Door Olaf van Miltenburg

Nieuwscoördinator

Astron verbetert radiotelescopen

Hoe verwerk je 10Tbit/s?

09-07-2018 • 06:00

49

Multipage-opmaak

Inleiding: een schotel op de heide

Wie het Drentse Dwingelderveld op de fiets doorkruist, kan de grote schotelantenne in de bosrand langs het heideveld nauwelijks missen. Dit is de imposante Dwingeloo Radiotelescoop uit 1956, destijds met zijn diameter van vijfentwintig meter de grootste radiotelescoop van de wereld. Het was deze telescoop die Nederlandse astronomen in navolging van Jan Hendrik Oort, bekend van de Oortwolk, in staat stelde om met behulp van de 21cm-lijn hoeveelheden waterstof in de Melkweg in kaart te brengen en zo voor het eerst het bestaan van de spiraalarmen van het sterrenstelsel aan te tonen. Met de telescoop zijn ook twee sterrenstelsels ontdekt: Dwingeloo 1 en 2. De Dwingeloo Radiotelescoop werkt nog steeds. Hij wordt onderhouden door de stichting Camras voor onder andere excursies.

Vlak achter de stalen constructie bevindt zich Astron, het Nederlands instituut voor radioastronomie. De schotel in zijn achtertuin gebruikt het instituut niet meer voor wetenschappelijke doeleinden. Astron richt zich voornamelijk op drie projecten: de Westerbork Synthese Radio Telescoop of WSRT, de Low Frequency Array of Lofar en de toekomstige Square Kilometre Array of SKA.

Astron Dingeloo Radiotelescoop

Afbeelding: Camras

Met de radiotelescopen meet het instituut radiogolven, het deel van het spectrum met golflengten van een decimeter tot 10 meter. Dat kan gewoon in Nederland. Net als het optische deel van het spectrum dringen radiogolven wel door de atmosfeer, maar de ionosfeerlaag zorgt voor een zelfde effect als het twinkelen van sterren. Daarnaast zorgt bijvoorbeeld onweer en telecomverkeer, zoals straks 5g, voor verstoringen die van invloed kunnen zijn. De astronomische wetenschap wil natuurlijk zoveel mogelijk weten via alle frequenties, maar het radiospectrum is daarbij een belangrijk deel. Het doel van al die waarnemingen is het heelal beter begrijpen.

Astron heeft wereldwijd een leidende positie opgebouwd met zijn expertise op het gebied van radiotelescopie. In Drenthe zitten astronomen en technici onder één dak. Het lukt hen met nieuwe technieken om steeds meer data te verzamelen, maar daarbij zien ze zich met een groeiend probleem geconfronteerd; al die data moet verwerkt worden.

Meer schotels, meer antennes, meer data

In de jaren zestig vroegen wetenschappers aan Astron om een opvolger van de Dwingeloo Radiotelescoop. Daarbij bedacht het instituut dat hoe groter het schoteloppervlak is waarmee je de radiogolven opvangt, hoe meer je van het heelal kan waarnemen, met meer detail. Nog grotere schotels maken is echter niet praktisch maar je kunt er wel meer van plaatsen. De opvolger, de Westerbork Synthese Radio Telescoop, of WSRT, bestaat dan ook uit veertien schotels van 25 meter die op een lijn van 2,7 kilometer zijn gepositioneerd. De signalen van de schotels worden met behulp van apertuursynthese gecombineerd, zodat een denkbeeldige schotel met een diameter van 2,7 kilometer ontstaat. WSRT is in 1970 geopend en staat deels op de plek van voormalig Kamp Westerbork. In tegenstelling tot Dwingeloo is de Westerbork-telescoop nog steeds in gebruik door wetenschappers. Sterker nog: hij krijgt een omvangrijke upgrade waarmee hij nog jaren vooruit kan.

WesterBork Synthesis Radio Telescope

© Raimond Spekking / CC BY-SA 4.0

Apertif: van een naar veertig beeldbundels

De upgrade van de aloude Westerbork Synthese Radio Telescoop heeft de naam Apertif gekregen, van 'aperture in focus'. Twaalf van de veertien schotels krijgen hierbij een nieuw instrument, bestaande uit 121 Vivaldi-antennes, gerangschikt in een rooster van elf bij elf. Deze instrumenten zijn geplaatst op de plek waar eerst een enkel ontvangstelement zat, in het brandpunt van de schotel, met de nieuwe antennes op de schotel gericht.

