je op Tweakers een vergelijkingstest van NVMe-ssd’s. De goedkoopste modellen uit die test waren soms maar een klein beetje duurder dan menig SATA-ssd. Als je voor een paar tientjes meer een veel snellere ssd in huis haalt, wat is dan nog het bestaansrecht van de SATA-ssd? Wij haalden niet minder dan 40 exemplaren door hetzelfde nieuwe testparcours als in onze NVMe-round-up.
Voor wie is de SATA-ssd nog relevant?
Als je de prijzen van SATA- en NVMe-ssd’s naast elkaar zet, lijkt het antwoord op bovenstaande vraag bijna te zijn: alleen voor oude of goedkope systemen waar simpelweg geen PCIe-ssd in past. Het echte antwoord is uiteraard genuanceerder. In de praktijk nemen SATA-ssd’s voor een deel de rol over die de mechanische harde schijf de afgelopen jaren kreeg, namelijk die van secundaire opslag. Hij is langzamer dan je primaire ssd (de bootschijf), maar wel goedkoper. Daar sluit mooi op aan dat er bij SATA-ssd’s een ruimer aanbod in grote capaciteiten bestaat, simpelweg omdat het grotere formaat van een 2,5”-ssd zich daar beter voor leent.
Zeker nu we de laatste tijd hebben kunnen profiteren van forse prijsdalingen valt die lagere prijs echter wel mee – of eigenlijk tegen. De goedkoopste SATA-ssd’s van 1TB in deze test kosten zo’n 100 euro, slechts enkele euro’s minder dan populaire budget-NVMe-ssd’s. Toen de prijzen in het voorjaar van 2020 even stegen, zagen we dat NVMe-ssd’s daar relatief harder door werden geraakt.
Dat laatste komt doordat 2,5”-ssd’s weliswaar gebruikmaken van een simpelere interface en controller, maar op andere punten juist duurder zijn om te maken. Een SATA-ssd bevat bijvoorbeeld een grotere printplaat en heeft een behuizing nodig, terwijl het hogere gewicht en de grotere afmetingen zorgen voor hogere verzendkosten. Het resultaat is dat het prijsverschil tussen SATA- en NVMe-ssd’s is genivelleerd. Dat verklaart ook waarom NVMe-ssd’s meer last hadden van de stijgende geheugenprijzen: de controller en het flashgeheugen maken een groter deel van de kostprijs uit en prijsveranderingen daarvan hebben dus meer impact.
:strip_exif()/i/2004092638.jpeg?f=imagearticlefull)
Toch wordt de luxere SATA-drive steeds meer een niche en zijn nieuwe introducties vooral een race to the bottom. Zo wordt steeds vaker qlc-geheugen toegepast, waarbij vier in plaats van drie bits per geheugencel worden opgeslagen. In theorie is qlc zowel langzamer als minder duurzaam dan gangbaar tlc. Diverse fabrikanten hebben zelfs budgetreeksen met flexibele configuraties, waarbij slechts summiere specificaties worden opgegeven. Bij de WD Green-serie wordt zelfs alleen de sequentiële leessnelheid gegarandeerd. Zolang die snelheid maar wordt behaald, kan een fabrikant in zo’n ssd alle soorten controllers en nand gebruiken die hij wil.
Crucial BX500 & MX500
In zekere zin stammen de Crucial BX500 en MX500 al uit 2018, maar beide zijn nog altijd courant. Bovendien voorzag Crucial zijn BX500-serie begin 2020 nog van een refresh die het bespreken waard is.
De Crucial BX500 is de budgetserie van het merk, voorzien van een simpele vierkanaals-controller en zonder DRAM-cache. Deze reeks werd op de markt gebracht in capaciteiten van 120, 240, 480 en 960 GB, waarbij Crucial uiteraard gebruikmaakte van 64-laags tlc-geheugen van moederbedrijf Micron. Begin 2020 verschenen echter nieuwe 1TB- en 2TB-varianten, voorzien van een iets modernere ssd-controller en 96-laags qlc-geheugen. Ondanks dat qlc-geheugen in theorie een kortere levensduur heeft, voerde Crucial bij die refresh de gegarandeerde tbw (total bytes written) juist op naar 360 schrijfcycli. Dat is evenveel als wat bij duurdere MX500 wordt gegarandeerd, al moeten we daar wel bij zeggen dat die ssd in vergelijking met andere SATA-modellen niet de beste garantievoorwaarden had.
De MX500-serie is wat luxer uitgevoerd, met weliswaar nog altijd een vierkanaals Silicon Motion-controller, maar ook voorzien van een onboard DRAM-cache en ondersteuning voor hardwarematige encryptie. Het 64-laags 3d-nand werkt als tlc.
