Als je een Surface Pro 9 overweegt, kun je dus kiezen tussen de uitvoering met een Intel-processor en die met Microsofts 'zelf ontwikkelde' SQ3-processor. We gebruiken aanhalingstekens, want die processor is niet helemaal zelf ontwikkeld. Sterker nog, het is een Qualcomm Snapdragon 8cx Gen3, maar dan met een ander labeltje erop. Microsoft geeft niet duidelijk aan wat er precies gewijzigd is aan de 8cx, behalve dat een neural processing unit is toegevoegd om videobeeld te kunnen vervagen, zoals beschreven op de vorige pagina. Het gaat in ieder geval om een soc met acht cores en een maximale kloksnelheid van 3GHz. Hoe snel deze chip is, lees je op de volgende pagina. Eerst is het van belang om stil te staan bij de verschillen in processorarchitectuur en de problemen die dat met zich mee kan brengen.
Windows en Arm: het goede nieuws
De SQ3-processor is gebouwd op de Arm-architectuur en steekt heel anders in elkaar dan de gebruikelijke x86-processors van Intel en AMD. Microsoft ontwikkelt Windows sinds 2012 ook voor Arm-hardware. Destijds heette die aparte versie Windows RT, maar inmiddels is het gewoon Windows 11. Het nadeel van Windows RT was dat er heel weinig applicaties op draaiden. De meeste software die op Windows draaide, was voor x86-hardware geschreven. Bij de Arm-versie van Windows 10 introduceerde Microsoft een emulatielaag die 32bits x86-software kon draaien. Dat bood veel meer compatibiliteit, maar het werkte niet vlekkeloos, concludeerden we in de review van de Surface Pro X. Bovendien had je er niks aan bij 64bits x86-applicaties. Windows 11 bracht vervolgens 64bits x86-emulatie naar de Arm-hardware, waardoor in principe alle mogelijke applicaties zouden moeten draaien.
Voor een groot deel werken 64bit-applicaties nu inderdaad zonder problemen. We konden Blender bijvoorbeeld draaien, en ook games werken zonder veel problemen. Civilization IV draait zowel met behulp van DirectX 11 als 12 zonder haperingen op een resolutie van 1920x1280. Bij andere software liepen we echter wel tegen problemen aan. Het videobewerkingsprogramma Resolve wilde bijvoorbeeld helemaal niet draaien, omdat het programma geen OpenCL-ondersteuning voor de geëmuleerde gpu heeft.
Het slechte nieuws
Het slechte nieuws is dat software die native draait, dus specifiek is geschreven voor de Arm-hardware, veel beter draait. De 64bits x86-versie van Firefox is ongeveer 37 procent langzamer in Javascript- en webassembly-toepassingen dan de native 64bits Arm-versie. In Geekbench, een uitgebreidere benchmark die verderop in dit artikel nog wordt aangehaald, is het verschil ongeveer even groot. Je levert dus minstens een derde van je rekenkracht in als je x86-software wilt draaien. Het nog iets slechtere nieuws is dat je in veel gevallen bent overgeleverd aan emulatie. Op de markt is maar een handjevol laptops en tablets met een Arm-processor in omloop, zodat het voor ontwikkelaars niet rendabel is om een Arm-versie van hun software uit te brengen.
We doen een greep uit de software die wel native draait. Uiteraard hoort Microsoft Office daarbij, en sinds kort ook Visual Studio. De desktopclients van Teams en Zoom draaien native, en browser Firefox heeft ook een speciale Arm-versie. Bij Google Chrome is dat niet het geval en zul je de gewone x86-versie moeten draaien, die dus een derde van je cpu-kracht opslokt voor de emulatie. Als je Creative Cloud van Adobe installeert, kun je Photoshop en Lightroom native draaien, maar alle andere applicaties werken niet. Je kunt hier de x86-versie ook niet van installeren, want de Creative Cloud-applicatie weigert je toegang te geven.
Je vraagt je wellicht af hoe Apple hiermee omgaat. Die fabrikant plaatste eind 2020 Arm-processors in een aantal Macs en heeft sindsdien bijna alle Intel-processors in zijn assortiment vervangen door eigen chips. Het grote verschil is dat Apple een rigoreuze stap zette en zich vol richtte op zijn eigen Arm-processors, onder de naam 'Apple Silicon'. Voor ontwikkelaars die software voor Macs schrijven, was meteen duidelijk dat ze hun software voor Arm moesten gaan compileren en optimaliseren.
Het resultaat is een kip-ei-verhaal. Door een gebrek aan goed draaiende software onder Windows zijn Arm-laptops en -tablets niet interessant voor de eindgebruiker. Daardoor worden er weinig van dergelijke apparaten verkocht en blijft het aantal gebruikers klein, en dat zorgt er weer voor dat ontwikkelaars er geen interesse in hebben om hun software geschikt te maken voor Arm-hardware.