Het doel van Apertif is om stukken hemel sneller te kunnen observeren en het gezichtsveld wordt hierdoor met een factor veertig vergroot. "Waar een WSRT-schotel nu een stukje hemel ter grootte van een volle maan in één keer kan meten, is dat straks een blikveld van veertig volle manen. De observatiesnelheid neemt met de upgrade met een factor zeventien toe", vertelt Boudewijn Hut. Hij is verantwoordelijk voor het Apertif-project. "Wetenschappelijke projecten die tot nu toe zo'n lange observatietijd vergden dat onderzoekers er niet eens aan begonnen, komen straks binnen handbereik." Alleen de Australische Askap-telescoop is wereldwijd van gelijkwaardige technologie voorzien.

Astron WSRT Apertif

De antennes zijn afzonderlijk niet heel gevoelig, maar het geheel kan door bundelvorming toch waarnemingen met veel detail opleveren. De inputs van de 121 antennes krijgen hiervoor een gewicht toegekend om een beam te vormen. Door de gewichten anders te verdelen, zijn verschillende gevoelige beams te maken, met een maximum van veertig. "Er komt daardoor veertig keer zoveel data uit, dus ook Westerbork wordt nu een data-intensieve telescoop."

Astron WSRT Apertif bouwAstron WSRT Apertif bouw

De beamformer van een schotel ontvangt in totaal 10Tbit/s aan ruwe data van de 121 antennes, via coaxkabels. Omdat zoveel data niet behapbaar is, reduceert de beamformer de hoeveelheid data tot 3,5Tbit/s, onder andere door een stukje van de bandbreedte af te kappen, van 400 naar 300MHz. De beamformer stuurt 3,5Tbit/s uit naar de correlator, die voor een volgende datareductiestap zorgt. Hier komen de signalen van de verschillende schotels samen, waarbij de correlator de bundels integreert. Uiteindelijk blijft er zo'n 20Gbit/s over. De correlator stuurt dit signaal naar de datawriter, die het wegschrijft naar een bestand. "Dat kun je specificeren van tien tot dertig seconden", vertelt Hut.

Astron WSRT Apertif beam

De astronoom heeft het druk, want de deadline waarop het systeem moet functioneren, nadert. "Alle Westerbork-schotels zijn inmiddels van Apertif-hardware voorzien en het systeem begint nu met het maken van plaatjes op basis van verschillende beams. De uitdaging ligt nu bij de software: hoe bestuur je het systeem en hoe verwerk je de data?" Op 13 september wil Astron Apertif officieel in gebruik nemen.

Astron WSRT Apertif beamimage

Voorbeeld van een multi-beam-afbeelding met door Apertif waargenomen radiobronnen

Lofar: Europees sensornetwerk

Ondanks de upgrade hebben de grote schotels van de WSRT hun beperkingen. "Voor lagere frequenties zijn schotels helemaal geen goed instrument. Als je grotere golflengtes wilt opvangen, kun je dat beter met een omvangrijke hoeveelheid simpele dipoolantennes doen." Aan het woord is Gert Kruithof. Hij is hoofd Research & Development bij Astron. Juist die lagere frequenties zijn volgens hem steeds interessanter geworden voor de astronomie, omdat die iets vertellen over de begintijd van het heelal.

In plaats van enkele schotels wilde Astron daarom voor de opvolger van de WSRT een netwerk van kleinere antennes plaatsen. Het probleem was dat het tot eind jaren negentig, begin 2000 duurde voordat de ict ver genoeg gevorderd was om dit mogelijk te maken. "Door al die signalen krijg je ineens gigantisch veel data", vertelt Kruithof. Het antennenetwerk werd Lofar, de Low Frequency Array, die inmiddels uit meer dan honderdduizend antennes, verspreid over Europa bestaat en daarmee de grootste in zijn soort is.

Astron Lofar Europa

Land art in Exloo

De basis van Lofar is een opvallende verschijning in het Drentse landschap. Bij Exloo liggen op een ronde terp groepjes 'tegels' verspreid in het gras. Het lijkt meer om land art te gaan dan om een wetenschappelijk instrument.

Astron Lofar corestation

Er zijn twee soorten tegels: de netjes gerangschikte vlakken met high band antennas, die radiogolven tussen 110 en 250MHz opvangen, en de verspreide sprieten met low band antennas, die voor de frequenties tussen 10 en 90MHz bedoeld zijn. Ter vergelijking: de WSRT-schotels met Apertif richten zich op de hogere radiofrequenties tussen 1130 en 1750MHz.

