Inleiding
Inleiding
Sommigen noemen het miljardenproject het grootste experiment ter wereld, terwijl anderen het zonde van het geld vinden. De Large Hadron Collider is misschien wel het bekendste en tegelijk minst begrepen project van de afgelopen jaren. Zo zouden er zwarte gaten gemaakt kunnen worden die de aarde zouden vernietigen, er zou naar God-deeltjes gezocht worden en een stuk stokbrood zou de LHC hebben laten stilvallen.
Toch werd de Nobelprijs voor Natuurkunde in 2013 uitgereikt aan de ontdekkers van het Higgs-boson, een gedeelde eer voor de Belg François Englert en Brit Peter Higgs. De toekenning van de prijs werd mogelijk gemaakt door de LHC: de data van dit enorme experiment bevestigde het bestaan van het Higgs-deeltje en daarmee de theorie van de natuurkundigen.
Zoals bekend is de Large Hadron Collider ondergronds gebouwd en bevindt hij zich grotendeels in Zwitserland, bij Genève. Het complex, met de deeltjesversneller, detectors en alle bijbehorende elektronica, infrastructuur en computers, wordt beheerd door CERN, ofwel de European Organization for Nuclear Research. CERN is een internationaal samenwerkingsverband van twintig Europese lidstaten en heeft duizenden medewerkers.
Wat gebeurt er nu precies in dit grootse experiment? Een deeltjesversneller laat, zoals de naam aangeeft, deeltjes met grote snelheid bewegen. En dan? In dit achtergrondartikel gaan we in op de belangrijkste eigenschappen van de Large Hadron Collider, kortweg LHC. Daarbij laten we niet alleen het hoe, maar ook het waarom de revue passeren. De 'atom smasher' draait al enkele jaren en levert daarbij enorme hoeveelheden data op. Daaruit zijn inmiddels al belangrijke ontdekkingen gedestilleerd, die we eveneens voorbij laten komen. Ten slotte kan het altijd nóg groter; wat zijn de toekomstplannen voor de LHC en andere deeltjesversnellers?
/i/1381412927.jpeg?f=imagenormal)
Waarom een deeltjesversneller?
In de natuurkunde beschrijven theorieën of modellen hoe de wereld in elkaar zit. De deeltjesfysica beschrijft het gedrag van de subatomaire deeltjes waaruit materie bestaat: atomen, maar ook fotonen, elektronen en andere deeltjes. Daarvoor hebben natuurkundigen het Standaardmodel opgesteld. Dit model beschrijft niet alleen de eigenschappen van bekende subatomaire deeltjes, maar voorspelde ook nog onontdekte deeltjes en hun eigenschappen.
De LHC laat protonen met enorme snelheid op elkaar botsen
Het Standaardmodel is echter niet perfect en kan niet verklaren waar relatief nieuwe ontdekkingen, zoals zogeheten donkere materie en donkere energie, of iets alledaags als zwaartekracht hun oorsprong vinden. Het experimenteel observeren van dergelijke elementaire deeltjes is onder normale omstandigheden extreem moeilijk. De levensduur van de meeste subatomaire deeltjes waarin wetenschappers geïnteresseerd zijn, is dermate kort dat detectie zeer lastig is. De LHC heeft daartoe vier enorme detectors, die zeer gevoelig zijn.
Ten slotte is het vrijmaken van exotische, elementaire, subatomaire deeltjes niet makkelijk. De LHC dankt zijn naam aan quarks die met gluonen aan elkaar verbonden zijn; die worden hadronen genoemd. Protonen en neutronen zijn voorbeelden van hadronen. De gluonen zijn onderdeel van de sterke kernkracht of strong nuclear force en die vergt veel energie om overwonnen te worden. Daarom moet een deeltjesversneller hadronen, bij de LHC vooral protonen, met enorme snelheid en energie op elkaar laten botsen om ze uiteen te laten vallen. Bij dat uiteenvallen komen de elementaire deeltjes vrij die door verschillende detectors kunnen worden waargenomen.
