Meerdere wegen naar Rome
De afgelopen vier zondagen hebben we steeds aandacht besteed aan een andere kant van e-sport. We bekeken de geschiedenis, de toernooien, de teams, en nog veel meer. Daarbij kwam ook Nederland zo af en toe voorbij, bijvoorbeeld in de persoon van G2 Esports-coach Joey 'YoungBuck' Steltenpool of WarCraft 3-kampioen Manuel 'Grubby' Schenkhuizen. Met hen - en met alle andere in e-sport actieve Nederlanders die we in de afgelopen periode spraken - hebben we het steeds ook over de status van Nederland als e-sportland gehad. De belangrijkste bevindingen daarvan lees je, aangevuld met wat achtergrondinformatie en recente ontwikkelingen, terug in dit artikel.
Nederland doet het aardig als het op e-sport aankomt, maar er is zeker nog ruimte voor verbetering. Dat is het geluid dat we de afgelopen maanden, terwijl we bezig waren met het voorbereiden van alle e-sportcontent, van vrijwel alle ingewijden hebben gehoord. Op elk denkbaar vlak in e-sport spreekt Nederland een woordje mee. We hebben in veel sporten spelers die mee kunnen met de top, we hebben Nederlandse teams en we hebben e-sportevenementen in Nederland. Toch geldt voor elk van die zaken dat het beter kan. Daarbij is het vooral belangrijk dat er aandacht en geld is, en die twee gaan hand in hand. Hoe meer aandacht er is voor e-sport, hoe interessanter het wordt voor sponsors om in te stappen. Dat levert meer geld op, en dat versterkt e-sport weer verder, zodat er een opwaartse spiraal is.
Verschillende strategieën
Of je het nu vraagt aan League of Legends-coach Steltenpool, e-sporter Kevin 'Harstem' de Koning, e-sportkenner Ward Geene of ESL Benelux-directeur Jaap Visser, allen zijn ze het erover eens dat in de combinatie 'aandacht en geld' de sleutel ligt. Hoe bereikt wordt dat er meer ruimte komt voor beide factoren, daar zijn de meningen nog weleens over verdeeld. Vooral de rol die mainstream media zouden moeten spelen, is onderwerp van discussie. Niemand zal beweren dat aandacht in grote media niet helpt, maar Ward Geene wijst er bijvoorbeeld op dat e-sport al heel groot is en prima op eigen benen kan staan. In een interview met Tweakers stelde hij dat de doelgroep helemaal niet bereikt wordt via de 'oude' wegen. Primair inzetten op het genereren van aandacht in mainstream media is voor hem dus geen specifiek punt.
/i/2001650913.jpeg?f=imagenormal)
Dat ligt anders bij Jaap Visser en ESL Benelux. Eerder dit jaar ging de Electronic Sports League een samenwerking aan met de populaire Nederlandse DJ Hardwell (Robbert van de Corput). Hij gaf een optreden voorafgaand aan de finale van het Counter-Strike: Global Offensive-toernooi tijdens de Intel Extreme Masters in de Poolse stad Katowice. De artiest staat weliswaar bekend als een fervent gamer, maar werd in Polen uiteraard gebruikt als uithangbord om meer aandacht te genereren voor het grote toernooi van de ESL. Dat sorteerde succes. De DJ gaf op locatie meerdere interviews aan grote media, die met name voor dat interview naar de arena in Katowice waren gekomen. Er zat echter ook een keerzijde aan dat verhaal. Vanuit de e-sportcommunity zelf werd lang niet altijd even positief gereageerd. Verschillende bekende spelers en commentatoren lieten via social media weten het concert 'cringeworthy' te vinden, en wezen erop dat een groot deel van het publiek zich ook niet leek te vermaken. Of dergelijke samenwerking dus echt het gewenste effect sorteert, valt te bezien.
ESL Benelux: belangrijke gangmaker
Het zegt echter wél veel over de bedoelingen van ESL Benelux, dat als geen andere partij in Nederland zijn best doet om e-sport hier van de grond te krijgen. De organisatie zette al meerdere grote toernooien neer. Bij de laatste aflevering van ESL Benelux werd er zelfs een groot hoofdpodium op het veld van de Amsterdam Arena neergezet. De bezoekersaantallen haalden het niet bij grote toernooien in het buitenland, en datzelfde geldt voor het te winnen prijzengeld en de aanwezige teams. Toch is zo'n toernooi belangrijk. Het vormt een opstapje voor spelers en teams die de top willen bereiken. Zij kunnen dankzij onder meer ESL Benelux op een lager niveau wennen aan hoe het er op grote toernooien aan toegaat.