Astron Lofar HBA LBAAstron Lofar HBA LBAAstron Lofar HBA LBA

Links de zwarte behuizing van de high band antennas, in het midden de hba's zelf, rechts de low band dipoolantennas

De groepjes antennes zijn onderverdeeld in stations waar de signalen samenkomen. In Exloo gaat het om 6 stations met 25.000 antennes, maar Lofar bestaat uit veel meer stations. Die zijn niet alleen verspreid in het noorden van Nederland, maar ook ver daarbuiten. Er liggen stations tot aan Ierland, het Verenigd Koninkrijk, Zweden, Duitsland, Frankrijk, Polen en, binnenkort, Italië aan toe. In totaal zijn er 24 corestations rond Exloo, 14 in de rest van het noorden van Nederland en 13 verspreid over Europa.

Astron Lofar arrayNet als bij de WSRT gedragen de meer dan honderdduizend antennes zich als een grote telescoop. Dit gebeurt op basis van het phased array-principe. Kruithof: "Schotels laat je een kant uitkijken met behulp van mechanica. Elke antenne van Lofar ziet daarentegen de hele hemel. Als je met al die antennes naar een bepaald punt wilt kijken, moet je het instrument als het ware met software kantelen. Dat doe je door de signalen van de afzonderlijke antennes ten opzichte van elkaar te vertragen." Door delays in het signaal te verwerken en zo te compenseren voor de verschillende tijden waarop de radiogolven van een bron binnenkomen, kunnen ze toch op hetzelfde moment op één punt samenkomen. Dit is gezien de omvang van Lofar niet eenvoudig; er moet niet alleen rekening gehouden worden met de afstand tussen de antennes, maar ook met de rotatie van de aarde en het gekromde aardoppervlak.

Lofar Phased Array

Astron heeft Lofar zelf ontworpen, ontwikkeld en beheerd, en heeft hierbij gespecialiseerde kennis opgedaan. "Wij hebben een stuk van het spectrum genomen en weten inmiddels als geen ander hoe we daar instrumenten voor moeten maken", vertelt Kruithof. Hij toont hoe de technici in Dwingeloo over een eigen werkplaats, 'dode' of anechoïsche kamer, kooi van Faraday en andere faciliteiten beschikken om zelf de onderdelen van die instrumenten te kunnen maken en verbeteren. Zo is Astron bezig met fotonica, het via licht versturen van signalen op componentniveau. Fotonische signaalverwerking met lichtbundels kan volgens Kruithof veel efficiënter dan verwerking met elektronische signalen. Door op termijn hiervan gebruik te maken kunnen het datatransport en de verwerking aanzienlijk sneller worden, waar Astron veel baat bij kan hebben.

Elke Lofar-antenne levert immers ongeveer 5Gbit/s aan data. In totaal leveren de honderdduizend antennes dus 500Tbit/s aan data. "Er is geen manier waarop we zulke grote hoeveelheden data zinvol kunnen opslaan en terug kunnen halen", volgens Kruithof. "We zijn gedwongen een deel van de signaalverwerking te doen terwijl het signaal binnenkomt."

Die eerste verwerking gebeurt bij de rf-beamformer, die het ruwe observatiesignaal van zestien antennes bundelt. Die bundels gaan naar de Lofar-stations. De systeemkasten van die stations bevatten elektronica als correlators en beamformers waarmee de datahoeveelheid wordt teruggebracht. Alle stations zijn onderdeel van een wide area network, en via glasvezel verbonden met 10Gbit/s-ethernet.

De signalen van al die stations komen samen bij het Cobalt-systeem voor het verder correleren en reduceren van data. Cobalt staat voor Correlator and beamforming application platform for the Lofar telescope en bestaat uit tien computing nodes. Elke node is gebaseerd op een Dell T620-workstation en voorzien van twee Nvidia K10-accelerators, twee Intel X520 10GbE-netwerkkaarten en twee Mellanox ConnectX-3 fdr-kaarten.

Astron Lofar CobaltAstron Lofar Cobalt

Vervolgens worden de gegevens weggeschreven naar de Central Processing Facility in Groningen. Deze bestaat uit twee rekenclusters, die de hoeveelheid data nog eens terugbrengen. Het voornaamste systeem is het Lofar Phase 4-cluster, met vijftig nodes met Intel Xeon E5-2680 v3-processors met twaalf cores, 256GB ram, twee 10GbE-interfaces en een fdr-infiniband-aansluiting.

De nodes slaan de gegevens op een LustreFS-systeem van twee petabyte op, maar voor de opslag op lange termijn dient het Long Term Archive. Dit archief is verspreid over een aantal datacenters in Europa en SURFSara neemt het grootste deel voor zijn rekening. De opslag vindt op tapes plaats en wetenschappers kunnen hieruit de observatiegegevens opvragen die ze nodig hebben voor hun onderzoek. Het LTA ontvangt de data met 1,5GB/s en schrijft per jaar zes petabyte weg. Sinds 2012, toen LTA van start ging, is bijna dertig petabyte aan Lofar-data opgeslagen.