De LHC is dus gebouwd om deeltjes extreem te versnellen en op elkaar te laten botsen, om daarna de brokstukken te analyseren. Zo zouden theorieën van het Standaardmodel en daarvoorbij getoetst kunnen worden. Wetenschappers moeten dan beter begrijpen hoe materie is opgebouwd en antwoord krijgen op fundamentele vragen als: 'Waarom bestaat het universum?'
/i/1381413390.jpeg?f=imagenormal)
Hoe werkt de LHC?
Op de vorige pagina gaven we al aan dat quarks zeer sterk met elkaar verbonden zijn in hadronen, zoals protonen. Die protonen worden in de LHC vooral gebruikt om tegen elkaar te botsen en de resulterende, kortlevende brokstukken te analyseren. Om die botsingen te realiseren en de protonen hard genoeg op elkaar te laten botsen, zodat ze uiteenvallen in plaats van alleen afketsen, moeten ze extreem snel bewegen en veel energie hebben.
In de Large Hadron Collider wordt dat gerealiseerd door de protonen in twee tegengestelde bundels rondjes te laten draaien en ze te versnellen en steeds meer energie mee te geven. Ondergronds is een grote ring aangelegd waarin de deeltjes versneld worden. Sterke elektromagneten buigen de tot bijna de lichtsnelheid bewegende deeltjes af, zodat ze de vacuümbuis niet uitschieten. De ring van de LHC heeft een omtrek van 27 kilometer; 1232 met helium supergekoelde magneten buigen de bundels.
Om een enkel Higgs-deeltje te produceren moeten miljoenen protonen botsen
Andere magneten concentreren de bundels en leiden ze naar de detectors, waar ze met elkaar botsen. De geladen deeltjes die daarbij ontstaan, worden weer door speciale magneten afgebogen, wat informatie over de aard van het deeltje geeft. Op het moment van botsen hebben de protonen een energie van 4TeV. De eV of elektronvolt is een maat van energie en met twee tegengestelde protonbundels van 4TeV levert dat een botsingsenergie van 8TeV op, omgerekend ongeveer 1,3 microjoule. De snelheid is dan bijna gelijk aan de lichtsnelheid. Per seconde passeren dertig tot veertig miljoen groepen protonen de detectors. Daarvan botsen per groep ongeveer 20 protonen daadwerkelijk tegen elkaar. Dat levert dus vele miljoenen 'events' per seconde op, maar slechts een klein percentage is interessant.
Voor de zoektocht naar het Higgs-boson moeten miljoenen protonen botsen om een enkel Higgs-deeltje te produceren. De kans op het ontstaan van dat deeltje is al zeer klein en moet ook nog eens opgemerkt worden door de detectors. De grootste kans op het ontstaan van een Higgs-boson, volgens het theoretische Standaardmodel, is de fusie van twee gluonen die hadronen, zoals protonen, bijeenhouden.
De detectors
De twee belangrijkste detectors zijn Atlas en CMS, die voor algemene experimenten ingezet kunnen worden. Twee kleinere, gespecialiseerde detectors zijn Alice en LHCb genoemd en ten slotte zijn er nog drie 'kleine' detectors, die LHCf, Totem en Moedal genoemd worden. Atlas, een afkorting voor A Toroidal LHC Apparatus, is een enorme detector met een lengte van 46 meter en een doorsnede van 25 meter, waarin een aantal detectors zijn ondergebracht. In het centrum volgt een Inner Detector de bewegingen van deeltjes en daaromheen meten supergekoelde calorimeters de energie van deeltjes. Nog verder naar buiten zijn 'tegels' geplaatst, die elk uit een half miljoen scintillators bestaan en die eveneens energie van deeltjes meten. Muons worden ten slotte waargenomen door het grote Muon System.
