Het Nederlands instituut voor radioastronomie Astron heeft Cobalt 2.0 in gebruik genomen, een rekencluster dat data van zijn omvangrijke Lofar-telescoop in real time moet verwerken. Onderdeel van het cluster zijn 26 Nvidia Tesla V100-accelerators.
Na vijf maanden testen is Cobalt 2.0 gereed voor gebruik en kan het systeem Cobalt 1.0 opvolgen, meldt Astron. Cobalt 1.0 is end-of-life. Cobalt 2.0 maakt een nieuwe eigenschap van Lofar mogelijk: Lofar Mega Mode of LMM. Deze modus maakt dat de radiotelescoop simultaan verschillende observaties kan verrichten. Wetenschappers kunnen Lofar zo tegelijk inzetten voor onderzoek naar de begintijd van het heelal, het in kaart brengen van magneetvelden en het monitoren van zonneactiviteit.
Deze functionaliteit levert een aanzienlijk grotere hoeveelheid data op dan de telescoop tot nu toe verzamelde. Cobalt 2.0 kan daarom 1Tbits/s afhandelen, wat zich vertaalt in 30 miljard samples. Daarnaast is de rekenkracht flink toegenomen om alle data te kunnen verwerken. Het cluster is aanzienlijk krachtiger dan nodig zou zijn voor LMM, maar Astron wil de extra rekenkracht gebruiken om de kwaliteit van het binnenkomende signaal te verbeteren. Daarnaast moet Cobalt 2.0 gereed zijn voor de komende Dupplo-upgrade en Lofar 2.0.
Dupplo verhoogt het aantal lowbandantennes voor het opvangen van lage frequenties van 48 naar 144 per observatie. Deze geplande upgrade moet de gevoeligheid met een factor vijf verbeteren en de ontvangst van frequenties lager dan 50MHz verbeteren. Lofar 2.0 gaat parallelle observaties van de low- en highbandantennes mogelijk maken.
Cobalt staat voor Correlator and beamforming application platform for the Lofar telescope. Het systeem is het hart van de radiotelescoop en via glasvezelverbindingen komen de signalen van alle antennes van de radiotelescoop samen. In het Drentse Exloo staan bijvoorbeeld 25.000 antennes, verdeeld over zes stations, en naast dertien andere stations in Nederland zijn er locaties in Ierland, het Verenigd Koninkrijk, Zweden, Duitsland, Frankrijk, Polen en Italië.
Cobalt 1.0 was gebaseerd op Dell T620-workstations met Nvidia K10-accelerators, maar het nieuwe cluster heeft Tesla V100-kaarten. De Tensor Cores van die kaarten versnellen half-precisionberekeningen, wat volgens Astron nieuwe astronomische observatiemodi binnen handbereik brengt. Naast het verhogen van de rekencapaciteit was energie-efficiëntie een belangrijke overweging bij het zoeken naar de juiste hardware, volgens het instituut.
Astron Cobalt (2013) | Rekenkracht | Astron Cobalt 2.0 (2019) | Rekenkracht |
|
Onbekend |
|
Cpu: 63Tflops Gpu: 360Tflops |