In de jaren vijftig klokten tientallen vrouwen dagelijks in bij Philips Halfgeleiders aan het Pieperslaantje in Nijmegen om daar transistors en diodes te produceren. Nu, in 2016, ligt op diezelfde locatie een van de grootste chipfabrieken van Europa. Als je met de trein van Nijmegen naar Den Bosch rijdt, kom je erlangs: het is een opvallend gebouw dat in de volksmond de kathedraal wordt genoemd, maar eigenlijk de naam ICN8 draagt en de vorm van een chip heeft. Vanuit de lucht is dat duidelijk te zien.
De in het pand gehuisveste halfgeleiderproducent NXP is al jaren niet meer onderdeel van Philips en donderdag werd bekend dat het ook niet lang een Nederlands bedrijf blijft: vanaf eind volgend jaar is NXP onderdeel van het Amerikaanse concern Qualcomm. Dat is vooral bekend van de Snapdragon-processors voor smartphones. Het is een van de grootste overnames in de Nederlandse geschiedenis en de grootste op de chipmarkt ooit. Er zijn veel grote overnames in de chipindustrie geweest: Intel nam Altera over, Renesas deed dat bij Intersil, Avago lijfde Broadcom in en Microchip kocht Atmel. Fabrikanten zijn bang de boot te missen nu de chipmarkt aan het verschuiven is van traditionele computer- en consumentenelektronica naar internet-of-things, voertuigen en smart cities.
Met de overname van NXP Semiconductors breekt een nieuw hoofdstuk aan voor 'die andere technologiegrootmacht van Nederland'. Die 'ene' is natuurlijk ASML. NXP kent een roerig verleden met periodes waarin het met veel tegenwind te maken kreeg. Het concern heeft die mindere tijden inmiddels ver achter zich gelaten door zich te richten op twee groeimarkten: automotive en internet-of-things. De ingeslagen koers bleek zo succesvol dat de gigant Qualcomm het bedrijf in het vizier kreeg. Het bleek bereid er flink voor in de buidel te tasten om minder afhankelijk te zijn van de markt voor mobiele chips.
Samenwerking in de jaren '50
Philips kreeg begin jaren vijftig al door dat de halfgeleiderindustrie groot ging worden. Het Eindhovense bedrijf had al de nodige kennis op dit gebied door de expertise van het Natuurkundig Laboratorium, of NatLab en de samenwerking met het Amerikaanse Bell. Besloten werd een fabriek voor de productie van halfgeleiders te starten in Nijmegen. In de jaren erna maakte het bedrijfsonderdeel een grote groei door, maar de concurrentie stond niet stil. In de jaren zestig miste Philips Nijmegen bijna de boot door te lang vast te houden aan germaniumtransistors, terwijl de hele industrie de overstap naar de planaire siliciumtechnologie maakte.
In de jaren tachtig leken de ambities alweer onbegrensd: het bedrijf startte het Submicron- of Megachip-project om een wereldleider te worden op de markt voor mos-geheugen. Het doel was om eind jaren tachtig chips met structuren die kleiner zijn dan een duizendste millimeter te ontwikkelen, wat in 1987 resulteerde in een geheugenchip van 1 megabit, al had die nog structuren van zevenduizendste millimeter en een oppervlak van 90 vierkante millimeter. In 1988 was de bouw van de fabriek afgerond die dit mogelijk moest maken. De financiële situatie bij Philips was echter zo slecht dat het project ontmanteld werd. De chipmarkt groeide toch door en het bedrijfsonderdeel van Nijmegen wist hiervan te profiteren. Zo bevatte eind jaren negentig de helft van alle tv's de One-chip tv-module. Daarnaast waren rf-modules succesvol.
Al die tijd was de halfgeleiderproducent nog onderdeel van Philips, maar daar kwam in 2006 een einde aan. Na de afsplitsing ging het bedrijf verder als NXP, wat staat voor Next eXPerience. Het bedrijf wilde zich richten op de productie van mediachips voor mobiele telefoons, tv's en andere elektronica. Maar aan deze strategie kwam al snel een einde: in 2008 werd het bedrijfsonderdeel voor mobiele telefoons afgestoten en in hetzelfde jaar verdwenen 4500 banen bij het bedrijf, waarvan 1300 van de 6500 banen in Nederland.