Atlas is een enorme detector met een lengte van 46 meter
De CMS-detector, voluit de Compact Muon Solenoid, dankt zijn naam aan de grote centrale solenoïde-magneet. Die spoelmagneet bestaat uit een supergeleidende kabel met een magnetisch veld van 4 tesla. Net als de magneten van de Atlas-detector buigt het magneetveld van CMS geladen deeltjes af, waarbij de paden van de deeltjes gevolgd worden. De mate van buiging in het magneetveld wordt vastgelegd door silicium pixels, die een gezamenlijk oppervlak van 205 vierkante meter hebben. CMS heeft ook een elektromagnetische calorimeter en een hadron-calorimeter om de energie van respectievelijk fotonen, elektronen en hadronen te meten. De detector waaraan de CMS zijn naam dankt, de magneet en muon-detector, vormen de twee buitenste lagen./i/1381413654.jpeg?f=imagenormal)
De kleinere detectors Alice en LHCb hebben eveneens een eigen locatie op de supergeleidende ring. Alice, een afkorting voor A Large Ion Collider Experiment, is vooral bedoeld voor botsingen tussen loodatomen, waarbij gezocht wordt naar plasma's van quarks en gluons. LHCb, waarbij de b voor beauty staat, doet metingen aan B-hadronen met behulp van een aantal subdetectors. In dezelfde ruimte als LHCb staat Moedal, de Monopole and Exotics Detector At the LHC. Die detector zoekt onder meer naar magnetische monopolen. LHCf, of LHC forward, deelt de ruimte met Atlas en zoekt naar neutrale pionen. Totem ten slotte deelt zijn locatie met CMS.
Een overvloed aan data
In de detectors worden miljoenen botsingen uitgevoerd, die geanalyseerd moeten worden. Zo heeft alleen de inner detector'' van Atlas al 80 miljoen pixels die allemaal informatie registreren uit de miljoenen events die elke seconde door de botsingen worden gegenereerd. Met een geschatte 300GB per seconde levert dat enorme hoeveelheden data op. Die data moet uiteraard opgeslagen en geanalyseerd worden voordat er nuttige informatie uit kan voortkomen. De LHC heeft daartoe een uitgebreide dataverwerkingsinfrastructuur opgezet, die uit verschillende lagen bestaat.
Allereerst wordt geregistreerde data gefilterd. De CMS- en Atlas-detectors genereren zo veel ruwe data dat het niet te doen is om alles op te slaan. Bovendien is veel data oninteressant, dus zorgen filters ervoor dat ongewenste data weggegooid kan worden en alleen relevante data bewaard blijft. In Atlas worden drie filterlagen gehanteerd, waarbij de eerste laag fpga's en asics gebruikt voor de grootste schifting in data. De tweede en derde filterlagen, met respectievelijk 500 en 1700 dualcore-processors, zorgen ervoor dat uiteindelijk nog 'slechts' 320MB interessante data per seconde wordt opgeslagen. Ook de CMS-detector maakt gebruik van verschillende niveaus, waarbij het filter op het eerste niveau de enorme datastroom met fpga's analyseert en reduceert. De overgebleven data wordt door conventionele servers gefilterd en vervolgens opgeslagen voor nauwkeurige analyse.
/i/1381413737.jpeg?f=imagenormal)
Al die gegenereerde data, ruwweg 300MB per seconde, die na de diverse filters van de afzonderlijke detectors overblijft, wordt niet exclusief door CERN verder verwerkt. De organisatie heeft een wereldwijd rekennetwerk dat het LHC Computing Grid, kortweg LCG, genoemd wordt. Data wordt opgeslagen met dit speciaal daarvoor ontwikkelde computernetwerk en verwerkt voor zorgvuldige analyse. Het LCG van het CERN bestaat, behalve uit de servers van CERN zelf, uit zo'n 170 rekencentra in 36 landen. Dat netwerk moet jaarlijks naar schatting tientallen petabyte aan data verwerken. Bij het CERN staat de eerste rekenlaag, de zogeheten tier 0. Die verdeelt datawerklasten naar regionale tier 1-rekencentra, die het weer verder verdelen naar lokale, kleinere tier 2-rekencentra.