Gigabyte UD Pro
Gigabyte maakt sinds enige tijd furore in ssd-land; in onze NVMe-roundup ging de extreem goed presterende Aorus Gen4 AIC 8TB er nog met een Innovation-award vandoor. Het merk heeft echter ook enkele SATA-ssd's in zijn assortiment, waarvan de UD Pro de meest luxe is.
De Gigabyte UD Pro maakt gebruik van een Phison PS3110-controller die wordt gecombineerd met BiCS3-flashgeheugen uit de fabrieken van Kioxia. Dat wordt aangestuurd met drie bits per cel, oftewel als tlc. De controller wordt bijgestaan door een DRAM-cache, die in het geval van het door ons geteste 256GB-model 256MB groot is. De garantieperiode bedraagt drie jaar.
:strip_exif()/i/2004076660.jpeg?f=imagenormal)
Kingston UV500, KC600 & HyperX Fury RGB
Van Kingston testten we twee van de drie reguliere SATA-series die de fabrikant levert: de middenklasse UV500 en de luxere KC600. Aan consumenten verkoopt deze fabrikant ook nog de SSDNow A400, maar daarvan stuurt het bedrijf geen samples uit. Je zou je bovendien kunnen afvragen hoeveel zin een test van dat model zou hebben, aangezien de A400 één van de ssd’s met een zogenaamde ‘baseline performance’ is waarbij de gebruikte componenten kunnen variëren. Verder testten we de Fury RGB-ssd die Kingston onder zijn HyperX-merk verkoopt.
De UV500-serie is een al wat ouder product en dat merken we aan de vierkanaals Marvell 88SS1074-controller, die we nog kennen van bijvoorbeeld de Crucial MX300. Kingston past 64-laags flashgeheugen van Kioxia toe, aangestuurd als tlc. De verdere uitrusting is relatief luxe, met een DRAM-cache die meeschaalt met de capaciteit (512MB bij het 480GB-model) en ondersteuning voor 256-bit AES-encryptie.
Eén van de nieuwste SATA-ssd’s in deze test komt eveneens van Kingston, dat de KC600-serie eind 2019 op de markt bracht. In de specificaties zijn de verschillen met de UV500 minimaal, maar van binnen is hij een stuk moderner, met een SM2259-controller en 96-laags tlc-3d-nand van Micron. De controller kan zijn aantekeningen kwijt in een DDR3-cache, die in het geval van ons 1TB-exemplaar 1GB groot is.
Onder zijn HyperX-merk verkoopt Kingston de Fury RGB-ssd, die is voorzien van in totaal 75 rgb-leds. In technisch opzicht verschilt de ssd niet van de reguliere UV500-ssd. Je kunt de leds aansturen via de software van je moederbordfabrikant. Uit een losse review die we eerder publiceerden bleek dat het geen goed idee is om ze op vol vermogen te laten branden. De ssd verbruikt dan maar liefst 13 watt, waarbij throttling of zelfs stabiliteitsproblemen bij een gebrek aan airflow op de loer liggen.
:strip_exif()/i/2004076656.jpeg?f=imagenormal)
Kioxia Exceria
Kioxia, de nieuwe naam van Toshiba’s geheugendivisie, hebben we in de vorige roundup uitgebreid geïntroduceerd. Het merk focust vooral op NVMe-ssd’s, maar heeft ook nog een SATA-aanbod. De Kioxia Exceria is in feite een rebrand van de oude Toshiba TR200. De controller toont een eigen typenummer, al is hij hardwarematig identiek aan de Phison PS3111, die slechts twee geheugenkanalen tot zijn beschikking heeft en ondersteuning voor encryptie ontbeert. Het flashgeheugen is uiteraard afkomstig uit een eigen fabriek van Toshiba. Om precies te zijn gaat het om 96-laags tlc.
:strip_exif()/i/2004076604.jpeg?f=imagenormal)
Patriot Burst, P200 & P210
Patriot was goed vertegenwoordigd in onze NVMe-roundup en stuurde ook een heel arsenaal SATA-ssd’s naar ons testlab, al kwam dat deels doordat de P200-serie net een opvolger kreeg in de vorm van de P210. Voorlopig zijn ze allebei nog verkrijgbaar. Belangrijk om te weten is dat beide series variabele componenten hebben, waarbij zowel tlc- als qlc-geheugen kan worden toegepast.
De Patriot Burst-ssd’s vormen de instapreeks van het Amerikaanse merk. Ze maken gebruik van dezelfde Phison PS3111-controller als de Kioxia Exceria, die overigens is voorzien van een kleine geïntegreerde cache van 32MB voor het opslaan van de lookup-table. De herkomst van het flashgeheugen is variabel: in de door ons getest 480GB-editie zat flash van SpecTek, in het 960GB-model troffen we Kioxia-geheugen aan.
