Waar er op de CES van 2024 veel nieuwe monitors verschenen met een woledpaneel van LG Display, was de CES van 2025 wat dat betreft aanzienlijk rustiger. De meeste fabrikanten die op de CES een oledmonitor toonden, kwamen met een QD-oledscherm, bijvoorbeeld op basis van het nieuwe 27"-paneel met 4k-resolutie. Her en der was was echter nog wel een nieuwe woledmonitor te vinden. Zo presenteerde Lenovo zijn Legion Pro 34WD-10, een met 800R sterk gekromde 34"-ultrawide met 3440x1440 pixels, een 240Hz-refreshrate en een USB-C-poort die liefst 140W kan leveren. Het is de eerste Legion-monitor met een oledpaneel en daarmee een belangrijke introductie voor het merk, maar de specificaties zijn verder niet grensverleggend. De ASUS ROG Swift PG34WCDM van 2024 had bijvoorbeeld al hetzelfde beeldpaneel.
Het was dus aan LG zelf om echt nieuwe woledschermen te presenteren. In een hotelkamer in Las Vegas stond het volledige 2025-aanbod uitgestald, met naast updates van bestaande monitors ook een compleet nieuw scherm: de 45GX950, gebaseerd op een nieuw 45"-woledpaneel met 5120x2160 pixels. Op de beursvloer was ook nog het buigbare broertje te vinden, de 45GX990. In deze preview bekijken we het nieuwe aanbod. Terwijl de prijzen van veel QD-oledmonitors nog onbekend zijn, kon LG ons van de meeste nieuwe modellen al wel vertellen wanneer en voor hoeveel ze in de winkels liggen.
Slimme 34"-, 39"- en 45"-monitors: 34GX90SA-W, 39GX90SA-W en 45GX90SA-B
In 2024 introduceerde LG zijn eerste 34"-, 39"- en 45"-ultrawides, met een resolutie van 3440x1440 pixels en een refreshrate van maximaal 240Hz: de UltraGear OLED 34GS95QE-B, 39GS95QE-B en 45GS95QE-B. In 2025 krijgen deze monitors een update met nieuwe functies, in de vorm van de 34GX90SA-W, 39GX90SA-W en 45GX90SA-B. De eerste twee hebben een witte poot en achterkant, het grootste model heeft een donkergrijze behuizing. De panelen blijven hetzelfde als bij de 2024-schermen. Dat betekent dat deze schermen nog de oude rood-wit-blauw-groen-subpixelindeling hebben, in plaats van het meer op lcd-schermen lijkende 'rood, groen, wit, blauw', dat LG introduceerde met het 32"-4k-woledpaneel. Kleine tekst en sommige fijne grafische details op de ultrawides worden daarmee net iets anders weergegeven dan op een lcd-monitor. Het is een subtiel verschil, zeker in vergelijking met de duidelijker aanwezige paarse en groene randjes op een QD-oledscherm, waarbij de subpixels niet alleen anders zijn geordend, maar ook niet op dezelfde hoogte zitten.
LG UltraGear 34GX90SA-W (eerste twee foto's) en 39GX90SA-W
De eerste upgrade die de 34GX90SA-W, 39GX90SA-W en 45GX90SA-B ten opzichte van de 2024-monitors krijgen, betreft de connectiviteit. LG voorziet al zijn nieuwe oledgamingschermen van een USB-C-poort met 65W Power Delivery. Dat is niet zoveel als sommige andere nieuwe (QD-)oledmonitors, maar de 2024-oledschermen van LG hadden helemaal geen USB-C. Bovendien is de DisplayPort-ingang geüpdatet naar DisplayPort 2.1. Waar fabrikanten van QD-oledmonitors op de CES kiezen voor de hoogst mogelijke bandbreedte van 80Gbit/s, kiest LG voor 54Gbit/s. Dat is voldoende om een beeld van 3440x1440 pixels op 240Hz ongecomprimeerd weer te geven. Je videokaart moet daarvoor natuurlijk ook DisplayPort 2.1 hebben.