Chips voor verschillende toepassingen
Ondanks dat legt Qualcomm acht jaar later 43 miljard euro op tafel voor NXP, het hoogste bedrag ooit in de chipmarkt. Dat komt doordat NXP zich na de reorganisatie gericht heeft op groeimarkten en de winstgevende onderdelen. Zo is de productie van rf-antennes en signaalversterkers altijd belangrijk geweest voor het bedrijf en inmiddels heeft de helft van alle smartphones wereldwijd een low-noise amplifier van NXP. Ook de zender en ontvanger van modules voor draadloos laden zijn op NXP-technologie gebaseerd, bij zowel de Qi-standaard als het concurrerende Airfuel.
NXP heeft daarnaast zijn pionierswerk in de jaren negentig op het gebied van nfc weten te verzilveren, met onder andere de Mifare-chips. De nfc-chips worden onder andere gebruikt voor identiteitsbewijzen, contactloos betalen met telefoons en bankpassen en inchecken voor het openbaar vervoer. Bovendien komen de chips voor in auto's, thuisapparatuur en in accessoires voor games zoals Skylanders.
"Automotive en internet-of-things zijn onze grootste groeimarkten", zei NXP Nederland-directeur Guido Dierick onlangs tegen Tweakers. Het bedrijf heeft zich opgewerkt tot marktleider op het gebied van chips voor auto's. Wat daarbij hielp was de fusie met Freescale in 2015. De processors van deze fabrikant vullen de netwerk- en radiochips van NXP aan voor automotive-toepassingen.
NXP maakt netwerkchips voor auto's, in-car infotainment, advanced driver assistance systems voor autonoom rijden en beveiliging zoals slimme autosleutels. Het bedrijf werkt onder andere samen met Google aan zelfstandig rijdende voertuigen. Daarnaast is het bezig de radarmodule voor adas te verkleinen en heeft het een centrale computer ontwikkeld, de BlueBox, die onderdelen als de radar, camera's en lidar verbindt. Met BMW werkt NXP aan het op afstand kunnen inparkeren met slimme autosleutels.
Naast de nodes voor de bekabelde netwerken in voertuigen richt NXP zich steeds meer op V2X: vehicle to everything. Auto's worden connected cars die onderling en met punten op of langs de weg communiceren. Al dan niet in combinatie met rfid-nummerplaten kan dit gebruikt worden voor systemen om het verkeer te stroomlijnen. Daarnaast is de belofte van V2X dat het de hoeveelheid verkeersongevallen sterk terug kan brengen en platooning met zelfrijdende vrachtwagens mogelijk kan maken.
Een groot deel van auto's wereldwijd bevat op dit moment chips van NXP en een groot deel daar weer van komt uit de fabriek in Nijmegen. Het bedrijf claimt zich staande te kunnen houden tegenover Aziatische concurrenten door de hoge kwaliteitseisen: die zijn aanzienlijk hoger bij auto-chips dan bij consumentenelektronica omdat problemen verstrekkende gevolgen voor de veiligheid kunnen hebben. Het bedrijf produceert daarnaast chips in de VS, Duitsland, het VK, China en Singapore.
NXP heeft in totaal 44.000 werknemers in meer dan 35 landen, waarvan 2400 in Nederland. De jaaromzet bedroeg vorig jaar 6,1 miljard dollar. Qualcomm heeft minder personeel maar een hogere omzet. Met de overname door Qualcomm ontstaat een chipgigant met een gezamenlijke jaaromzet van meer dan 30 miljard dollar en meer dan 70.000 personeelsleden.
Wat de gevolgen van de overname voor het hoofdkantoor op de High Tech Campus in Eindhoven en de vestiging in Nijmegen worden, is nog niet bekend. De twee bedrijven benadrukken dat ze elkaar aanvullen, maar dat was bij de fusie van NXP en Freescale ook het geval. Die kostte banen in zowel Eindhoven als Nijmegen.