Het Nederlandse kabinet steekt 30 miljoen euro in het Square Kilometre Array-project. Dit is een samenwerkingsverband van elf landen dat moet leiden tot de grootste radiotelescoop ter wereld, die uit honderden antennevelden en meer dan honderdduizend antennes zal bestaan.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Ingrid van Engelshoven, meldt in een Kamerbrief dat het Nederlandse kabinet 30 miljoen euro investeert in de Square Kilometre Array. Het kabinet heeft ook besloten om het verdrag tot oprichting van het SKA-observatorium te ondertekenen. Dit gebeurt op 12 maart in Rome. Met deze investering en dit verdrag neemt Nederland definitief deel aan de bouw en het beheer van wat de grootste radiotelescoop ter wereld moet worden.
Astron, het Nederlands instituut voor radioastronomie, is blij dat Nederland heeft besloten om mee te werken aan dit project. Het instituut, dat de Low Frequency Array heeft ontworpen, ontwikkeld en beheerd, speelt een belangrijke rol bij het SKA-project. Naar verwachting zal de SKA niet alleen een flinke impuls geven aan het wereldwijde astronomisch onderzoek, maar zal het ook bijdragen aan de economie. "Binnen dit project is overeengekomen dat de deelnemende landen een proportioneel aandeel krijgen in contracten voor de bouw van SKA", zegt Michiel van Haarlem van het SKA Office Nederland bij Astron. "Nederlandse bedrijven en instellingen zijn goed gepositioneerd om contracten te winnen op veel gebieden, bijvoorbeeld voor de levering van elementen van de telescoop en slimme software."
Deze gigantische nieuwe radiotelescoop, waarvan de eerste fase vanaf 2020 wordt gebouwd en die vanaf 2022 de eerste resultaten moet opleveren, wordt gebaseerd op de Westerbork Synthese Radio Telescoop en de Low Frequency Array. Het wordt de gevoeligste radiotelescoop ter wereld, die gebruikt zal worden om de algemene relativiteitstheorie te testen, het vroege heelal en het ontstaan van de eerste sterrenstelsels te onderzoeken, magneetvelden in kaart te brengen en radioflitsen te ontdekken. Maar de SKA zal ook worden ingezet voor het bestuderen van exoplaneten die om nabije sterren draaien, en daarmee het beantwoorden van de vraag of er buitenaards leven is.
De SKA wordt gebouwd in het afgelegen West-Australië en Zuid-Afrika. In Australië zal de telescoop uit 130.000 antennes bestaan, die verspreid worden over 512 antennevelden. Al deze antennes genereren een petabit per seconde aan data; dat is volgens Astron meer dan drie keer zoveel als het wereldwijde internetverkeer in 2018. SKA-Low, het gedeelte in Australië, moet 135 keer zo snel worden als Lofar en 8 keer zo gevoelig; deze antennes richten zich op frequenties tussen 50 en 350MHz. SKA-Mid, het gedeelte in Zuid-Afrika, bestaat uit ongeveer tweehonderd schotels met diameters van vijftien en twaalf meter; dit gedeelte richt zich op frequenties tussen 350MHz en 14GHz.
In 2017 besloten de deelnemende landen dat de grootte van de SKA werd beperkt om kosten te besparen. Het tijdschrift Scientific American schreef dat hiermee de kosten op 674 miljoen euro zullen uitkomen. Dit betekent dat de rekenkracht is teruggeschroefd en dat de antennes en schotels dichter op elkaar geplaatst worden. Dat leidt tot een minder hoge resolutie. Daardoor is de telescoop minder goed in staat om zwakke signalen op te pikken van een paar honderd miljoen jaar na de oerknal, zo stelde Heino Falcke, een Duitse astronomiehoogleraar aan de Nijmeegse Radboud-universiteit. Astron stelt in een brochure uit 2017 dat de SKA zo gevoelig wordt dat de telescoop in staat is om een vliegveldradar waar te nemen op een planeet op vele tientallen lichtjaren van de aarde.