Inlichtingendienst AIVD heeft tussen september 2012 en augustus van vorig jaar vaker afgetapt dan een jaar eerder. Het gaat om een stijging van 11 procent. De precieze cijfers worden niet bekendgemaakt. In meerdere gevallen gebeurde het aftappen in strijd met de wet.
Het aantal van 11 procent wordt genoemd in een rapport van de commissie die toeziet op de AIVD. Het precieze aantal taps dat de AIVD plaatste, blijft geheim: het kabinet wil die cijfers niet openbaar maken, ondanks dat de commissie dat zelf wel wil. Volgens Plasterk bieden de concrete cijfers te veel inzicht in de werkwijze van de AIVD. De Tweede Kamer wordt wel vertrouwelijk geïnformeerd over de aantallen taps.
Het gaat zowel om taps op telefoons als op dataverbindingen, maar alleen om die van de AIVD, niet die van politie of de militaire inlichtingendienst MIVD.
Over het algemeen houdt de AIVD zich bij het afluisteren netjes aan de wet, schrijft de commissie, maar er zijn wel uitzonderingen. Zo werden ten onrechte gesprekken met personen met een zogenoemd verschoningsrecht, zoals advocaten en artsen, afgeluisterd. Ook werd minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken, die verantwoordelijk is voor de AIVD en afluisterverzoeken moet goedkeuren, in een zaak niet volledig geïnformeerd.
De AIVD luistert bovendien soms een telefoon af die op naam van een persoon staat, terwijl de dienst weet dat die telefoon feitelijk door iemand anders wordt gebruikt. De commissie schrijft dat de AIVD de mogelijkheid om een hele organisatie in te houden, en dus niet voor alle individuele leden van de organisatie een aftapbevel aan te vragen, in één keer ten onrechte heeft gebruikt. De groep mensen had niet mogen worden aangemerkt als een organisatie, schrijft de commissie.
Uit het rapport blijkt verder dat de AIVD communicatie via duizenden e-mailadressen en telefoonnummers onderschept en analyseert die via onder meer via satellietcommunicatie wordt verstuurd. Ook daarbij ging de inlichtingendienst af en toe in de fout. Zo struint de AIVD in de verzamelde communicatie naar relevante data, zonder dat de minister daar toestemming voor heeft gegeven.
Het ongericht onderscheppen van bulkcommunicatie, zoals dat door de inlichtingendiensten wordt genoemd, is op dit moment alleen toegestaan voor draadloze communicatie. In de praktijk gaat het daarbij vooral om satellietcommunicatie; de backbone van mobiele netwerken verloopt immers via kabels. Vorig jaar adviseerde een commissie het kabinet om de inlichtingendiensten ook op kabelnetwerken grote hoeveelheden data ongericht te laten tappen. Het kabinet moet daar nog een oordeel over vellen.