Te vroeg gepiekt?
Zo'n 'echt groot toernooi' heeft Nederland in recente jaren ook een keer gehad. Vorig jaar werden de finales van League of Legends Championship Series Spring Split in Rotterdam gespeeld. Duizenden fans vulden de zaal en nog eens honderdduizenden keken mee vanuit huis. Het was voor velen een eerste kennismaking met de e-sportbeleving die in andere landen al een stuk bekender is, en het liet zien dat er in Nederland wel degelijk potentie is voor grote e-sporttoernooien. Daarbij helpt het uiteraard als er Nederlanders actief zijn op zo'n toernooi. In Ahoy was dat ook het geval: de Nederlander Fabian 'Febiven' Diepstraten kwam er namens Fnatic in actie. Inmiddels is de Nederlander trouwens overgestapt naar H2k-gaming, waar hij al eerder voor speelde.
Aandacht van grote media
Volgers die vaker League of Legends kijken, kenden Febiven uiteraard voor die finales al. Toch hielp zijn aanwezigheid enorm bij het genereren van extra aandacht voor e-sport. Dat onderschrijft Joey Steltenpool, de coach van G2 Esports dat ook op dat toernooi in Ahoy in actie kwam. "Wij krijgen meestal niet zo heel veel media-aanvragen vanuit Nederland, behalve als er iets heel groots is. De finale van de Spring Split in 2016 is daar een goed voorbeeld van. Toen hingen de grote tv-programma's ineens aan de telefoon." Ook Febiven was toen in trek. Onder meer dagblad NRC publiceerde een interview en BNNVARA zond een programma uit waarin presentator Valerio Zeno Fabian de League of Legends-speler volgde in de aanloop naar en tijdens het toernooi in Rotterdam.

De positie van Diepstraten is illustratief voor een 'probleem' waar de Nederlandse e-sportwereld nu mee kampt. Er was een tijd dat Nederlandse gamers de vloer aanveegden met hun buitenlandse tegenstanders. Jarenlang was Grubby haast onverslaanbaar in WarCraft III. Bij de eerste editie van de World Cyber Games, in 2000 nog World Cyber Challenge geheten, ging Anker Jacob 'NTT' Scharn al met een bronzen medaille naar huis. Enkele jaren later domineerde Nederland de WCG: Laurens 'Lauke' Pluymaekers won het UT2004-toernooi, Grubby pakte de WarCraft III-titel en Arthur 'KingTuur' Vankan won het Project Gotham Racing 2-toernooi. Aan aandacht geen gebrek. Er werd over Grubby zelfs een heuse documentaire gemaakt, genaamd 'Beyond the Game'. De Nederlandse e-sportwereld had op die manier meerdere sterke uithangborden.
Topland in een onhandig tijdperk
Er was echter een probleem, de piek kwam te vroeg. E-sport was in het eerste decennium van deze eeuw nog niet klaar voor de grote doorbraak. Natuurlijk waren er genoeg voorbeelden van e-sporters die er hun werk van konden maken, maar het fenomeen bereikte nog lang niet de massa's die nu wel worden bereikt. In de vorige artikelen bespraken we al hoe die wereld veranderd is, en wat platformen als YouTube en Twitch daarin hebben betekend. De kern van dat verhaal is dat het makkelijker dan ooit is om e-sportwedstrijden te volgen, en dat bekende e-sporters vaak hun eigen socialmediakanalen hebben, wat het makkelijker maakt om een eigen schare fans op te bouwen en te onderhouden. Het is anno 2017 veel eenvoudiger om je volgers continu content te bieden dan tien jaar geleden.