De extreme i/o van UniBoards

De hoeveelheden data die Astron te verstouwen krijgt, zijn zo groot, dat er geen hardware te koop is die precies op de wensen van het instituut aansluit. In Drenthe ontwerpen ze dan ook een deel van de systemen zelf. De belangrijkste systemen zijn de UniBoards. Dit zijn computingborden die zijn uitgerust met fpga's en die volledig gericht zijn op het verwerken van streaming astronomische data. Verantwoordelijk voor de UniBoards is Gijs Schoonderbeek, instrument engineer bij Astron, die trots de verschillende iteraties van de borden toont.

Astron begon in 2009 met de ontwikkeling van de eerste generatie UniBoards. "We zochten een balans tussen prestaties en efficiëntie. Daarnaast moesten ze betaalbaar zijn en flexibel ingezet kunnen worden", vertelt Schoonderbeek. De eerste versie van een UniBoard had acht passief gekoelde Altera Stratix 4-fpga's en twaalf 10Gbit/s-modules met sfp+-formfactor voor de i/o, die aangevuld konden worden met nog eens twaalf 10GBit/s-transceivers, voor een totale bandbreedte van 240Gbit/s. Elke fpga kan over 8GB ddr3 1066MT/s beschikken. Vier UniBoards zijn in een 19"-UniRack te plaatsen, legt Schoonderbeek uit.

Astron UniBoard 1Astron UniBoard 1Astron UniBoard 1

Astron gebruikt de UniBoards voor de dataverwerking van de WSRT-schotels na de Apertif-upgrade. Tijdens dat project werd al gekeken naar een opvolger, onder andere vanwege zorgen of ddr3 wel toereikend was. Daar kwam UniBoard 2 uitrollen. Dit computingboard heeft vier op 20nm geproduceerde Intel Arria 10-fpga's, waardoor de verwerkingskracht ten opzichte van de eerste UniBoard toeneemt van 2,1Tmac/s naar 3,6Tmac/s, waarbij mac staat voor multiply and accumulate.

Het was de bedoeling dat het bord ook te upgraden zou worden met op 14nm geproduceerde Stratix 10-chips, waardoor de rekenkracht van een bord zelfs op 28Tmac/s uit zou kunnen komen, maar deze upgrade is niet van de grond gekomen.

De fpga's die nu gebruikt worden, zijn watergekoeld om efficiënt te voorkomen dat de behuizing te warm wordt. Schoonderbeek verklapt dat de specifieke toepassingen van Astron interessant zijn voor hardwaremakers en hij daarom in een vroeg stadium over engineeringsamples van chipmakers kon beschikken. Zo kon hij ook al aan de slag met hybrid memory cubes, hoewel hij het werken met doorsnee ram makkelijker vindt. UniBoard 2 kan met zijn grote hoeveelheid 10Gbit/s-aansluitingen met qsfp-formfactor een onwaarschijnlijke doorvoer van meer dan 3Tbit/s verwerken.

Astron UniBoard 2Astron UniBoard 2Astron UniBoard 2

Het recentste in Dwingeloo ontworpen bord, Gemini, is ontworpen door ASTRON en het Australische CSIRO. Hiervoor heeft Schoonderbeek de overstap naar Xilinx gemaakt, namelijk de Virtex UltraScale+-fpga. Deze sloot beter aan bij zijn wensen voor een compacter bord met hoge i/o-eigenschappen. Astron maakt voor Gemini gebruik van 25Gbit/s-transceivers voor een totale doorvoer van maximaal 1,3Tbit/s. Het Gemini-bord levert verder 3,4Tmac/s, minder dan UniBoard 2, maar wel met slechts een enkele fpga. De Xilinx is wel een 130W-chip. Na wat experimenteren is voor een groot aluminium waterblok met meanderende kanaaltjes gekozen om vrijwel het hele bord te koelen.

Astron UniBoard GeminiAstron UniBoard GeminiAstron UniBoard GeminiAstron UniBoard Gemini

De omvang en de koeling zijn belangrijk, omdat Gemini onderdeel wordt van een supercomputer met 288 van dergelijke borden, die in Australië komt te staan. Schoonderbeek: "De supercomputer moet straks in totaal 5,8Tbit/s aan data verwerken. Ik maak dan altijd de vergelijking met de Amsterdam Internet Exchange, die gemiddeld 3,4Tbit/s verwerkt, met pieken van 5Tbit/s."

