Uiterlijk en aansluitingen
- Surface Pro 9 Intel
- Surface Pro 9 SQ3
Samengevat
De Surface Pro 9 met Intel-processor is relatief snel omdat de processor fors kan boosten. Daarmee is hij ook een stuk vlotter dan de vorige generatie. De tablet heeft een mooi afgewerkte behuizing, en een mooi scherm met een hoge resolutie en een refreshrate van 120Hz. Het nadeel van eerdere Microsoft-tablets is ook hier weer aanwezig. De accessoires, zoals het toetsenbordje dat je er eigenlijk wel bij wil hebben, zijn duur, net als de hardware-upgrades. Een positief punt is dat de ssd verwisselbaar is. Met een gewicht van bijna 900 gram is de Pro 9 aan de zware kant, voor een tablet.
Samengevat
De Surface Pro 9 met SQ3-processor heeft als voordeel dat hij is voorzien van een 5G-modem en passieve koeling. De zuinige chip zorgt voor een relatief lange accuduur en dankzij de passieve koeling functioneert de tablet geruisloos. Helaas maakt de SQ3-processor deze tablet traag ten opzichte van de goedkopere Surface met een Core i5. Doordat er nog weinig Arm-software voor Windows beschikbaar is, zal de soc moeten emuleren, waardoor hij nog langzamer wordt. Zoals we van de Surface-producten gewend zijn, is de behuizing mooi afgewerkt en heeft Microsoft een prima scherm ingebouwd. De prijs is hoog in vergelijking met die van de Core i5-uitvoering, en door de gebrekkige compatibiliteit is deze tablet voor veel mensen niet de juiste keuze.
Eind 2022 kondigde Microsoft de Surface Pro 9 aan. Zoals je uit de naam kunt opmaken, is dit de negende generatie van deze tablet. Opvallend is dat niet aan de naam is af te lezen welke hardware in het apparaat zit. De vorige generatie bestond uit de Surface Pro 8 en Surface Pro X, waarbij de 8 was voorzien van een Intel-processor, terwijl de X een Arm-processor had. Dat onderscheid in de productnaam vond Microsoft bij de negende generatie blijkbaar niet meer nodig. Betekent dat ook dat het niet zo veel meer uitmaakt welke versie je koopt? We zetten in deze review de Pro 9 met een Intel Core i5-1235U tegenover de versie met een Microsoft SQ3-processor.
Subtiele verschillen aan de buitenkant
Het grootste verschil met de Pro 8 dat je aan de buitenkant kunt zien, betreft de kleur van de behuizing. Microsoft kan de Surface Pro 9 met een groene of blauwe behuizing leveren. Wij ontvingen als testexemplaren helaas alleen grijze uitvoeringen, maar als je een groene of blauwe in handen hebt, is de kleur de duidelijkste aanwijzing dat het om een Surface Pro 9 gaat.
:strip_exif()/i/2005629586.jpeg?f=imagearticlefull)
Het design van de Surface-tablet lijkt de laatste jaren een beetje te zijn uitgekristalliseerd. De behuizing wordt al jarenlang gemaakt van een magnesiumlegering en heeft een kenmerkende kickstand die over de hele breedte loopt. Die kickstand is traploos te verstellen, tot een hoek van ongeveer 160 graden. De behuizing biedt nog steeds onderdak aan een 13"-scherm. Het gewicht van bijna 900 gram is best fors als je de tablet langere tijd in de hand moet houden. De kickstand zit er dus niet voor niets op.
Achter die kickstand trof je bij de Surface Pro 7 en eerdere versies nog een microSD-lezer aan. Daarmee kon je de opslagcapaciteit eenvoudig uitbreiden. De kaartlezer is bij de Surface Pro 8 verdwenen, maar er is een eenvoudig verwisselbare ssd voor in de plaats gekomen. Bij de Surface Pro 9 met Intel-processor zit de ssd onder een luikje dat magnetisch vastklikt. Bij de versie met een SQ3-processor zit hij onder een klepje dat je met een simprikker opent. Je vindt er ook een sleufje voor een nanosimkaart voor het 5G-modem. De versie met een Intel-processor is niet met een 5G-modem verkrijgbaar.