Ontdekkingen: Higgs en co
De computers in de rekencentra en bij onderzoeksinstituten gebruiken de in de LHC gegenereerde data om botsingen te reconstrueren. Daarbij worden op basis van de data simulaties van de botsingen uitgevoerd en worden de resultaten geanalyseerd en geaggregeerd. Zo kunnen patronen in de botsingen herkend worden en kunnen onbekende deeltjes worden waargenomen.
/i/1381413804.jpeg?f=imagenormal)
Onderzoekers hebben uit de data voldoende gegevens gedestilleerd om diverse nieuwe deeltjes te ontdekken en processen te observeren die nog niet eerder waargenomen werden. De meeste aandacht ging niet uit naar de eerste ontdekking van een nieuw deeltje door de LHC, maar naar de ontdekking van het het Higgs-boson. Dat deeltje, zoals de naam zegt een boson, net als bijvoorbeeld een foton, zou een gevolg zijn van het Higgs-veld. Verschillende deeltjes zouden sterker of minder sterk met dat energieveld interacteren, waarbij de eerste groep meer massa krijgt dan de tweede groep. Het Higgs-boson en het daarmee geassocieerde Brout-Englert-Higgs-mechanisme ondersteunen voorspellingen van het Standaardmodel.
De term 'God particle' voor het Higgs-boson is ontsproten aan de titel van een boek dat werd geschreven voor het opnieuw op gang krijgen van de geldstroom van de Amerikaanse overheid voor de Superconducting Super Collider, een Amerikaanse concurrent van de LHC. Uiteraard heeft het Higgs-boson niets met religie te maken en de naam wordt in media enkel misbruikt. Ook sommige misverstanden die in de media verschenen zijn, zoals de vrees dat in de LHC kleine zwarte gaten kunnen ontstaan die uitgroeien tot zwarte gaten die de aarde kunnen vernietigen, zijn vooral gebaseerd op onbegrip.
Naast de bevestiging van het bestaan van het Higgs-boson, een van de belangrijkste redenen voor de constructie van de LHC, zijn ook andere ontdekkingen gedaan. Zo werd een tot dusver nog niet waargenomen meson ontdekt, werd een quark-gluon-plasma geproduceerd en werd een nog niet gezien verval van een bepaald meson in twee muons waargenomen.
En hoe verder?
De LHC heeft nu enkele jaren gedraaid en na wat startproblemen is een enorme hoeveelheid data gegenereerd, die nog lange tijd stof tot analyse levert. In 2010 en 2011 draaide de LHC op gereduceerde kracht; elke protonenbundel had een energie van 3,5TeV. In 2012 is de energie opgehoogd tot 4TeV per bundel, voor botsingen met 8TeV. De LHC is echter ontworpen voor botsingen tot 7TeV per bundel, voor een totaal van 14TeV. Het grootste deel van 2013 ligt de LHC dan ook al stil; in het begin van 2013 zijn loodbotsingen uitgevoerd, maar tot 2015 worden de systemen aangepast voor botsingen met 6,5TeV per bundel.
Het aantal botsingen zou met een factor tien verhoogd kunnen worden
Als alles in de komende jaren goed verloopt en het geld beschikbaar is, dan kan de LHC na 2018 een upgrade krijgen om de intensiteit van de protonenbundels te verhogen. Het aantal botsingen zou dan met een factor tien verhoogd kunnen worden, maar dat vergt diverse aanpassingen. Voor die Super Large Hadron Collider of correcter, de High Luminosity Large Hadron Collider, moeten de deeltjesversnellers die protonen aanleveren worden aangepast, evenals de Atlas- en CMS-detectors.
De LHC heeft een totaal meerjarig budget van ongeveer 7,5 miljard euro. Daarvan is zo'n 3,1 miljard euro opgegaan aan de constructie en 0,8 miljard euro aan operationele kosten. Onderzoekers hebben, naast plannen om de LHC op te voeren, ook een voorstel om een International Linear Collider te bouwen. De ILC zou met een lengte van 31km groter worden dan de LHC en onder meer zoeken naar donkere materie. Die eventuele opvolger bestaat vooralsnog echter alleen als hypothetisch project; voorlopig blijft de LHC 's werelds meest geavanceerde experiment.