Square Kilometre Array gaat voor exabytes zorgen

De supercomputer is onderdeel van een ambitieus internationaal project waarbij Astron een belangrijke rol speelt: de Square Kilometre Array of SKA. Dit moet de grootste en gevoeligste radiotelescoop ter wereld worden, die de hemel sneller en gedetailleerder kan observeren dan tot nu toe mogelijk was. Het ontwerp is gebaseerd op zowel WSRT als Lofar. In Zuid-Afrika moet SKA-Mid verschijnen, die uit zo'n tweehonderd schotels met diameters van vijftien en twaalf meter bestaat. Deze telescoop richt zich op de frequenties tussen 350MHz en 14GHz. Hij zal naar verwachting een output van 2Tbit/s hebben en jaarlijks 62 exabytes opleveren.

In de outback van West-Australië is het de bedoeling dat SKA-Low zijn plek vindt. Dit is een Lofar-variant, maar dan met meer dipoolantennes: ongeveer 130.000. SKA-Low moet 135 keer sneller worden dan Lofar en 8 keer zo gevoelig. De antennes van SKA-Low vangen frequenties tussen 50 en 350MHz op en leveren misschien wel 157Tbit/s aan ruwe data en 4,9 zettabyte per jaar aan opslag op. Aan SKA doen tal van landen mee, zoals China, India, het Verenigd Koninkrijk, Spanje en Zweden. Het hoofdkantoor komt in het Verenigd Koninkrijk te staan, maar het is de bedoeling dat in Nederland het Science Data Centre verschijnt, dat zich kan buigen over de uitdagingen op het gebied van big data en high performance computing.

Astron SKA impressieAstron SKA impressie

ARTS: gpu-cluster zoekt radioflitsen

Ook in eigen huis heeft Astron nog plannen genoeg. Zo is er het ARTS-project, wat staat voor Apertif Radio Transient System. "Hele kortdurende evenementen willen we ook graag zien. Dat is nu ook een van de hot topics in de astronomie", vertelt astronoom Boudewijn Hut. Astron koppelt hiervoor WSRT met de Apertif aan een speciale back-end, bestaande uit UniBoard 2-systemen en een cluster van tweehonderd Nvidia GTX 1080 Ti-videokaarten.

"ARTS kan straks zien dat er bijvoorbeeld in dat streepje aan de hemel iets is gebeurd. Het geeft dan een seintje aan Lofar of andere radiotelescopen ter wereld. Omdat die lagere frequenties in kaart brengen, komt het signaal later aan. Je hebt dan bijvoorbeeld vijf minuten om met die andere telescopen extra bundels en antennes te richten op het gebied waar het korte evenement heeft plaatsgevonden." Het gaat dan onder andere om radioflitsen, die zelden waargenomen zijn, omdat ze zo kort duren.

Astronomen willen graag meer weten over hoe dit soort fast radio bursts ontstaan, of de oorsprong ligt bij de rotatie van neutronensterren, zwarte gaten of andere oorzaken. ARTS schrijft de dataset omtrent een dergelijk evenement weg, waarna de gpu's van de videokaarten gaan rekenen om de flitsen te onderscheiden van achtergrondruis. Dankzij machinelearning moet het cluster steeds beter worden in het analyseren van de data.

Astron gpu-clusterAstron gpu-cluster

Tot slot

Dankzij de upgrade van WSRT, de uitbreiding van Lofar en de bouw van SKA moeten radiotelescopen nieuwe impulsen geven aan sterrenkundig onderzoek. De data die ze opleveren, kan wetenschappers meer vertellen over wanneer de eerste sterrenstelsels werden gevormd en hoe dat in zijn werk ging, welke invloed magneetvelden hadden op het vroege heelal, over zwaartekrachtgolven en donkere energie. Dat gebeurt steeds meer door meetgegevens van verschillende frequentiegebieden te combineren.

astronomie

Astron kijkt ook naar de inzet van zijn telescopen op gebieden waar ze eigenlijk niet voor gemaakt zijn. Een groeiend onderzoeksveld is bijvoorbeeld ruimteweer. De zon en zijn atmosfeer hebben invloed op de ruimte rond de aarde. De magnetische deeltjes van hevige zonnewind kunnen onder bepaalde omstandigheden interactie aangaan met het aardmagnetisch veld en zo magnetische stormen veroorzaken, die elektriciteits- en communicatienetwerken op aarde kunnen verstoren. Erupties van radiogolven van de zon kunnen daarnaast radars in de war brengen. Lofar kan die golven monitoren, maar ook de dichtheid en snelheid van de zonnewind meten. Nu de wereld steeds meer afhankelijk is geworden van elektriciteit, communicatie en satellieten, is er groeiende interesse in het monitoren van de zonneactiviteit, waarbij radiotelescopen wellicht een belangrijke rol kunnen spelen.