:strip_exif()/i/2004076614.jpeg?f=imagenormal)
Het belangrijkste verschil tussen de P200 en P210 is de gebruikte controller. De P200 is nog voorzien van een SM2258XT, de P210 maakt gebruik van de nieuwere SM2259XT. Beide benutten vier kanalen, maar de nieuwere variant zou een stukje sneller moeten zijn. In het geval van het 2TB-model is gekozen voor een Maxiotek MAS0902A-B2C, aangezien de Silicon Motion-controller een maximale capaciteit van 1TB heeft. Er is geen DRAM-cache aanwezig. Het flashgeheugen is afkomstig van Intel. Net als bij de Crucial BX500, die gebaseerd is op dezelfde controller, is er van luxe features zoals hardwarematig versnelde encryptie geen sprake.
Samsung 860 Evo, 860 Pro, 860 & 870 QVO
Net als Crucial doet ook marktleider Samsung het rustig aan met introducties van nieuwe SATA-ssd’s. De mainstream 860 Evo en de luxe 860 Pro stammen allebei al uit het begin van 2018. Verder heeft de Zuid-Koreaanse fabrikant de goedkope QVO-reeks waarin qlc-geheugen wordt toegepast en die in de zomer van 2020 nog een nieuwe telg kreeg in de vorm van de 870 QVO. Zijn 860-voorganger is echter nog altijd prima leverbaar, dus ook die hebben we meegenomen in de test.
Alle 860-ssd’s zijn gebaseerd op Samsungs eigen achtkanaals MJX S4LR030-controller, die in de 860 Pro, Evo en QVO wordt gecombineerd met respectievelijk mlc-, tlc- en qlc-geheugen. De in theorie langere levensduur van tlc en zeker mlc komt tot uitdrukking in de garantie die Samsung biedt, zowel in jaren als qua tbw. Naast het type geheugen is er weinig onderscheid tussen de modellen. Zo ondersteunen alle reeksen hardware-encryptie en is er steeds een DDR4-cache van 1GB per 1TB opslagcapaciteit aanwezig.
Alleen de 870 QVO maakt gebruik van de nieuwe MKX S4LR059-controller en nieuwer flashgeheugen, namelijk 96-laags qlc. De controller is nog altijd achtkanaals, maar volgens Samsung beter ingespeeld op het gebruik van qlc-flash, waar vooral de steady-state prestaties (nadat de slc-cache is gebruikt) van moeten profiteren. De verdere specificaties, zoals de garantievoorwaarden, zijn identiek aan die van de 860 QVO.
:strip_exif()/i/2004076630.jpeg?f=imagenormal)
Vooral de 860 Pro met mlc-geheugen is relatief duur. Als we afgaan op de gemiddelde prijs per gigabyte van de 1TB-modellen komt de Pro uit op 23 cent. De Evo is met 13 cent duidelijk goedkoper, terwijl de QVO’s allebei rond de 11 cent zitten.
Sandisk SSD Plus, WD Green & WD Blue 3D
Voor deze test ontvingen we zowel Sandisk- als WD-ssd’s, maar eigenlijk is dat onderscheid tussen dochter- en moederbedrijf in dit geval weinig relevant. De Sandisk SSD Plus wordt immers ook verkocht als WD Green, terwijl je de WD Blue 3D ook kunt kopen als Sandisk Ultra 3D. Wel moet je erop bedacht zijn dat de Sandisk SSD Plus en WD Green echte budget-ssd’s zijn waarvan de gebruikte componenten niet vaststaan.
Onze exemplaren van de Sandisk SSD Plus en WD Green waren uitgerust met een controller en flashgeheugen van eigen makelij, aangestuurd als tlc. Zelfs dat laatste staat niet in de officiële specsheet – er schijnen ook modellen in omloop te zijn met qlc-geheugen. De garantieperiode is met drie jaar aan de magere kant.
:strip_exif()/i/2004076632.jpeg?f=imagenormal)
De WD Blue 3D is een luxere SATA-ssd, met dezelfde Marvell-controller als in de Kingston KC600 en 64-laags 3d-nand uit de fabrieken die WD en Kioxia delen. In tegenstelling tot bij de SSD Plus-serie kun je rekenen op een DRAM-cache, waarvan de grootte varieert met de capaciteit van de ssd. Ons 1TB-model was voorzien van 1GB cache. Ook de garantievoorwaarden zijn met vijf jaar of 400 cycles tbw een stuk beter.
:strip_exif()/i/2004076634.jpeg?f=imagenormal)
Silicon Power Ace A55
Van Silicon Power ontvingen we één SATA-model, de Ace A55. Hoewel ook deze ssd door de jaren heen in diverse configuraties is verkocht, is de nieuwste variant uitgerust met een SM2259XT-controller en 96-laags tlc-geheugen van Micron. In elk geval het gebruik van tlc-flash wordt gegarandeerd door de fabrikant. De fabrieksgarantie is met drie jaar wat aan de korte kant, de tbw-waarde is met 500 cycles juist best aardig.
