Begin dit jaar maakte Microsoft op de CES-beurs in Las Vegas bekend dat Windows 8 ook op processors met de ARM-instructieset zal werken. ARM-chips worden al lange tijd gebruikt in mobiele telefoons, en recentelijk ook in tablets. Ze kenmerken zich door een laag stroomverbruik en zodoende een lage warmteproductie, waardoor ze bij uitstek geschikt zijn om in kleine compacte behuizingen gebruikt te worden.
Consumentenversies van Windows draaiden tot dusverre alleen op processors met de x86-instructieset, zoals die van Intel en AMD. De NT-kernel had in het verleden ondersteuning voor andere architecturen, maar dit wordt de eerste keer dat Microsoft een besturingssysteem voor consumenten uitbrengt dat ook op niet-x86-chips draait.
De reden hiervoor is simpel: ARM-chips worden steeds krachtiger en het zal niet lang meer duren voor fabrikanten laptops op basis van deze hardware bouwen. Daarnaast zijn ARM-chips erg geschikt voor tablet-ontwerpen. Intel claimt dat zijn Atom-chips een goed alternatief zijn, maar die zijn minder zuinig.
Op de Build-ontwikkelaarsconferentie toonde Microsoft tijdens de keynote ARM-hardware. Daarnaast waren Qualcomm, Texas Instruments en Nvidia aanwezig met ARM-prototypes waar Windows 8 op draaide. In dit artikel kijken we naar de status van de ARM-versie van Windows en naar hoe die zich verhoudt tot de x86-versie.