Het nanosimslot is een van de zichtbare uiterlijke verschillen tussen de twee Pro 9-modellen. Het 5G-modem heeft bovendien met zich meegebracht dat er antennes in de behuizing moesten worden weggewerkt; daarom zie je 'antennelijnen' over de behuizing lopen. De Pro 9 met een Intel-chip heeft die niet.
Tot slot heeft de Surface Pro 9 met een Intel-processor een ventilator aan boord, terwijl de SQ3-versie passieve koeling heeft. De ventilator zie je niet, maar in de behuizing van de Intel-uitvoering zitten wel openingen waar de luchtstroom doorheen loopt.
Een onzichtbaar verschil tussen de twee tablets betreft de aansluitingen. De Intel-uitvoering is van een EVO-label voorzien. Dat wil zeggen dat de tablet aan een reeks eisen van Intel voldoet, waaronder de aanwezigheid van Thunderbolt 4-aansluitingen. Daarvan zitten er twee aan de linkerkant van de tablet. De SQ3-versie is niet voorzien van een Thunderbolt-controller. Hij heeft twee USB 3.2-aansluitingen op een snelheid van 10Gbit/s, met ondersteuning voor het opladen van de tablet en DisplayPort. Als je een 'gewoon' dock met een USB-C-aansluiting hebt, dan zal dat dus op beide tablets werken. Specifieke Thunderbolt-randapparatuur werkt alleen op de versie met een Intel-chip.
Camera en Type Cover
Microsoft heeft de Surface Pro 9 van twee camera's voorzien, aan de voor- en achterkant. Die aan de voorkant is het belangrijkste en kan video's in 1080p30-formaat opnemen en natuurlijk foto's maken. Bij de SQ3-versie hebben die een resolutie van 2592x1458 pixels. De Intel-uitvoering maakt video's met dezelfde 1080p30-resolutie, maar haalt bij foto's maximaal 2560x1920 pixels.
Het verschil tussen de twee camera's zit hem niet in een aantal pixels hier en daar, maar in de beeldverwerking. De SQ3-processor heeft een neural engine aan boord die automatisch de achtergrond van video's kan vervagen en het frame kan aanpassen. Er is ook een functie genaamd 'oogcontact', die ervoor kan zorgen dat het altijd lijkt alsof je in de camera kijkt - tenzij je je blik echt afwendt. Op de onderstaande foto's zijn de vervagings- en oogcontactfuncties goed te zien.
Surface Pro 9 Intel (links), Surface Pro SQ3 zonder oogcontact (midden) en Surface Pro SQ3 met oogcontact
De Intel-uitvoering ondersteunt die functies niet, maar de camera levert wel een aanmerkelijk hogere beeldkwaliteit en meer detail. Dat is ook terug te zien in de bitrate van de video. Bij een minuutje video ligt die op bijna 18Mbit/s bij de Intel-versie, terwijl de SQ3-uitvoering op slechts 6,4Mbit/s uitkomt. Hoe erg is dat? In de praktijk zul je de camera bijna altijd gebruiken om mee te videobellen, en dan zal er nog eens extra compressie door Teams, Zoom, of Meet overheen gaan. Bovendien ligt de resolutie met 1920x1080 hoger dan bij de camera van de meeste laptops; de resolutie daarvan komt doorgaans niet verder dan 1280x720. Het is dus de vraag of het verschil in de praktijk altijd net zo duidelijk is als in het voorbeeld hierboven.
De Surface Pro 9 is een tablet, maar er zullen weinig mensen zijn die hem louter met behulp van het touchscreen bedienen. De Type Cover, het toetsenbordje dat je magnetisch tegen de tablet plakt, is dan ook een bijna verplichte accessoire. Je moet hem er helaas los bijkopen, en het is een prijzige toevoeging. De goedkoopste Type Cover - de zwarte variant - kost 150 euro. Wil je er een in een andere kleur, met een vakje erin om de Surface Pen op te laden, dan betaal je daar 180 euro voor. De Surface Slim Pen 2 kost ook nog eens 130 euro. Wil je ze beide aanschaffen, dan kun je de Type Cover en de pen samen bestellen voor 280 euro.
Intel of SQ3?