In gebruik is een nog duidelijker merkbaar verschil dat de nieuwe schermen webOS 24 draaien, hetzelfde besturingssysteem als LG-televisies van vorig jaar. Hiermee kunnen deze monitors vrijwel alles wat een televisie ook kan, behalve op zenders afstemmen. Je kunt bijvoorbeeld streamingdiensten zoals YouTube en Netflix gebruiken zonder pc, maar ook foto's en video's vanaf een USB-stick afspelen, en gebruikmaken van ingebouwde kantoorapps, cloudgamingdiensten en smarthomefuncties.
Bij de nieuwe monitors wordt een kleine afstandsbediening meegeleverd en je kunt ook een smartphone gebruiken voor de bediening. De Magic Remote die bij duurdere LG-televisies zit, wordt niet meegeleverd, maar is wel te gebruiken. Met het meegeleverde exemplaar navigeer je via de d-pad, in plaats van het zwevende pijltje bij de luxe afstandsbediening. De interface draaide op de testmodellen zonder te veel irritante haperingen, al zal de interface op duurdere televisies ongetwijfeld nog wat vloeiender werken. Wat mij meteen opviel is de lage resolutie waarmee de interface op de monitors wordt gerenderd. Letters en iconen zien er een beetje kartelig uit en ik vermoed dat de verticale resolutie weleens 720 pixels zou kunnen zijn. Als je een filmpje start via bijvoorbeeld YouTube, kan dat wel op de resolutie van het paneel worden weergegeven. Prettig is ook dat de interface zonder zwarte balken wordt getoond op deze extra brede schermen.
Waar het menu met beeldinstellingen op LG-monitors zonder smartfuncties niet veel opties bevat, beschikken de 34GX90SA-W, 39GX90SA-W en 45GX90SA-B juist over veel extra functies. In de galerij zie je een overzicht van de schermen die ik tegenkwam. De webOS-monitors hebben bijvoorbeeld een Filmmaker Mode, Auto Low Latency Mode en functies voor ruisonderdrukking en beeldverbetering. Interessant is ook de aanwezigheid van een OLED Motion-functie in het aparte gamingmenu. Hiermee kun je een vorm van black frame insertion activeren; voorgaande LG-woledmonitors hadden dat niet. Bij huidige LG-oledtelevisies met webOS werkt dat op maximaal 60Hz, waarmee de functie alsnog niet erg bruikbaar is voor wat hij moet doen: bewegend beeld scherper laten lijken. Helaas kon ik op het event niet nagaan welke mogelijkheden de monitors precies hebben. De schermen werden aangestuurd op slechts 50Hz, waarbij bfi weliswaar werkt, maar nog irritanter knippert dan op 60Hz.
Update 23-1: LG liet ons weten dat de black frame insertion-optie van de demomodellen niet op de uiteindelijke productieversie van de 34GX90SA-W, 39GX90SA-W en 45GX90SA-B zal zitten. De webOS-interface wordt op een resolutie van 1920x804 pixels getoond, zo zegt de fabrikant.
LG verwacht alle drie de nieuwe ultrawides vanaf april te leveren in de Benelux. De 34GX90SA-W, 39GX90SA-W en 45GX90SA-B krijgen adviesprijzen van respectievelijk 1399, 1599 en 1799 euro. Dat is prijzig. De voorgangers van deze schermen kosten nu honderden euro's minder, terwijl 34"-QD-oledultrawides met lagere refreshrate zelfs minder dan de helft kunnen kosten van wat de 34GX90SA-W kost. De 45GX90SA-B steekt prijstechnisch ongunstig af bij het nieuwe 45"-topmodel van LG, dat honderd euro duurder zal zijn.
27"-wqhd-monitor met 480Hz: 27GX790A-B
Elders op de CES stonden MSI, Gigabyte en Samsung met hun eerste 500Hz-QD-oledmonitors, die naar verwachting pas na de zomervakantie geleverd zullen worden. Wil je deze winter al een snel 27"-scherm met 2560x1440 pixels, dan is de UltraGear 27GX790A-B een optie. Deze monitor is strikt genomen niet nieuw, want hij is al in november aangekondigd. Hij is gebaseerd op hetzelfde matte 480Hz-paneel als de ASUS ROG Swift OLED PG27AQDP. In tegenstelling tot de 3440x1440-ultrawidepanelen heeft dit scherm de nieuwe rood, groen, wit, blauw-subpixelindeling.