:strip_exif()/i/2004076646.jpeg?f=imagenormal)
Synology SAT5200
De Synology SAT5200 is in meerdere opzichten een bijzondere ssd. We kennen Synology natuurlijk als fabrikant van nas-apparaten, dus het zal je niet verbazen dat deze ssd juist voor gebruik in een nas is bedacht. Hoewel je in theorie een nas volledig kunt uitrusten met ssd’s - daartoe is dit model ook beschikbaar in capaciteiten tot 4TB - wordt dat natuurlijk wel een erg duur grapje. Het meest voor de hand liggende gebruiksdoel is eerder caching, waarvoor alle courante nassen ondersteuning bieden. Schrijfacties worden dan opgevangen door de (uiteraard snellere) ssd alvorens ze naar de harddisk-array worden weggeschreven, terwijl vaak opgevraagde bestanden slim kunnen worden gedupliceerd naar de ssd zodat ze sneller beschikbaar zijn.
:strip_exif()/i/2004076650.jpeg?f=imagenormal)
Bovenstaand trucje kun je in principe met elke ssd doen, dus dat is niet waarmee de SAT5200 zich onderscheidt. Dat moeten we eerder zoeken in de opvallende componentkeuze, wat al begint met een pcb op volledig formaat. Tegenwoordig is slechts een klein reepje pcb in een 2,5”-behuizing eerder regel dan uitzondering.
De printplaat is onder meer gevuld met een Phison PS3112-S12DC-controller, die eigenlijk in het serverportfolio van de controllerfabrikant zit. Een unieke feature van die chip is bescherming tegen stroomuitval, waarvoor Synology hem heeft gecombineerd met de benodigde condensators. Als het systeem om wat voor reden dan ook plots uitschakelt, kan de DRAM-cache nog volledig worden weggeschreven naar het flashgeheugen. Als de ssd op dat moment weinig aan het doen was, is de toegevoegde waarde beperkt, maar in het geval van zware belasting kan deze functie dataverlies of -corruptie voorkomen.
In totaal zijn er tien geheugenpackages aanwezig, waarbij het gaat om 96-laags tlc-geheugen van Intel. Per stuk zijn ze 128GB groot, waarmee deze ssd een totale capaciteit van 1280GB heeft. We hebben hier dus te maken met een overprovisioning van een derde (!) van de totale capaciteit. Op deze techniek gingen we eerder dieper in, maar kort gezegd heeft overprovisioning positieve effecten op zowel de snelheid als de levensduur van een ssd. Zelfs bij luxe consumenten-ssd’s is een overprovisioning van meer dan tien procent hoogst ongebruikelijk.
Verder valt op dat Synology zijn vijfjarige fabrieksgarantie koppelt aan een zeer hoge gegarandeerde levensduur van 2290TB voor het 1TB-model, oftewel bijna 2400 cycles. Voor dat alles betaal je echter wel de hoofdprijs: met 37 cent per GB is deze ssd veruit de duurste uit de test.
Testmethode
Voor dit artikel hebben we alle SATA-ssd’s getest volgens de methode die we voor de eerdere NVMe-roundup hebben gehanteerd. De overstap naar PCI Express 4.0 op ons testplatform is natuurlijk weinig relevant voor dit type ssd’s, maar zo houden we alle testresultaten wel volledig vergelijkbaar.
Testconfiguratie
Moederbord |
ASUS Prime X570-A Pro |
Processor |
AMD Ryzen 7 3700X |
Geheugen |
Kingston HyperX Fury 2x8GB DDR4-2666 |
Systeemdrive |
Samsung 850 EVO 500GB |
Videokaart |
Nvidia Quadro K2000 |
Koeler |
AMD Wraith Prism |
Voeding |
Seasonic Prime Titanium 650W |
Windows-versie |
2004, build 19041.330 |
Gebruikte software |
AS SSD 2.0.7316.34247 ATTO 4.01.0f1 PCMark 10 2.1.2177 64 NasPT 1.7.1 |
Onze vier testsystemen bestaan uit een 8-core AMD Ryzen 7 3700X-processor, een ASUS Prime X570-A Pro-moederbord en een Kingston HyperX Fury DDR4-kitje met twee 8GB-modules op DDR4-2666. Op de systemen staat Windows 10 Pro 64-bit in de ‘May 2020 Update’ met versienummer 2004. Ook alle benchmarksoftware hebben we voor de gelegenheid bijgewerkt naar de nieuwste versies. Gedurende het testen installeren we echter geen nieuwe updates meer; we willen de resultaten immers volledig vergelijkbaar houden.