Als je een Surface Pro 9 overweegt, kun je dus kiezen tussen de uitvoering met een Intel-processor en die met Microsofts 'zelf ontwikkelde' SQ3-processor. We gebruiken aanhalingstekens, want die processor is niet helemaal zelf ontwikkeld. Sterker nog, het is een Qualcomm Snapdragon 8cx Gen3, maar dan met een ander labeltje erop. Microsoft geeft niet duidelijk aan wat er precies gewijzigd is aan de 8cx, behalve dat een neural processing unit is toegevoegd om videobeeld te kunnen vervagen, zoals beschreven op de vorige pagina. Het gaat in ieder geval om een soc met acht cores en een maximale kloksnelheid van 3GHz. Hoe snel deze chip is, lees je op de volgende pagina. Eerst is het van belang om stil te staan bij de verschillen in processorarchitectuur en de problemen die dat met zich mee kan brengen.
Windows en Arm: het goede nieuws
De SQ3-processor is gebouwd op de Arm-architectuur en steekt heel anders in elkaar dan de gebruikelijke x86-processors van Intel en AMD. Microsoft ontwikkelt Windows sinds 2012 ook voor Arm-hardware. Destijds heette die aparte versie Windows RT, maar inmiddels is het gewoon Windows 11. Het nadeel van Windows RT was dat er heel weinig applicaties op draaiden. De meeste software die op Windows draaide, was voor x86-hardware geschreven. Bij de Arm-versie van Windows 10 introduceerde Microsoft een emulatielaag die 32bits x86-software kon draaien. Dat bood veel meer compatibiliteit, maar het werkte niet vlekkeloos, concludeerden we in de review van de Surface Pro X. Bovendien had je er niks aan bij 64bits x86-applicaties. Windows 11 bracht vervolgens 64bits x86-emulatie naar de Arm-hardware, waardoor in principe alle mogelijke applicaties zouden moeten draaien.
Voor een groot deel werken 64bit-applicaties nu inderdaad zonder problemen. We konden Blender bijvoorbeeld draaien, en ook games werken zonder veel problemen. Civilization IV draait zowel met behulp van DirectX 11 als 12 zonder haperingen op een resolutie van 1920x1280. Bij andere software liepen we echter wel tegen problemen aan. Het videobewerkingsprogramma Resolve wilde bijvoorbeeld helemaal niet draaien, omdat het programma geen OpenCL-ondersteuning voor de geëmuleerde gpu heeft.
Het slechte nieuws
Het slechte nieuws is dat software die native draait, dus specifiek is geschreven voor de Arm-hardware, veel beter draait. De 64bits x86-versie van Firefox is ongeveer 37 procent langzamer in Javascript- en webassembly-toepassingen dan de native 64bits Arm-versie. In Geekbench, een uitgebreidere benchmark die verderop in dit artikel nog wordt aangehaald, is het verschil ongeveer even groot. Je levert dus minstens een derde van je rekenkracht in als je x86-software wilt draaien. Het nog iets slechtere nieuws is dat je in veel gevallen bent overgeleverd aan emulatie. Op de markt is maar een handjevol laptops en tablets met een Arm-processor in omloop, zodat het voor ontwikkelaars niet rendabel is om een Arm-versie van hun software uit te brengen.
We doen een greep uit de software die wel native draait. Uiteraard hoort Microsoft Office daarbij, en sinds kort ook Visual Studio. De desktopclients van Teams en Zoom draaien native, en browser Firefox heeft ook een speciale Arm-versie. Bij Google Chrome is dat niet het geval en zul je de gewone x86-versie moeten draaien, die dus een derde van je cpu-kracht opslokt voor de emulatie. Als je Creative Cloud van Adobe installeert, kun je Photoshop en Lightroom native draaien, maar alle andere applicaties werken niet. Je kunt hier de x86-versie ook niet van installeren, want de Creative Cloud-applicatie weigert je toegang te geven.
Je vraagt je wellicht af hoe Apple hiermee omgaat. Die fabrikant plaatste eind 2020 Arm-processors in een aantal Macs en heeft sindsdien bijna alle Intel-processors in zijn assortiment vervangen door eigen chips. Het grote verschil is dat Apple een rigoreuze stap zette en zich vol richtte op zijn eigen Arm-processors, onder de naam 'Apple Silicon'. Voor ontwikkelaars die software voor Macs schrijven, was meteen duidelijk dat ze hun software voor Arm moesten gaan compileren en optimaliseren.