Lokale initiatieven op weg naar nationaal succes
De verschuiving naar het aanbieden van livestreams en andere videocontent is in Nederland ook goed zichtbaar. Ons land telt een flink aantal 'content creators' die duizenden kijkers bereiken. Onder deze creators zijn ook pro-gamers of voormalig pro-gamers te vinden, die niet alleen fans mee laten kijken bij hun trainingspotjes, maar er ook een extra zakcentje aan overhouden. Toch is het aantal Nederlandse gamers dat van het livestreamen van games zijn werk heeft kunnen maken groter dan het aantal Nederlanders dat aan de absolute top staat in de wereld van e-sport. De reden? Er is sprake van een bepaald plafond dat een gamer kan bereiken. Is dat plafond bereikt, dan is een stap naar het buitenland, waar meer tegenstand te vinden is, nodig om door te groeien naar die top. Juist die stap lijkt voor veel Nederlandse gamers een lastige.
Onder meer Ward Geene legde ons uit dat de stap vanuit de zolderkamer van een gamer naar een groot podium op een e-sporttoernooi vaak te groot is. Juist daarom is de rol van ESL Benelux en zijn lokale toernooien zo belangrijk. Daarnaast komen er in Nederland steeds meer initiatieven die gericht zijn op e-sport op locatie. De Esports Game Arena in Alphen aan den Rijn is daar een voorbeeld van. De locatie wil een ontmoetingsplaats zijn voor iedereen die e-sport leuk vindt, of dat nu actief is of passief, als kijker. Een vast podium waar twee teams van maximaal zes spelers tegen elkaar kunnen strijden, biedt competitieve gamers de kans wedstrijden te spelen in een setting die veel lijkt op hoe het er op grote toernooien uitziet, maar dan met minder publiek. Elders in Nederland ontstaan vergelijkbare initiatieven, zoals het eSports House 010 in Rotterdam.
De plannen van Esports Game Arena in Alphen aan den Rijn.
Die initiatieven worden niet zonder reden neergezet. Hoewel we dus met zijn allen vinden dat e-sport in Nederland nog een lange weg te gaan heeft, is de interesse van het publiek - en daarmee het draagvlak voor dergelijke arena's - er wel degelijk. Onderzoek van Newzoo wees uit dat ruim 550.000 Nederlanders 'enthousiast' zijn over e-sport. Wat dat precies inhoudt is niet duidelijk, maar het laat zien dat de doelgroep er is. Deze bevinding sluit aan bij onderzoek van Nielsen Company waaruit bleek dat vier op de tien mensen tussen de 14 en 35 jaar bezig is met e-sport kijken, e-sportevenementen bezoeken of pogingen er zelf aan mee te doen.
Scandinavië als voorbeeld?
Dat moet een kweekvijver zijn, zeker als we Nederland met andere landen vergelijken. Met 17 miljoen inwoners scoren we ruim hoger dan Zweden (9,9 miljoen) en Denemarken (5,7 miljoen). Die landen leveren al jaren topspelers in verschillende e-sports. De Scandinavische landen domineren zelfs Counter-Strike: Global Offensive, en het League of Legends-team van Splyce, ook een grote e-sportorganisatie, bestaat voor tachtig procent uit Deense spelers. Waarom slaagt een land met een derde van het inwoneraantal van Nederland er wél in structureel topspelers af te leveren?
Een eenduidig antwoord lijkt er niet te zijn, anders dan dat de Scandinavische landen de eerste e-sportpiek van meer dan tien jaar geleden wél hebben weten door te zetten. Verschillende lezers reageerden op de eerder verschenen e-sportartikelen al met de mededeling dat Scandinavische clans al in het tijdperk van Clanbase de ladders domineerden. Enkele van die clans zijn anno 2017 e-sportorganisaties, met kennelijk nog steeds een sterke focus op de eigen kweekvijvers. Leg die ontwikkeling naast de trend dat veel invloedrijke Nederlanders en Nederlandse teams juist over de grens zijn gaan kijken, en je benoemt wellicht een sleutelfactor die het huidige verschil tussen de diverse landen verklaart.
