Een groep van tweehonderd astronomen heeft de resultaten gepubliceerd van de eerste fase van onderzoek van de Lofar-radiotelescoop. Die telescoop, die beheerd wordt door Astron in het Drentse Exloo, heeft een kwart van de noordelijke hemel gemeten.
Van de data die de metingen aan de radiohemel hebben opgeleverd, is nu tien procent onderzocht. Op basis van die analyses heeft het internationale team van zo'n tweehonderd astronomen zesentwintig wetenschappelijke artikelen geproduceerd. Die zijn nu gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Astronomy & Astrophysics.
De blik die Lofar biedt op de radiohemel, heeft het bestaan van honderdduizenden voorheen nog onbekende sterrenstelsels onthuld en nieuwe informatie opgeleverd over bijvoorbeeld de evolutie van sterrenstelsels en zwarte gaten. Verder onderzoek kan onder andere helpen antwoord te krijgen op vragen over de oorsprong van zwarte gaten en kosmische magnetische velden.
Lofar staat voor Low Frequency Array en het is een netwerk van meer dan honderdduizend antennes, verspreid over Europa, die als een enkele radiotelescoop fungeren. De antennes vangen radiogolven tussen 110 en 250MHz en tussen 10 en 90MHz op. De telescoop is gevoelig genoeg om bijvoorbeeld radiogolven op te vangen die ontstaan als twee sterrenstelsels samenkomen.
"Met Lofar zien we nu dat in sommige gevallen clusters van sterrenstelsels die niet samenkomen, ook deze golven uitsturen, maar op een veel lager niveau dan we eerder konden detecteren. Dat vertelt ons dat er ook andere fenomenen voor versnelling van deeltjes op grote schaal zorgen", meldt Annalisa Bonafede, van de Italiaanse Universiteit van Bologna.