Het resultaat is een kip-ei-verhaal. Door een gebrek aan goed draaiende software onder Windows zijn Arm-laptops en -tablets niet interessant voor de eindgebruiker. Daardoor worden er weinig van dergelijke apparaten verkocht en blijft het aantal gebruikers klein, en dat zorgt er weer voor dat ontwikkelaars er geen interesse in hebben om hun software geschikt te maken voor Arm-hardware.
Specificaties en benchmarks
Zoals op de vorige pagina uitgebreid werd besproken, is de Surface Pro 9 verkrijgbaar in verschillende uitvoeringen. Het grootste onderscheid is de toepassing van een Intel- of Arm-processor. Opvallend genoeg is de uitvoering met een SQ3-processor een stuk duurder dan de goedkoopste versie met een Intel-cpu. De instapconfiguratie met een Core i5-1235U, 8GB geheugen en een ssd van 256GB kost 1300 euro, terwijl die versie met 16GB geheugen meteen 1640 euro kost.
De goedkoopste uitvoering met een SQ3-processor kost maar liefst 1550 euro. Voor dat geld krijg je nog altijd 8GB geheugen en een ssd met slechts 128GB opslagruimte. Voor 2023-maatstaven vinden we dat erg krap, en eerder iets voor laptops die een euro of driehonderd kosten. Wil je 256GB opslagruimte, dan betaal je meteen 1660 euro. Er is ook een uitvoering met 16GB geheugen en 256GB opslagruimte, voor 1880 euro;. Met 512GB opslagruimte kost deze versie 2210 euro.
De snelste uitvoering heeft een Core i7-1255U-processor en 16GB werkgeheugen. Met een 256GB grote ssd kost dat model 1860 euro, met 512GB opslagruimte zit je op 2190 euro en met 1TB kom je op 2530 euro. Het topmodel heeft zelfs 32GB geheugen en 1TB opslagruimte, voor 2980 euro.
Dat zijn flinke prijzen. Gelukkig is het mogelijk om bij alle modellen de ssd een upgrade te geven. Als je een beetje handig bent, zouden we daarom een Surface Pro 9 selecteren op basis van de hoeveelheid werkgeheugen en dan de uitvoering met de kleinste opslagcapaciteit kopen. Wil je vervolgens een grotere ssd, dan kun je hem zelf upgraden.
|
Microsoft Surface Pro 9 Intel |
Microsoft Surface Pro 9 SQ3 |
Processor |
Intel Core i5-1235U |
Microsoft SQ3 |
Cores/threads |
10 (2P + 8E) / 12 |
8/8 (4 x Cortex X1, 4 x Cortex A78) |
Max. klokfrequentie |
4,4GHz (P-cores) 3,3GHz (E-cores) |
3GHz |
Gpu |
Intel Iris Xe 80eu |
Adreno SQ3 |
Werkgeheugen |
8GB lpddr5-5200 |
8GB lpddr4x-4266 |
Ssd |
Samsung MZ9L4256HCJQ |
SK Hynix HFM256GD3GX013N |
Gewicht |
866g (tablet), 279g (Type Cover) |
885g (tablet), 279g (Type Cover) |
Wifi |
Intel Wi-Fi 6E AX211 160MHz |
Qualcomm WCN685x Wi-Fi 6E |
5G |
Nee |
Qualcomm X55 5g |
Scherm |
2880x1920 pixels, ips, 120Hz, touch |
Paneel |
LG LP129WT2 |
Accu |
47,7Wh |
Besturingssysteem |
Windows 11 |
Onder de motorkap zit het grootste verschil tussen de twee uitvoeringen, namelijk de soc. De SQ3 heeft acht Arm-cores, waarvan vier snelle en vier langzame, terwijl de i5-uitvoering tien cores heeft, waarvan twee snelle en acht langzame. De chips zijn door hun verschillen in architectuur onderling niet echt te vergelijken. We kunnen echter wel hun prestaties vergelijken, met behulp van benchmarks.
