De onthullingen op basis van documenten van klokkenluider Edward Snowden leiden juist tot meer spionage. Dat betoogt de Nederlandse hoogleraar Bob de Graaff van de Universiteit Utrecht. Andere landen kunnen massaspionage nu verdedigen door naar de NSA te wijzen.
Omdat andere landen kunnen zeggen dat 'de NSA het ook doet', kunnen ze nieuwe maatregelen voor massaspionage rechtvaardigen, zegt De Graaff, hoogleraar Intelligence en security studies aan de Universiteit Utrecht in het blad Atlantisch Perspectief, merkte Netkwesties op. "Terwijl de NSA op dit moment onder een vergrootglas ligt, maken diensten van andere landen dankbaar gebruik van het You do it too-argument dat Snowden hun verstrekte." Bovendien, zo zegt de hoogleraar, werken Europese geheime diensten graag samen met de NSA: ook de Nederlandse AIVD en MIVD doen dat.
Hoewel veel Europese regeringen in het openbaar hun afschuw uitspraken over de Snowden-onthullingen, zouden ze zelf graag diezelfde toegang hebben tot data. "Andere landen dan de VS spannen zich nu massaal in om zoveel mogelijk het Amerikaanse interceptie- en afluisterniveau te halen of gebruiken de vermeende Amerikaanse praktijken ter legitimering van eigen ingrepen via het internet." In Nederland willen de geheime diensten ook meer bevoegdheden en inmiddels komt die wetgeving eraan.
De Graaff meent echter ook dat massaspionage niet het gewenste effect heeft gehad. "De Amerikanen hebben gepoogd de problemen van inlichtingenanalyse technologisch op te lossen met behulp van big data-verzameling. Voor de relatieve buitenstaander is deze aanpak echter niet overtuigend geslaagd." De Graaff voert daarbij op dat de massaspionage een gering effect lijkt te hebben gehad.