De kanttekening daarbij is wel dat dat verschil met name zichtbaar is in teams. Nederland beschikt niet over grote teams en levert ook niet genoeg spelers aan buitenlandse teams om ervoor te zorgen dat daar teams ontstaan die grotendeels uit Nederlanders bestaan. Toch leveren 'we' wel spelers aan buitenlandse teams. Fabian 'Febiven' Diepstraten is daar wellicht het beste voorbeeld van. Hij speelt al jaren op het hoogste niveau. Behalve Febiven zijn er nog zes andere Nederlandse spelers te vinden op de rosters van diverse teams in de League of Legends Championship Series. Opvallend genoeg is Nederland in DotA 2 niet of nauwelijks vertegenwoordigd, terwijl The International 2017 werd gewonnen door Team Liquid, dat op papier een Nederlands team is. In het vorige artikel legden we al uit dat er, behalve de oprichter, nog maar weinig Nederlands is aan dat team.
De uitdagingen van een Nederlands team
Waar Team Liquid in onze ogen amper nog Nederlands is, geldt dat zeker wel voor kleinere teams als mCon Esports en Team Echo Zulu. mCon, voorheen bekend als Mousecontrol, is een organisatie die al een tijdlang bestaat, maar tegelijkertijd ook een beetje stilstaat. Het team zag door de jaren heen vaak talentvolle spelers naar grotere teams verhuizen. Echo Zulu is een veel jonger team, dat hard aan de weg timmert. De vanuit Nijmegen opererende organisatie probeert spelers aan zich te binden door een familiesfeer te creëren. Daarnaast slaagt 'EZ' er ondertussen in zijn spelers een bescheiden salaris te bieden.
Niet kwalificeren vanuit Nederland
Toch ziet ook Serdal Yeter, oprichter van Echo Zulu, die eerdergenoemde ruimte voor verbetering, zowel in het opereren van het team als bij externe omstandigheden. "Teams moeten meer aandacht besteden aan het maken van leuke content om de spelers, games en toernooien heen. Wij proberen dat steeds meer te doen, maar 'op vrijwillige basis' is dat een uitdaging. Hier denken we de komende jaren desondanks veel meer impact mee te kunnen hebben." Die impact zou in een ander land waarschijnlijk meer effect sorteren, realiseert Yeter zich. "De competities bepalen het niveau van de scene. Dankzij ESL Benelux en onder andere Esports Game Arena komen er langzamerhand meer structurele competities. Als je in bijvoorbeeld Duitsland een nationale competitie in League of Legends wint, plaats je je automatisch voor de League of Legends Challenger Series. Dat is in Nederland niet het geval, en dat maakt het moeilijker om spelers vast te houden."
/i/2001650899.jpeg?f=imagenormal)
Daarmee biedt Team Echo Zulu een accurate illustratie van de algemene stand van zaken rond e-sport in Nederland. Wel talent, wel goede wil, en zelfs succes op nationaal niveau, maar te weinig perspectief om door te stoten richting de Europese top of zelfs het wereldpodium. Yeter vindt het daarbij jammer dat de aandacht, zowel vanuit de media als in financieel opzicht, in Nederland veelal uitgaat naar FIFA en de E-Divisie. "Als er net zo veel aandacht werd besteed aan League of Legends, Hearthstone en Counter-Strike: Global Offensive, kunnen we daar veel meer uit halen. Er zijn duizenden e-sportfans in Nederland, maar velen ervan zijn niet bekend met de Nederlandse scene. Dat is zonde."
Zijn grote, Nederlandse e-sportteams nodig?
Daarmee haalt Yeter een interessante discussie aan. Je kunt je immers afvragen in hoeverre het land waar een team bij hoort er echt toe doet. In een interview tijdens de Intel Extreme Masters gaf Manuel 'Grubby' Schenkuizen al aan dat e-sport een erg internationale aangelegenheid is. Internet kent geen grenzen. Er zou dus geen reden zijn waarom Nederlands e-sportvolgers per se eigen teams nodig hebben om enthousiast te worden voor een bepaalde e-sport. Dat er duizenden e-sportfans zijn die de scene in eigen land amper kennen, bewijst het gelijk van Grubby's opvatting. Dat betekent natuurlijk niet dat de Nederlandse partijen zich bij zijn opvatting neer moeten leggen, maar het geeft aan dat e-sport in die zin misschien net een ander beestje is dan sommige grote traditionele sporten, waar lokale/nationale clubs en teams juist meer aandacht krijgen.
Toekomst: e-sports in de lift?