Synthetische benchmarks
Grof gezegd draaien we twee soorten benchmarks: synthetische tests en zogenaamde traces. Voor de synthetische benchmarks gebruiken we allereerst AS SSD, een compleet ssd-testpakket dat je gratis kunt downloaden en zo eenvoudig op je eigen ssd kunt draaien om te vergelijken. Deze test maakt gebruik van niet-comprimeerbare data en bevat deeltests die de sequentiële lees- en schrijfsnelheden meten, maar ook de verwerkingssnelheid bij kleine bestanden en de toegangstijd. De 4kB-test draaien we met een lage (1) en een hoge (64) queue depth, wat zoveel betekent als het aantal opdrachten waaraan de ssd tegelijk kan werken. Per stuk duren de tests vrij kort, waardoor AS SSD niet geschikt is om de worstcase-prestaties van een ssd te testen. Daarnaast draaien we Atto Disk Benchmark, een oorspronkelijk voor harde schijven ontwikkelde test die met comprimeerbare data werkt. Veel fabrikanten gebruiken juist deze test om de maximale doorvoersnelheden te specificeren.
Praktijktests: traces
Een trace is in feite de opgenomen schijfactiviteit tijdens het uitvoeren van een bepaalde realworld-taak, zoals het starten of gebruiken van een softwarepakket. Zelf hebben we drie van dergelijke traces gemaakt, die we afspelen met behulp van Intels Nas Performance Toolkit, kortweg NasPT.
De light desktop workload bestaat uit het starten van het Windows 10-systeem, waarna alledaagse programma's als de Chrome-browser en Office-applicaties worden gebruikt. Om de testduur te verkorten, wordt de idle-tijd tussen transacties beperkt tot maximaal 100ms. De gemiddelde doorvoersnelheid in de trace is, na verkorting van de idle-tijd, 22,9MB/s. In totaal wordt er 1,96GB gelezen en 1,37GB geschreven. 6,8 procent van de transacties is sequentieel.
De Photoshop & Lightroom heavy workload is gebaseerd op een trace van Photoshop en Lightroom in een multitaskingscenario. Hierbij wordt gewerkt met Photoshop-bestanden die zeer veel geheugen gebruiken en daarmee een grote aanslag plegen op de scratchfile die wordt gebruikt voor het bijhouden van de history states. Gelijktijdig met het gebruik van Photoshop wordt door een catalogus met 20-megapixelfoto's in Lightroom gebrowsed en worden foto's van een netwerkshare naar de lokale drive gekopieerd en van daaruit in Lightroom geïmporteerd. De Photoshop & Lightroom heavy workload is een zware trace. Om de testduur te verkorten, wordt de idle-tijd tussen transacties beperkt tot maximaal 100ms. De gemiddelde doorvoersnelheid in de trace is, na verkorting van de idle-tijd, 162,9MB/s. In totaal wordt er 19,1GB gelezen en 56,0GB geschreven. 4,0 procent van de transacties is sequentieel.
De gametrace met de games Grand Theft Auto V en Rise of the Tomb Raider is een relatief lichte workload met veel idle-tijd tussen de transacties. Om de testduur te verkorten, wordt de idle-tijd tussen transacties beperkt tot maximaal vijftien milliseconden. De gemiddelde doorvoersnelheid in de trace is, na verkorting van de idle-tijd, 54MB/s. In totaal wordt er 13,0GB gelezen en 1,3GB geschreven. 31,2 procent van de transacties is sequentieel. Deze test betreft de gemiddelde doorvoersnelheid over de totale duur van de transacties in de trace. Dat wil zeggen dat de tijd waarin de ssd of harde schijf idle is, niet wordt meegeteld.
Daarnaast meten we de ssd door met PCMark 10, dat eveneens gebruikmaakt van traces van een hele trits programma’s en zo tot een totale bandbreedtescore komt.
Steady state: consistencytest
We noemden al even de worstcase-prestaties. Eerder doken we op HWI diep in de interne werking van een ssd. Hierbij bleek dat een ssd-controller de prestaties continu optimaliseert door tal van trucjes toe te passen. Belast je een ssd zwaar en langdurig, dan raakt de ademruimte van de controller steeds verder op, waardoor de prestaties langzaam inzakken. Op een gegeven moment bereik je het minimale prestatieniveau van de ssd, ook wel de steady state-prestaties genoemd. Om dit proces en de steady state-prestaties van elke ssd in kaart te brengen, voeren we de PCMark 10-consistencytest uit. Tijdens deze uitvoerige test, die afhankelijk van de snelheid van een ssd meer dan 24 uur kan duren, wordt de volledige PCMark 10-test zestien keer achter elkaar uitgevoerd.
