Het Duitse Bundesgerichtshof heeft geoordeeld dat er bij het embedden van een YouTube-filmpje geen sprake is van openbaarmaking en dat het dus is toegestaan. Het rechtsorgaan in Duitsland heeft een verzoek ingediend bij het Europese Hof van Justitie om zich over de zaak te buigen.
Het Hof van Justitie van de Europese Unie moet nu beslissen of het Duitse Bundesgericht, het hoogste rechtsorgaan in privaatrechtelijke geschillen, juist heeft geoordeeld of dat er toch sprake is van openbaarmaking en dus schending van het auteursrecht, meldt de Duitse website Heise. Een uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie is ook van belang voor Nederland, aangezien die bindend zijn voor rechtsinstanties in lidstaten.
Over het linken naar en het embedden van content is in Nederland al geruime tijd een juridische strijd gaande. Zo bepaalde de Haagse rechtbank afgelopen december in de zaak tussen Buma/Stemra en de beheerder van Nederland.fm dat voor het embedden van radiostreams moet worden betaald. Twee maanden eerder werd GeenStijl ook al op de vingers getikt door de rechtbank van Amsterdam voor het linken naar Playboy-foto's van Britt Dekker. In beide gevallen speelde volgens de rechter mee dat de gedaagden een commercieel belang hadden bij het embedden of linken. De gedaagden hadden als belangrijkste argument dat zij de content niet zelf hostten.
De eiser in de Duitse zaak is een producent van waterfiltersystemen die een promotiefilmpje had laten maken over watervervuiling. De producent had de exclusieve gebruiksrechten van de film. De film werd echter later beschikbaar op YouTube, zonder toestemming van de eigenaar. De beide verdachten in de zaak hadden het YouTube-filmpje vervolgens op hun eigen sites geëmbed, waarmee de eiser het dus niet eens was. In eerste instantie werd de eiser in het gelijk gesteld, maar in hoger beroep ging het gelijk naar de gedaagden.
Wanneer het Hof van Justitie van de Europese Unie zich over het vraagstuk zal buigen, is nog niet bekend.