LG heeft deze monitor niet voorzien van webOS zoals de hierboven genoemde schermen, maar wel van dezelfde uitgebreide connectiviteit. Dat betekent de toevoeging van een USB-C-poort met 65W Power Delivery en DisplayPort 2.1 met 54Gbit/s-connectiviteit. Twee HDMI 2.1-poorten had de 240Hz-voorganger LG UltraGear 27GS95QE ook al. In de Benelux kunnen we deze monitor vanaf volgende maand in de winkels verwachten voor een prijs van 999 euro.
45"-5120x2160-monitor met Dual Mode: 45GX950A-B
De 45GX950A-B kwam hierboven al even voorbij en is dit voorjaar het 45"-oledtopmodel in de line-up van LG. Vanaf april wordt hij aangeboden voor 1899 euro. Gezien de diagonaal zou je denken dat het scherm kleiner is dan de QD-oledsuperwides van 49", maar de oppervlakte is juist iets groter. De 45GX950A-B heeft een 21:9-beeldverhouding, waardoor er veel meer ruimte in de hoogte is. Het scherm is zelfs 'hoger' dan de 57" Samsung Odyssey Neo G9, een van de grootste gamingmonitors van de afgelopen jaren.
LG had eerder een 45"-scherm in het assortiment, maar met 3440x1440 pixels was de resolutie erg laag. Het nieuwe model heeft een 5120x2160-resolutie, ook wel 5k2k, en dat levert een zichtbaar veel scherper beeld op. Met 120ppi valt de scherpte van dit paneel tussen een reguliere 27"-wqhd-monitor en een 32"-4k-exemplaar. Zelfs bij 125 procent schaling levert dat veel desktopruimte op. In de hoogte én de breedte is er dan ongeveer 20 procent meer ruimte dan op een gebruikelijke 3440x1440-ultrawide, waarbij het beeld ook nog scherper is. Vier vensters naast elkaar is geen probleem. Vorig jaar gebruikte ik al eens een dag een 5k2k-monitor voor dagelijkse werkzaamheden, en sindsdien weet ik waarmee ik mijn huidige 34"-monitor wil upgraden.
De 45GX950A-B is niet primair bedoeld voor kantoorwerk, maar voor gaming. Misschien is het daarom dat LG het scherm heeft voorzien van een 800R-kromming, net zoals de 3440x1440-schermen hierboven. Ik vond dat de kromming in de praktijk minder sterk lijkt dan het getal doet vermoeden, en het past goed bij een monitor zo groot als de 45GX950A-B. Vanaf een centimeter of tachtig heb je echt een blikveldvullend beeld voor je neus.
LG heeft ook deze monitor voorzien van een matte coating. Volgens het persbericht zou de antiglarecoating verbeterd zijn, maar in de praktijk zag ik geen verschil met de monitors op basis van de oude woledpanelen. Dat betekent dat reflecties effectief worden onderdrukt en het paneel redelijk zwart oogt bij omgevingslicht, maar ook dat er bij weergave van effen kleuren een glinsterend effect optreedt, dat iets duidelijker zichtbaar is dan bij sommige andere schermtypen. Net als het 4k-woledpaneel heeft het nieuwe 5k2k-paneel de rood-groen-wit-blauw-subpixelindeling, waarmee tekst en grafische elementen bijna hetzelfde ogen als op een gewone lcd-monitor. De beloofde helderheid is ook identiek, met pieken tot 1300cd/m² bij hdr-weergave en 275cd/m² op een volledig wit beeld.
