Valve heeft de OpenGL-debugger Vogl opensource gemaakt. De debugger is in staat om te tracen in OpenGL 1.0 tot en met 3.3 en ondersteunt in de toekomst ook OpenGL 4. De debugger is voor Linux ontwikkeld, en AMD en Nvidia hebben al interesse getoond om bij te dragen.
De sourcecode van de debugger is vanaf nu te vinden op GitHub. De reden waarom Valve de software opensource heeft gemaakt, is dat 'de OpenGL-api simpelweg te ingewikkeld is en te snel verandert voor het kleine ontwikkelteam bij Valve om bij te houden'. Dat schrijft Rich Geldreich, ontwikkelaar van de debugger bij Valve, op zijn eigen blog. In vergelijking met bestaande debuggingtools als ApiTrace zou Vogl in staat zijn om gemakkelijker grote OpenGL-games te debuggen en in staat zijn tot restorable state snapshotting, wat debuggen vele malen sneller en gemakkelijker moet maken.
Geldreich van Valve heeft de debugger eerder dit jaar geïntroduceerd tijdens een presentatie op de Steam Dev Days. In de tweede heflt van 'Moving Your Games to OpenGL' praat Geldreich uitgebreid over de ontwikkeling en toepassing van Vogl en stelt hij dat hij 'teleurgesteld is in de bestaande debuggers voor OpenGL'. Door Vogl opensource te maken wil Valve het voor ontwikkelaars gemakkelijker maken om met OpenGL en Linux te werken. Source Engine 2 werkt namelijk volledig met OpenGL en SteamOS draait op Linux. Op dit moment zijn de tools om te debuggen voor DirectX beter dan die voor OpenGL, wat ontwikkeling met die api hindert.