Vooraf wordt de hele schijf twee keer volledig met data beschreven. Dit gebeurt twee keer om ervoor te zorgen dat ook de volledige overprovisioning ‘bezet’ is. Gedurende de acht degradatiefasen van de test wordt de volledige PCMark 10-benchmark gedraaid, met daar tussenin telkens een constante workload van random schrijfopdrachten gedurende achtereenvolgens 10, 15, 20 en zo verder tot maximaal 45 minuten. Gedurende de steady state-fase wordt de benchmark nogmaals drie keer gedraaid, met telkens opnieuw vooraf 45 minuten random schrijfworkloads. Tijdens de recoveryfase mag de schijf weer ‘op adem’ komen en wordt de benchmark vijf keer gedraaid met telkens 5 minuten idle tijd vooraf. Gedurende die tijd kan de ssd de garbage collector en andere interne optimalisaties hun werk laten doen.
Energiemetingen
Het stroomverbruik van SATA-ssd's meten we door de stroom die door de SATA-kabel loopt te onderscheppen. Naast idle meten we twee scenario's van belasting, namelijk een 4k-random write en een 1MB-sequential write-workload.
AS SSD en Atto Disk Benchmark
AS SSD
We beginnen bij de synthetische benchmarks, en wel AS SSD. Op basis van alle deelmetingen, sequentieel, 4kB en access time, berekent deze test een totaalscore voor elke ssd.
Opvallende winnaars in die test is de Patriot Burst, die zowel met de 480GB- als 960GB-versie bovenaan eindigt. Dat hebben de ssd’s primair te danken aan de uitstekende prestaties bij het schrijven van kleine bestanden met een hoge queue-depth. Op de gedeelde tweede plek vinden we tevens de Synology SAT5200 terug, die het in vrijwel alle deeltests goed tot zeer goed doet. Ook de Samsung 870 QVO, de 860 Pro van hetzelfde merk en de Crucial MX500 melden zich in de top.
Als we inzoomen op de sequentiële snelheden, die we met zowel AS SSD als Atto Disk Benchmark meten, zien we het overgrote merendeel van de ssd’s vlak onder de limiet van de SATA-interface eindigen. Alleen de Patriot Burst-ssd’s, de Silicon Power Ace A55, Kioxia Exceria en WD Blue 3D blijven wat achter. Aan het andere uiteinde van het spectrum, in de tests met 4kB-bestanden, scoren de Crucial BX500, Patriot P200/P210 en vooral de Sandisk SSD Plus/WD Green minder goed dan de rest van het testveld. Dat geldt zowel voor lezen als schrijven.
Bekijk alle deeltests
- Read - Sequential
- Read - 4K
- Read - 4K-64 Threads
- Read - Access time
- Write - Sequential
- Write - 4K
- Write - 4K-64 Threads
- Write - Access time
Atto Disk Benchmark
Zoals gezegd staat Atto doorgaans garant voor de hoogst mogelijke doorvoersnelheden.
Traces en PCMark 10
Voor de meeste gebruikers zullen de resultaten van de op traces gebaseerde benchmarks relevanter zijn. PCMark 10 bevat traces van uiteenlopende software, waarvan een meetkundig gemiddelde wordt genomen om tot een totaalscore te komen.
De Samsung 870 QVO-reeks neemt de eerste drie posities in. Dat zou je wellicht niet verwachten van een qlc-ssd, maar blijkbaar heeft Samsung zijn ssd uitstekend geoptimaliseerd voor praktijkgebruik. Oudere series als de 860 Evo en 860 Pro doen het ook prima, maar vermoedelijk zorgt de nieuwe controller ervoor dat de 870 QVO’s een voorsprong hebben. De enige ssd’s van andere fabrikanten in de top tien zijn de Synology SAT5200 en, net-aan, de Patriot P210 2TB.
Vervolgens draaien we nog een drietal traces uit eigen keuken, die licht desktopgebruik, zwaardere software en gaming simuleren. Om voor ons onduidelijke redenen bleek de Synology-ssd als enige niet in staat om onze traces tot een goed einde te brengen, dus die ontbreekt bij deze tests. In de gamingworkload bestaat de complete top drie uit Samsung 860 Pro-modellen in diverse capaciteiten, op de voet gevolgd door de Crucial MX500-serie. Iets verder naar beneden doen ook de Kingston KC600 en (opvallend) de Crucial BX500 het goed. De Sandisk SSD Plus-ssd’s zijn de hekkensluiters. De lichte desktoptest laat eenzelfde beeld zien, met de 860 Pro’s duidelijk los van de andere sata-modellen. In de zwaardere desktoptest melden ook de QVO-ssd’s van Samsung zich in de subtop, vermoedelijk geholpen door de grote dynamische slc-cache van dit type ssd’s, terwijl ook de WD Blue 3D-ssd’s het beter doen dan in de overige tracetests.