Benchmarks
Om te beginnen draaien we Cinebench. Dat is een benchmark die we heel vaak draaien en bij laptops vaak een goede indicatie geeft van het prestatieniveau van het systeem. Op de Surface Pro 9 met een SQ3-processor draait Cinebench niet native; het is x86-software en de SQ3 moet die architectuur emuleren om de benchmark uit te kunnen voeren. Cinebench 23 kan overigens wel native draaien op Arm-hardware, maar alleen onder macOS. Daar heb je met een Surface Pro 9 dus weinig aan.
- Cinebench 23 - Multi
- Cinebench 23 - Single
Het resultaat dat de Surface Pro 9 met een SQ3 neerzet in Cinebench is enigszins teleurstellend. Natuurlijk draait de benchmark niet native, maar afgerond naar boven is de versie met een Core i5 bijna drie keer zo snel als die met een SQ3 en dat ligt niet alleen aan het emuleren; de prestaties vallen gewoon tegen. De Core i5-1235U presteert overigens buitengewoon goed in deze benchmark. De processor is zo geconfigureerd dat het verbruik richting de 50W gaat, waardoor de kloksnelheden hoog blijven. Dat kan de tablet niet continu volhouden, maar tijdens dagelijks gebruik zal hij niet continu worden belast. De belasting zal eerder in de vorm van pieken komen, waardoor je profijt van die boost hebt.
- Geekbench 5 - Single
- Geekbench 5 - Single Crypto
- Geekbench 5 - Single Integer
- Geekbench 5 - Single Floating Point
- Geekbench 5 - Multi
- Geekbench 5 - Multi Crypto
- Geekbench 5 - Multi Integer
- Geekbench 5 - Multi Floating Point
Geekbench draait op de SQ3 wel native, zodat de snelheid van de chips hiermee goed onderling vergelijkbaar is. In alle gevallen is de Intel i5 ruimschoots sneller dan de SQ3. We hebben Geekbench ook in x86-modus gedraaid op de SQ3, om een idee te krijgen hoeveel langzamer de chip is wanneer software niet native draait. Dat scheel dertig tot veertig procent in snelheid.
- 3DMark Night Raid
- 3DMark Night Raid - Graphics
- 3DMark Night Raid - CPU
3DMark, tot slot, draait ook native op de Arm-architectuu. Daarbij valt op dat de gpu van de SQ3 behoorlijk goed presteert in vergelijking met de Intel-gpu. De cpu-prestaties in 3DMark zijn wel weer teleurstellend.
Bij de throttlingtest draaien we Blender, waarbij we dezelfde afbeelding herhaaldelijk renderen. Wordt de processor te warm, dan daalt de kloksnelheid en duurt het renderen van een afbeelding langer. Bij de Surface Pro 9 met een i5-processor is dat inderdaad het geval. De rendertijd begint met 27 seconden en na 25 renders is dat opgelopen naar 39 seconden. De versie met een SQ3-processor heeft nauwelijks last van throttling, maar doet er zo lang over om een afbeelding te renderen in Blender - 200 seconden - dat het de hele grafiek uit zijn verband trekt. Daarom hebben we besloten hem eruit te verwijderen.
Beeldkwaliteit
Microsoft heeft sinds de Pro 8 geen aanpassingen bij het scherm van de Surface Pro 9 doorgevoerd. Het is hetzelfde 13"-scherm, met een resolutie van 2880x1920 pixels, een 3:2-beeldverhouding en een refreshrate van 120Hz. Het scherm levert mooi scherp beeld en werkt erg prettig. Het biedt ondersteuning voor 'adaptieve kleur', dat de kleurtemperatuur aanpast aan het omgevingslicht. Apple voorziet onder de naam 'True Tone' zijn laptops al geruime tijd van die functionaliteit, maar op Windows-apparaten komen we hem niet vaak tegen. Het scherm is uiteraard nog steeds voorzien van een digitizer om de Surface Pen-stylus te ondersteunen.
Met hulp van een colorimeter en CalMAN-software kijken we of de schermen van de twee Surface Pro 9-varianten inderdaad onveranderd zijn gebleven. Volgens Microsoft hebben de tablets een schermhelderheid van 450cd/m² en een contrast van 1200:1.