Reacties (49)

49
49
25
6
2
13
Wijzig sortering
Astron heeft een mooie brochure uitgegeven waar heel veel informatie in staat. Voor wie nog een stukje verder wil lezen kan ik deze zeker aanraden:

https://netherlands.skate...17/11/SKA_brochure_NL.pdf
Zeer interessant, bedankt voor de link :)

Uit de brochure:
SKA zal zo gevoelig zijn dat het in staat is om een vliegveld radar waar te nemen op een planeet vele tientallen lichtjaren hier vandaan.
Dus ik heb eens opgezocht welke planeten buiten onze eigen zonnestelsel 'in de buurt' liggen:

https://en.wikipedia.org/...rial_exoplanet_candidates

Dan kun je natuurlijk nog filteren op welke in de 'Goldilock-zone' liggen, maar als ze al zo technologisch geavanceerd zijn om een vliegveld met een radar hebben, dan hadden we vast al wat andere signalen van ze op kunnen pikken, lijkt me.

Ja, ik begrijp dat de quote maar een voorbeeld is van hoe gevoelig de SKA is en dat het niet de verwachting is dat we nu ineens buitenaardse vliegvelden gaan vinden, maar het is interessant om het zo in perspectief te zetten :)

[Reactie gewijzigd door Verwijderd op 22 juli 2024 19:54]

Als een andere levensvorm op bijvoorbeeld Gliese 667C 15 jaar geleden 'pas' die radar heeft uitgevonden hadden we nog helemaal niks kunnen oppikken gezien de afstand.
Daarnaast is de SKA er nog niet, dus het is maar de vraag of we dergelijk signalen al hadden kunnen oppikken.
Het zijn niet alleen de schotels die imposant zijn. Er is meer dan alleen die tien schotels en het is jammer dat dat niet vermeld wordt in het artikel. Want hoe maak je mensen enthousiast voor science? Je legt gewoon een mooie wandelroute aan middels een 'Melkwegpad'. Je loopt dus door het bos over een pad wat grotendeels op schaal gemaakt is gelijk het zonnestelsel. Dus vanaf Pluto (wat geen planeet meer is) tot aan de zon. Met paaltjes is de baan van de planeet deels uitgezet in het bos en er staan informatieborden met allerlei leuke weetjes en feitjes over de planeten en dies meer. Ook is er een soort loopbruggetje waar je een gewicht optilt om de relatieve zwaartekracht te voelen op een aantal planeten. Je moet de rode koppies zien van de kids die dat proberen. Uiteindelijk kom je dus vanaf de parkeerplaats aan bij de dichtstbijzijnde ster die we kennen, de zon.

Als je daar aangekomen bent zie je de schotels. Je kan er heerlijk even zitten en genieten van de rust mits het rustig is want het kan soms wel druk zijn. Er staat ook een enorme loods en niet onbelangrijk te vermelden staat daar links van een toilet huisje. Handig voor de kids en jezelf. Water is er ook te krijgen uit de kraan.

Loop je 800 meter verder is er een ander imposant 'bouwwerk': Transitiekamp Westerbork met de nu in glas omhulde commandantswoning. Deze wordt stilletjes aan gerenoveerd. Er is veel te zien daar en soms kan je even wat meepikken qua informatie omdat er een gids rondloopt.

Als je dat ook gezien hebt kan je dezelfde route weer terug nemen naar de parkeerplaats en zo heb je een leuk dagje uit gehad, heb je veel gezien en geleerd en heb je bijna acht kilometer gelopen. Ik kom er graag met mijn kids en heb van Westerbork eens de volgende foto's gemaakt: https://www.flickr.com/ph.../albums/72157660310437166
Mooie foto's van een indrukwekkende plek waar je je heel machteloos voelt, en waar ikzelf plaatsvervangende schaamte voel.
Even voor de volledigheid: bij één van de foto's staat "SS bunker", maar dat is niet waar. Het is de aardappelkelder.
Niet correct wat je zegt, het is een SS bunker voor wachtlopers die net buiten het kamp bij de hoofdingang in de bossen verscholen ligt. De aardappelenbunker waar jij het over hebt ligt naast het omhoog getrokken stuk spoorrails. Zie ook deze foto waar de aardappelenbunker aan de linkerkant staat: https://www.flickr.com/ph.../album-72157660310437166/ Rechts zie je de wachttoren nog.