- Light desktop workload
- Gaming workload
- Photoshop & Lightroom heavy workload
Consistency
De vaste lezer van onze ssd-tests weet dat dan alleen nog de steadystate-prestaties resten. Daarbij gaat het om het laagste prestatieniveau van een ssd, als alle buffers vol zitten en de trukendoos van de ssd-controller is opgebruikt. Zelfs op de snelste NVMe-ssd’s duurt deze test vele uren, op sommige van de ssd’s in deze test is het zelfs dagen wachten. Kortom, met deze test tonen we de absolute worstcase-prestaties, in ssd-jargon ook wel de steady state performance.
Eén ssd steekt in deze test met kop en schouders boven de rest uit: de Synology SAT5200. Met een prestatieniveau van 265MB/s heeft hij een forse voorsprong ten opzichte van de nummer twee, de Crucial MX500 2TB die op 169 MB/s uitkomt. De Synology-ssd plukt duidelijk de vruchten van zijn ‘enterprise’-controller en de zeer forse overprovisioning. Enkele andere ssd’s die tot nu toe niet opvielen komen eveneens bovendrijven, zoals de hoogste capaciteiten van de WD Blue 3D, de Kingston KC600 en de Samsung 860 Pro. Ook de grotere capaciteiten van de 870 QVO doen het niet onaardig.
Onderaan doen de Sandisk SSD Plus/WD Green-ssd’s het niet eens heel slecht, met scores tussen de 60 en 70 MB/s. De Patriot P200 en P210 in de capaciteiten van 512GB en 1TB, de Crucial BX500 480GB en de Kioxia Exceria blijven steken op 40 MB/s, terwijl de BX500 1TB met qlc-geheugen nog maar net boven de 20 MB/s uitkomt. De P210 512GB weet daar maar net boven te blijven, terwijl de 256GB-variant de test niet wist te volbrengen, meerdere pogingen ten spijt.
- Steady state bandwidth
- Steady state read latency
- Steady state write latency
Stroomverbruik
Het stroomverbruik van een ssd bepaalt in hoge mate de warmteproductie; alle energie wordt immers omgezet in warmte. Ssd's met een hoog stroomverbruik plaats je daarom liever niet in laptops - naast dat dat natuurlijk ook niet bevorderlijk is voor de accuduur.
In idle verbruiken de meeste ssd’s minder dan 0,1 watt. Uitzonderingen zijn de Patriot P200 en P210, de Kingston UV500, de daarop gebaseerde HyperX Fury RGB en de Synology SAT5200. Die laatste komt op maar liefst 1,2 watt uit, maar eigenlijk zijn alle genoemde ssd’s ongeschikt voor gebruik in een laptop. De Patriots behoren in de 4kB random write-test juist tot de zuinigste modellen. Uitschieters zijn daar de Patriot Burst-serie, de Samsung 860 QVO 4TB en wederom de Synology SAT5200. In de zwaarste test, waarin we sequentieel schrijven, verbruiken de Sandisk SSD Plus-modellen veruit het minst. De Synology, de Patriot Burst-modellen en de hoogste capaciteiten van de Crucial MX500 en Samsung 860 QVO verbruiken in dat scenario het meest.
- Idle
- Sequentieel schrijven
- Random schrijven
Prestatie-index
In de grafieken hieronder vind je allereerst de prestatie-index voor sata-ssd's, waarin we de tests die licht gebruik simuleren zwaarder meewegen. Toch hebben we ook de NVMe-index afgebeeld, zodat je een beeld krijgt van hoe deze ssd's zich gedragen als je ze zwaar belast, mocht dat om de een of andere reden het geval zijn in jouw gebruiksscenario.
De Samsung 860 PRO eindigt bovenaan de SATA-index. Dat is enerzijds een prestatie, maar anderzijds zegt het feit dat een ssd uit begin 2018 nu nog bovenaan staat ook wel dat er in de SATA-markt weinig meer gebeurt als het op de prestaties aankomt. Verder doen de Samsung 870 QVO, WD Blue 3D, Crucial MX500 en Kingston KC600 het goed. Toch weten ook veel ssd's uit de middenklasse de aansluiting te vinden: bijna de helft van de ssd's noteert hier een score binnen een marge van 10%. Alleen enkele goedkope of kleine ssd's presteren duidelijk slechter, met de Sandisk SSD Plus/WD Green als dieptepunt.
In de index die we normaliter voor NVMe-ssd's gebruiken, zijn de verschillen groter. Vooral het verschil tussen de top en de middenklasse is nu duidelijker zichtbaar. Een ssd als de Samsung 860 PRO, WD Blue 3D of Crucial MX500 houdt zich veel beter onder zware belasting dan veel andere modellen. Bovendien zakken de qlc-ssd's in deze index wat verder weg, al weten de hogere capaciteiten van de Samsung QVO-reeksen zich redelijk te handhaven.