De maximale helderheid van het scherm van de Pro 9 met een Intel-processor is inderdaad keurig 450cd/m². Bij de versie met een SQ3-processor meten we een iets lagere waarde, maar het verschil is zo klein dat je het in de praktijk niet zult zien. Een helderheid van 450cd/m² is hoog genoeg om binnenshuis prettig te kunnen werken. Op een bewolkte dag is het scherm buiten ook nog af te lezen. Het contrast is volgens Microsoft 1200:1 en daar komen wij in onze meting ook op uit.
Surface Pro 9 SQ3 Vivid-profiel (links) en sRGB
Hoe goed zijn de schermen gekalibreerd? Ze hebben een Vivid- en een sRGB-modus. In de Vivid-modus lijken de kleuren een fractie meer contrast te hebben dan in de sRGB-modus, maar het verschil is erg klein. De schermen ondersteunen alleen de sRGB-kleurruimte. Uit de metingen blijkt dat er weinig verschil zit tussen de Vivid- en sRGB-profielen, maar dat sRGB - zoals je kunt verwachten - net wat beter de sRGB-standaard volgt. Desondanks vinden we bij de SQ3-versie de kalibratie toch tegenvallen, voor een tablet van 1500 euro. Het scherm zou een ΔE-afwijking van minder dan 3 moeten hebben, maar zit daar net boven.
Surface Pro 9 Intel Vivid-profiel (links) en sRGB
Bij de Intel-versie is het scherm opvallend genoeg net wat beter gekalibreerd. De grijsafwijking in sRGB-modus komt op 1,9 uit. Dat is een waarde die je mag verwachten bij een high-end tablet.
Accuduur en geluidsproductie
Van de benchmarkresultaten van de SQ3-uitvoering op de vorige pagina's raken we niet echt onder de indruk, maar wat accuduur en geluidsproductie betreft scoort deze variant van de Pro 9 prima. Om te beginnen draaien we twee accutests. In de eerste browsen we door een vaste set websites, terwijl de tweede een zwaardere belasting genereert, met behulp van PCMark 10.
- Accutest browsen 2013 (180cd/m²)
- PCMark 10 - Accu - Tijd
- PCMark 10 - Accu - Digital
- PCMark 10 Accu Essentials
- PCMark 10 Accu Productivity
Bij webbrowsen is de accuduur van de Surface Pro 9 met een SQ3-processor drieënhalf uur langer dan die van de Intel-versie. Onder belasting weet de SQ3-versie helemaal te schitteren en komen we uit op maar liefst negen uur. Dat is met afstand de beste accuduur die we tot nu toe bij een laptop of tablet in PCMark hebben gemeten. De accuduur is niet alleen langer, er zit ook een kleiner verschil tussen de twee accutests. Bij de Intel-uitvoering halveert de accuduur bij PCMark, terwijl de SQ3-versie 30 procent accuduur inlevert. De accuduur van de SQ3-versie is dus sowieso langer dan die van de Intel-versie, en als je de belasting opvoert, loopt dat verschil relatief op in het voordeel van de SQ3. Een minpunt van de SQ3-Surface is dat hij traag is. Dat bleek al uit eerdere benchmarks, maar ook in de PCMark-accutests zie je de SQ3-versie onderaan de lijstjes bungelen.
Geluidsproductie
Bij iedere laptop kijken we naar de geluidsproductie van de koeling in meerdere scenario's. In dit geval testen we dit dus ook bij een tablet. Het gebrek aan geluidsdruk is een sterk punt van de SQ3-Surface; de processor is zo zuinig dat passieve koeling, dus zonder ventilator, voldoende is.