[Reactie gewijzigd door Verwijderd op 22 juli 2024 19:54]

Je hebt HELEMAAL GELIJK, ik heb te snel gereageerd. Mea Culpa.
Toevallig was er gisteren nog een aflevering van The Sky At Night (BBC) die ging over een radiotelescoop in Australië. Deze stond midden in de woestijn. Je hebt daar totale radiostilte en ik vraag mij dus af of zoiets in Nederland wel mogelijk is gezien de drukte in ons land. Zelfs in Drenthe is het verre van stil.

[Reactie gewijzigd door Verwijderd op 22 juli 2024 19:54]

Eigenlijk zou de Westerbork-telescoop op de grens met België komen als onderdeel van het Benelux Kruis-antenneproject, maar de Belgen trokken zich terug. Toen is voor Drenthe gekozen als provincie met weinig storingsbronnen wat radiofrequenties betreft. Dat is inmiddels wel veranderd en inmiddels is het een uitdaging de signalen van DAB en telecommunicatie te onderdrukken, vertelden ze bij Astron. Ook de 5g-netwerken gaan voor verstoring zorgen, ondanks de hogere frequenties waarop deze techniek gaat werken.
Verwijderd @Olaf9 juli 2018 15:15
Er is specifiek voor Westerbork gekozen om de geschiedenis van het concentratiekamp af te schudden. Dat heeft Juliana destijds ook in de openingsrede vermeld.
Ach op bijna elke golflengte heb je er tegenwoordig wel last van. Visueel was het vroeger ook geen pretje met al die natrium en hoge druk kwik lampen die vrolijk 45 graden omhoog stonden te schijnen. Tegenwoordig zijn de LED lampen beter afgeschermd maar die hebben weer als nadeel dat hun licht veel moeilijker weg te filteren is. Ik zou wel eens willen weten hoeveel energie en tonnen CO2 we zouden kunnen besparen als alle lampen en antennes meer gericht warden i.p.v. alle kanten op te stralen.
Verwijderd @Olaf9 juli 2018 13:57
Wil ik graag aan toevoegen dat er diverse borden staan in de omgeving die zeggen dat je je telefoon uit moet doen. Ik kan je vertellen dat niemand dat doet.
En daarom worden dit soort dingen normaal in de woestijn gebouwd.

Aus heeft het voordeel van de ruimte (geen signaal verstoringen), Chili had vroeger het voordeel van onbewolkt/bijna geen luchtvervuiling in de Atacama woestijn, maar die technieken worden steeds minder gebruikt.
Zelf ben ik hier geweest, ook machtig mooie techniek, en zo is de ALMA ook heel mooi kwa techniek. Als je daar nog eens een bezoek aan mocht kunnen afleggen doen! Maar geef me even een waarschuwing voordat het Abo tarief wordt verhoogt ;)
Naar de woestijn gaan helpt, maar ook daar heb je nog steeds te maken met interferentie van satellieten, vliegtuigen en (op lage frequentie) interferentie van zenders die ver weg zijn maar gereflecteerd worden door de ionosfeer en/of troposfeer. Daar staat tegenover dat de kosten om onderhoud te doen veel hoger zijn in afgelegen gebieden. Het is dus niet direct een triviale keus om alle radiotelescopen maar in de woestijn te zetten...
Persoonlijk* denk ik dat er nergens een ideale situatie is. Of we nu hier op de grond blijven of iets de ruimte er voor inschieten.
Aarde: interferentie signalen, slijtage (schotel van Paranal bijvoorbeeld moet telkens een nieuwe laag krijgen), hogere (onderhouds/onderzoek) kosten door afgelegen gebieden.
Ruimte: herstel en aanpassingen zijn kostbaarder/onmogelijk.

Afhankelijk van het onderzoeksgebied moet men dus een keuze maken.