- Prestatie-index sata (2020)
- Prestatie-index nvme (2020)
Conclusie
Als je ruimte hebt voor meer dan één m.2-ssd, ligt een SATA-drive zelfs als secundaire opslag niet meer zo voor de hand. Heb je echter een wat ouder moederbord met een beperkt aantal (snelle) m.2-slots, dan is het een prima optie als aanvulling op een primaire NVMe-ssd. Ook als vervanger van je harddisk voor dataopslag kan een scherp geprijsde SATA-ssd prima diensten leveren. De extra snelheid is dan mooi meegenomen, maar misschien zijn de voordelen qua energieverbruik en (het gebrek aan) geluidsproductie dan nog wel substantiëler.
Beste 500GB SATA-ssd's
Het instapsegment verschuift steeds meer richting ssd’s van 500GB. De enkele 250GB-exemplaren die we in deze test hebben meegenomen, zijn relatief duur en langzaam. Enkele tientjes meer uitgeven voor een dubbele capaciteit is wat ons betreft het devies. Een 500GB-ssd koop je al vanaf een euro of 60. Dan krijg je natuurlijk niet de best presterende modellen, maar er blijkt desondanks het nodige prestatieverschil tussen de verschillende ssd’s te zijn. De Patriot Burst 480GB (gem. 58 euro) valt in positieve zin op, met aardige prestaties in de lichtere workloads. Deze ssd gaat met een Great Value-award naar huis. De Excellent-award is er voor de Crucial MX500 500GB, die voor een kleine meerprijs vooral betere prestaties tijdens zwaarder gebruik biedt. Bovendien heb je daarbij de garantie dat je dezelfde prestaties haalt, want de ssd’s van Patriot worden geleverd met diverse configuraties die ook langzamer kunnen zijn dan onze exemplaren.
Beste 1TB SATA-ssd's
Een 1TB-ssd onder de 100 euro is tegenwoordig geen probleem meer, zeker als je in de Pricewatch op zoek gaat naar de laagste prijzen. Patriot heeft met de Burst 960GB (gem. 97 euro) en de P210 1TB (gem. 98 euro) twee modellen die bijna hetzelfde kosten en het in vergelijking met de concurrentie goed doen. De laatstgenoemde ssd is sneller in de meeste tests, maar de Burst doet het beter in de zware steadystate-test. Compromissen sluiten hoort er nu eenmaal bij in het budgetsegment, dus we voorzien beide drives van een Great Value-award. In het luxere segment krijg je onder meer langere garantie en zowel betere als consistentere prestaties, met drives als de WD Blue 3D, Crucial MX500, Kingston KC600 en Samsung 860 Evo. De WD Blue 3D 1TB (gem. 109 euro) biedt van dat stel de beste prijs-prestatieverhouding, terwijl de Crucial MX500 1TB (gem. 120 euro) absoluut gezien de snelste is. Beide verdienen een Excellent-award.
Beste 2TB SATA-ssd's
In het 2TB-segment liggen de prestaties dichter bij elkaar. Dat komt voor een deel doordat het lastiger is om een langzame 2TB-ssd te maken, hoe gek dat ook klinkt. Zo’n ssd vereist per definitie een groter aantal geheugenchips, waar een ssd van profiteert door ze parallel aan te sturen. Zelfs de goedkoopste 2TB-ssd, die wederom van Patriot afkomt, is zodoende in veel praktijktests veel sneller dan de WD Blue 3D die we in het 1TB-segment aanraadden. Naast de Great Value-award voor de Patriot P210 2TB is er ook een Excellent-award voor de Crucial MX500 2TB, die vooral onder zware belasting sneller is en met langere garantie wordt geleverd.
Beste 4TB & 8TB SATA-ssd's
Samsung voorzag ons als enige van ssd’s in de capaciteiten 4 en 8TB. De 870 QVO presteert zeker in deze capaciteiten heel behoorlijk – de 870 QVO 4TB laat zelfs de hoogste PCMark10-score uit de test noteren. Alleen bij langdurige zware belasting komen de inherente zwaktepunten van qlc-geheugen enigszins tevoorschijn. De prijzen zijn met 10 cent per GB uiterst scherp, wat beide modellen een Great Value-award oplevert.
Tot slot moeten we nog een buitenbeentje noemen, namelijk de Synology SAT5200. In technische zin is dit een uiterst interessante ssd, met een controller en bescherming tegen stroomverlies die we normaal alleen in enterprise-ssd’s tegenkomen. De enorme overprovisioning leidt tot een topscore in de steadystate-test, waarin zelfs maar een zeer select aantal nvme-ssd’s sneller zijn. Een meerprijs is hij dus zeker waard, maar nog eens 100 euro duurder dan de Samsung 980 Pro in dezelfde capaciteit is wat ons betreft echt te gortig. Een unieke ssd dus, maar bestemd voor een wel heel select gezelschap.