Google zou een project om wereldwijd end-to-end-encryptie toe te passen versneld hebben na de recente onthullingen over de omvang van de spionageactiviteiten van de NSA. Dit zou het voor de NSA moeilijker maken de glasvezelverbindingen tussen Googles datacenters af te tappen.
Het project om end-to-end-encryptie globaal uit te rollen zou vorig jaar in gang gezet zijn, maar in een stroomversnelling zijn gebracht in juni, toen belangrijke onthullingen over het NSA-programma Prism verschenen. Het project zou nu maanden eerder gereed zijn dan oorspronkelijk gepland. Bij end-to-end-encryptie wordt de data zowel bij de servers in datacenters als bij de verbindingen tussen de datacenters versleuteld met, volgens Google, "erg sterke technologie". "Het is een wapenwedloop", zegt Eric Grosse, topman op gebied van beveiliging bij Google tegen de Washington Post, "We zien de overheidsdiensten als de beste spelers op dit gebied."
Uit nieuwe onthullingen van donderdag, valt op te maken dat de encryptie waarschijnlijk niet voldoende is om compleet te voorkomen dat de NSA de data kan onderscheppen en ontsleutelen. Het kan dat proces echter wel moeilijker maken en is in ieder geval een poging verder gezichtsverlies te beperken. Uit de onthullingen blijkt namelijk dat de grote internetbedrijven verregaand meewerken aan de monitoringactiviteiten van de NSA; iets wat de bedrijven fel ontkennen.
Google verklaarde de encryptie ook niet te verzwakken op verzoek van de NSA. Zowel Google en Yahoo als Microsoft verklaarden opnieuw de NSA geen toegang tot hun systemen te geven en ook uitten de bedrijven hun zorgen over de onthullingen van donderdag. Yahoo wees er tegenover The Guardian op dat het ondermijnen van encryptie misbruik mogelijk maakt.