* ik ben geen astronoom maar ken er wel een in mijn privé omgeving vandaar dat ik er iets van weet/geïnteresseerd in ben.
Wat nog interessant is in dit kader is de NCLE-missie, de Netherlands-China Low-Frequency Explorer. Hierbij werd begin dit jaar een speciaal gebouwde antenne-unit van Astron met een Chinese satelliet gelanceerd. De satelliet is achter de maan gepositioneerd op Lagrangepunt L2, waar de antenne frequenties van 80kHz tot 80MHz kan opvangen, zonder gestoord te worden door de aardse ionosfeer.
Of het veel helpt weet ik niet, maar in de omgeving van de schotels wordt wel gevraagd zendapparatuur zoals telefoons uit te schakelen.
Kanaal 39 is geheel gereserveerd voor die schotels, daar mag je officieel gezien niet zonder vergunning in zenden.
Ik heb die bordjes een paar dagen terug nog bij de schotel op de Dwingelose heide zien staan. Veel effect lijken ze niet te hebben. Er wordt daar veel gefotografeerd (met de mobieltjes natuurlijk) en een stel wetenschappers stond pal onder de schotel gewoon te bellen.
Dat klopt inderdaad voor Dwingeloo telescope. De Dwingeloo telescope wordt door ammateurs van CAMRAS gebruikt (www.camras.nl). Bij Westerbork is het (nog) belangrijker om je telefoon uit te zetten. Het ligt erg aan de golflengte waar op gemeten wordt. Ook golflengtes in de buurt (zoals het geval bij Westerbork kunnen storing veroorzaken. Inderdaad moet je naar de achterkant van de maan om geen storing te hebben. Dat wordt de toekomst.
Met nieuwe inzichten en nieuwe apparatuur, wordt dan de data die in het verleden verkregen is niet opnieuw 'verwerkt'?
Of wordt hetgeen wat opgevangen wordt meteen verwerkt en blijft het daarbij? Kan me voorstellen dat je met nieuwe inzichten en snellere computers de data opnieuw wil verwerken om misschien nieuwe dingen te ontdekken die destijds niet berekend/waargenomen konden worden.
Een deel van de data wordt voor langere tijd opgeslagen, onder andere vanwege die reden. Nieuwe analyse- en visualisatietechnieken kunnen tot nieuwe inzichten op basis van oude data leiden.

Er is wel zo gigantisch veel data dat ze keuzes moeten maken wat ze opslaan en wat niet. Lang niet alle gegevens zijn interessant om langdurig te bewaren maar ik kan me voorstellen dat ze ook gegevens moeten deleten die potentieel nog interessant kunnen zijn.
De moderne schotels zijn een stuk minder opvallend en imposant helaas. Ik fiets nog graag langs de oude in Dwingeloo om een beetje nostalgische gevoelens op te halen. Ik heb een half jaar geleden Bananenbuurman gevraagd zijn Lego trein om de schotel te leggen, dat was een vermakelijk ochtendje. 8-)

https://youtu.be/yuhwNsX15Rk

[Reactie gewijzigd door Pixal op 22 juli 2024 19:54]

Verwijderd @Pixal9 juli 2018 09:49
Een paar jaar geleden ben ik bij de Dwingeloo radiotelescoop wezen kijken, zeer imposant ding. Gelukkig bewaakt de stichting Camras over dit mooie stukje wetenschappelijk erfgoed. Ze doen er leuke dingen mee o.a. moonbouncen (Earth-Moon-Earth verbindingen). Eigenlijk zou elke radio amateur wel eens met die schotel willen spelen, meestal mag je er van de vrouw niet eentje in de achtertuin bouwen :P
Zeer mooi artikel! Mooi om te zien hoe grote speler Nederland is in de radioastronomie
Erg mooi project dicht bij thuis.
Is mede gefinancierd met belastinggeld.
Binnenkort verrijst er hier een windmolenpark welke LOFAR onbruikbaar zal maken.
Mooi artikel tweakers. Astron is onlangs ook bij universiteit Twente langs geweest om een praatje te houden over hun computer architectuur platform. Echt indrukwekkend om te zien hoeveel data er langs komt, en zeker een pareltje van NL.

Voor de scholieren/studenten die graag het ook zien zitten om later met dit soort techniek bezig te zijn, zou ik zeker aanraden om goed na te denken over een studie in de Elektrotechniek en/of Technische Informatica (danwel Electrical Engineering, Computer Engineering of Embedded Systems).

Het is het heel gaaf om op zo'n low-level wijze met data verwerking bezig te zijn om overhead te minimaliseren, daardoor de efficiëntie te maximaliseren, zodat je zulke gigantische datastreams kan verwerken binnen een vermogens beperkte omgeving (getuige de waterkoeling setup om de hitte af te kunnen voeren)

[Reactie gewijzigd door Hans1990 op 22 juli 2024 19:54]

toevallig vorig jaar naar kamp Westerbork geweest, en ook bij de schotels wezen kijken, het blijft prachtige techniek!
Leuk leuk leuk om te zien, lang geleden ooit een hele rij Foundry RX (en een SI) geïnstalleerd bij Astron om aan te sluiten op het glas naar de antennes en op de Blue Gene/P.
Toen helemaal hip met 10G maar nu niks meer waard denk ik ;)

Op dit item kan niet meer gereageerd worden.