De vraag is nu: hoe ziet de toekomst eruit? Een eenduidig antwoord op die vraag bestaat niet. Alle inmiddels uitgewaaide Nederlanders zijn het erover eens dat het vanzelf beter en beter zal gaan. Wouter Sleijffers, directeur van het grote e-sportteam Fnatic, herkent de trend die Yeter van wat dichterbij ziet. Meer toernooien betekent meer competitie voor de beste spelers om zich tegen andere spelers van hoog niveau te meten, en meer podia voor talenten om zich te laten zien. Bovendien is het publiek dat in potentie op dergelijke events afkomt interessant voor sponsors en investeerders, wat de eerder geschetste opwaartse spiraal in gang kan zetten.
Welke tussenstappen daarbij voor impulsen kunnen zorgen, is koffiedik kijken. Wel is duidelijk dat de E-Divisie later dit jaar terugkeert met een nieuw seizoen. Hoewel elke e-sporter en e-sportkenner erop wijst dat FIFA internationaal gezien geen grote e-sport is, erkent iedereen dat de E-Divisie veel heeft gedaan voor e-sport in Nederland. Hij brengt een aanzienlijke groep mensen in contact met het kijken naar competitief gamen; mensen die dat eerder wellicht niet of nauwelijks deden. Daarmee is de E-Divisie een goed voorbeeld van een initiatief dat ook positief kan werken voor andere e-sporten. Daarnaast komen de lokale e-sportoplossingen zoals die in Alphen aan den Rijn, Breda en Rotterdam nog maar net op gang. Het zou dan ook zeker niet gek zijn als e-sport in Nederland de komende jaren een flinke vlucht neemt.
Tot die tijd zijn er voor de chauvinistische e-sportfans onder ons natuurlijk de nodige Nederlanders op grote, internationale podia die je kunt volgen. Een aantal van hen hebben we hieronder nog eens voor je op een rijtje gezet. Nee, dat zijn inderdaad niet álle Nederlanders die nu op topniveau spelen. Niet geheel toevallig hebben veel van de onderstaande personen ons de afgelopen tijd bijgestaan op onze weg om meer te leren over e-sport, de respectievelijke e-sporten, de ins en outs van e-sportorganisaties en meer, waarvoor wij ze uiteraard hartelijk willen bedanken. Hopelijk zien we hen, en alle andere Nederlandse e-sporters, de komende tijd vaak terug op grote toernooien.
Nederlandse e-sporters |
|
|
Speler |
e-sport |
Team |
Fabian 'Febiven' Diepstraten |
League of Legends |
H2k Gaming |
Ilyas 'Shook' Hartsema |
League of Legends |
Ninjas in Pyjamas |
Milo 'Pridestalker' Wehnes |
League of Legends |
Roccat |
Kevin 'Harstem' de Koning |
Starcraft 2 |
Geen team |
Marc 'uThermal' Schlappi |
Starcraft 2 |
Team Liquid |
Thijs 'ThijsNL' Molendijk |
Hearthstone |
G2 Esports |
Chris 'chrisJ' de Jong |
CS:GO |
Mousesports |
Petra 'Petra' Stoker |
CS:GO |
Team Expert |
Eric 'TwoEasy' van Hoorn |
Overwatch |
Geen team |
Koen Weijland |
FIFA |
AFC Ajax |
Dit artikel maakt onderdeel uit van een serie van vijf artikelen over e-sport. Mocht je de eerste vier delen gemist hebben, dan kun je ze hieronder vinden.
Deel 1 - Van de arcadehal naar de arena - de geschiedenis van e-sport
Deel 2 - Populaire games en bakken met geld - Welke games redden het als e-sport?
Deel 3 - IEM, Pro Leagues en The International - Wat voor e-sporttoernooien zijn er?
Deel 4 - Mid Laners, slayers en begeleiders - Hoe ziet een e-sportteam eruit?
Dit was het vijfde en laatste deel in de serie. We zijn erg benieuwd naar jullie feedback! Deze serie vormde, samen met de eerder gepubliceerde videoreportage, een startpunt voor onze coverage van e-sport. Hoe we vanaf hier verder gaan, staat nog niet helemaal vast. Wat zou jij graag wel of vooral niet op Tweakers willen zien, wat e-sport betreft? We lezen je ideeën, opmerkingen en suggesties graag in de reacties!