Google heeft tussen oktober 2012 en juli 2013 het aantal locaties binnen de netwerkinfrastructuur voor het afhandelen van zoekopdrachten fors vergroot, zo stellen onderzoekers. De internetgigant zou zo de latency van zijn zoekmachine wereldwijd hebben gereduceerd.
Onderzoekers van de Universiteit van South Carolina zochten naar nieuwe methoden om servers en hun locaties in kaart te kunnen brengen toen duidelijk werd dat Google zijn netwerkinfrastructuur fors aan het uitbreiden was, zo schrijft TechCrunch. Daarbij richtte de zoekgigant zich tussen de onderzochte periode van oktober 2012 tot eind juli 2013 vooral op zijn zoekmachine: het aantal locaties dat gebruikt werd om zoekopdrachten te verwerken steeg van 200 naar meer dan 1400, terwijl ook het aantal isp's waar Google contracten mee heeft gesloten steeg van een kleine honderd naar meer dan 850.
Google heeft vooral de verwerkingscapaciteit vergroot buiten zijn eigen datacenters door gebruik te maken van datacenters van derden. Daarbij zou de internetgigant vooral zijn bestaande infrastructuur, die het benut voor het opslaan van content zoals YouTube-video's en websites, hebben uitgebreid met de mogelijkheid om zoekopdrachten te verwerken.
Door de forse vergroting van de zoekinfrastructuur zou Google vooral in gebieden die relatief ver van zijn eigen datacenters liggen beter willen bedienen. De gebruiker zou sneller zijn zoekresultaat geserveerd krijgen - de onderzoekers denken dat de latency gemiddeld 20 procent lager ligt - terwijl isp's minder kwijt zouden zijn aan dataverkeer. Daarnaast kan Google per saldo meer advertenties serveren.
De onderzoekers zien ook nadelen aan deze implementatie. Zo wordt het beheer van een dergelijk grote infrastructuur complexer en Google heeft mogelijk minder invloed op de datacenters van derden. Google wil zelf niet reageren op de bevindingen van de onderzoekers.