- WebXPRT 3 - LAeq
- PCMark 10 Express - LAeq
- Blender - LAeq
De Surface Pro 9 met Intel-processor kan wel 50W verbruiken. De warmte die dit oplevert, is niet passief weg te koelen, in ieder geval niet voor langere tijd. Om te weten hoeveel geluid de ventilator produceert, meten we dit in drie situaties. Daarvoor maken we gebruik van een Larson Davis 831C-geluidsmeter met een 378A04-microfoon die is voorzien van een preamplifier. De microfoon heeft een noisefloor van 5,5dB(A). Door onvermijdelijk omgevingsgeluid is de noisefloor van onze geluidsarme ruimte ongeveer 12dB(A). Om een veilige marge te nemen, kunnen we er vanaf 14dB(A) consistente metingen mee uitvoeren. We meten de geluidsdruk op 50 centimeter afstand, in een hoek van 45 graden. Dat doen we in drie scenario's. WebXPRT simuleert webbrowsen, PCMark 10 is representatief voor wat zwaarder desktopgebruik, en Blender is een zware multithreaded-workload voor de cpu. We meten de geluidsdruk over de periode die iedere test duurt en drukken het resultaat uit in een gemiddelde, LAeq, in dB.
Op basis van de cijfers in de drie tests heeft Microsoft sinds de Intel-versie van de Pro 8 niets aan de koeling veranderd. Met de koeling in die generatie tablets was ook niet veel mis. Tijdens webbrowsen wordt het systeem passief gekoeld en staat de ventilator uit, en tijdens het draaien van PCMark staat de ventilator het grootste deel van de tijd uit. Belast je de hardware zwaarder, wat we met behulp van Blender doen, dan zul je de ventilator wel gaan horen.
Conclusie
Aan het begin van deze review stelden we de vraag welke variant van de Surface Pro 9 de voorkeur heeft: die met een Intel- of met een Arm-chip. Het mag duidelijk zijn dat we de versie met een SQ3-processor niet echt aanbevelen. De adviesprijs ervan bedraagt 1550 euro, dat is 250 euro meer dan wat voor de versie met een i5-processor wordt gevraagd. Wat krijg je daarvoor? Een passief gekoelde processor, een 5G-modem, een prima accuduur en een ingebouwde neural processing unit. De vraag is wat die unit je oplevert. Voor zover wij hebben kunnen zien, wordt hij op dit moment alleen ingezet voor video- en audio-effecten. Bij dat alles komt dat je het met 128GB opslagruimte moet doen, terwijl de i5-versie wordt aangeboden met minimaal 256GB.
Op zich zouden bovengenoemde zaken een meerprijs van 250 euro best waard kunnen zijn, mits de SQ3-processor gelijkwaardig zou presteren aan de Core i5. Dat is helaas precies het punt waarbij de SQ3 door de mand valt. Er wordt nog altijd weinig software aangeboden die speciaal voor de Arm-architectuur is gemaakt. Microsoft heeft met Windows 11 de emulatie uitgebreid naar 64bits x86-instructies en dat zorgt voor een enorm verschil ten opzichte van de situatie ten tijde van de eerste Surface Pro X, in 2020. Emuleren kost echter processorkracht; je levert dertig tot veertig procent van je prestaties in.
Daar komt bij dat de SQ3-processor toch al niet zo vlot is, want zelfs als je native software draait, is de Core i5-versie anderhalf keer zo snel. De accuduur van de i5-variant is wel wat korter en omdat de processor tot 50W kan boosten zul je bij zwaar gebruik de ventilator horen. Dat zijn echter geen nadelen die opwegen tegen de onzekerheid over de vraag of de software die je wilt gebruiken goed - en dan ook nog snel - kan draaien.
De Intel-versie is dus de meest interessante optie. De Intel-processor van de twaalfde generatie is flink sneller dan zijn voorganger van de elfde generatie. Afgezien hiervan is er weinig aan de Surface Pro gewijzigd. Het blijft een mooi afgewerkte tablet met een stevige behuizing en een mooi scherm met een hoge resolutie. De accuduur is een fractie langer en de prijs is gelijk gebleven ten opzichte van wat je voor de vorige generatie betaalde. Het blijft daarmee wel een prijzige tablet. Het instapmodel kost zoals gezegd 1300 euro, maar eigenlijk wil je er ook een Type Cover bij zodat je de tablet als 'laptop' kunt gebruiken. Die accessoire kost je 150 euro. Daarnaast zijn upgrades voor de tablet duur; wil je 16 in plaats van 8GB werkgeheugen, dan mag je 340 euro bijlappen. Daarmee blijft de Surface Pro een mooie, maar wel prijzige tablet.
- Surface Pro 9 Intel
- Surface Pro 9 SQ3
- Instapmodel Intel
- Instapmodel SQ3