In tegenstelling tot de andere ultrawides heeft de 45GX950A-B geen webOS, maar een normale osd. LG voorziet hem wel van een USB-C-poort met 90W Power Delivery, HDMI 2.1-poorten voor je console en een DisplayPort 2.1-poort met 54Gbit/s-bandbreedte voor je pc. Dit is niet altijd genoeg voor ongecomprimeerd beeld. De 45GX950A-B heeft een 165Hz-refreshrate; bij 8bit-kleur is ongeveer 48Gbit/s aan bandbreedte nodig, maar 10bit-kleur vereist ongeveer 60Gbit/s bandbreedte. Gelukkig maakt display stream compression dat verschil goed, op een manier die geen zichtbaar lagere beeldkwaliteit oplevert. Met een DisplayPort 1.4-videokaart kun je, met wat meer compressie, het scherm alsnog op zijn volledige resolutie en 165Hz-refreshrate aansturen.
Met Dual Mode ingeschakeld (rechts) is het beeld gekarteld
Interessant is dat de 45GX950A-B, net als de eerdere 32"-4k-woledmonitors zoals de LG UltraGear 32GS95UE, ook een hogere refreshrate kan gebruiken bij een lagere resolutie, in dit geval 2560x1080 bij 330Hz. LG noemt dit Dual Mode en het werkt ongeveer hetzelfde als bij de 32GS95UE. LG heeft enkele nieuwe presets aan het menu toegevoegd om een kleinere monitor te simuleren, zoals een 34"-ultrawide. Bij gebruik van de lagere resolutie ziet het beeld er, net als op andere monitors met Dual Mode, gekarteld uit.
Krom en (niet helemaal) recht: 45GX990A-B
Hoewel de 45GX950A-B hierboven is genoemd als het nieuwe topmodel van LG, staat de 45GX990A-B daar naamgevingstechnisch boven. Dit woledscherm heeft hetzelfde 45"-paneel met 5120x2160 pixels, maar bij dit scherm is de kromming instelbaar van vlak tot 900R, bijna net zo krom als de 45GX950A-B.
Een woledscherm met variabele kromming is op zichzelf niets nieuws. Corsair trok een paar jaar geleden veel bekijks met de Xeneon Flex 45WQHD240, die je met handgrepen aan de zijkant van het paneel zelf kon kromtrekken. LG introduceerde destijds de LG OLED TV 4k Flex 42LX3Q6LA, een 42"-televisie met een gemotoriseerd buigsysteem.
Het mechanisme in de 45GX990A-B lijkt op dat van de eerdere LG-televisie, en dat is misschien maar goed, want het handmatig buigen voelde bij de Xeneon Flex doodeng. Bij de 45GX990A-B kun je vanuit de osd drie voorkeuze-instellingen definiëren, in twintig stapjes van vlak tot maximaal krom, om daar met één druk op de knop naar te schakelen. Helemaal van de ene naar de andere positie buigen duurt ongeveer acht seconden.

Aan de achterkant, die schijnbaar van plastic is, zit een constructie van schuivende platen die meebewegen met het paneel. Het is niet mogelijk om alleen één kant te laten buigen en de andere niet, wat wel kon bij de Xeneon Flex. In de praktijk valt het ook op dat de 45GX990A-B in 'vlakke' stand nog steeds niet helemaal plat is. De Xeneon Flex vertoonde ook altijd een lichte buiging. LG kon ons niet vertellen of het mechanisme in zijn monitor is getest om een bepaald aantal buigingen mee te gaan, waar fabrikanten van vouwbare smartphones zo'n belofte wel vaak doen.
Behalve de variabele kromming zijn de verdere eigenschappen van de 45GX990A-B gelijk aan het 'reguliere' model. Dit scherm biedt ook de 165Hz/330Hz-Dual Mode-optie en een 1300cd/m²-piekhelderheid, de gebruikelijke osd en de HDMI 2.1-, DisplayPort 2.1- en USB-C-poorten. Alleen de hoeveelheid stroomleverantie via USB-C is nog onbekend en kan afwijken. Prettig is dat je ondanks de buigbare eigenschappen niet hoeft in te leveren op een hoogteverstelbare voet, wat wel het geval is bij de Xeneon Flex.
De 45GX990A-B komt voorlopig niet uit: volgens een medewerker op de stand moet hij pas eind 2025 in de winkels liggen en prijsinformatie kon de medewerker dan ook nog niet geven, behalve dat de 45GX990A-B nog duurder zou gaan worden dan de 45GX950A-B.