NASA heeft besloten om het besturingssysteem op de laptops die in het ruimtestation ISS worden gebruikt, te vervangen. In plaats van Windows XP zullen de machines worden voorzien van Debian, een Linux-variant. NASA zegt dat Debian veiliger is en gemakkelijker te beheren.
Het migratieproject beslaat tientallen laptops. Deze machines worden door de astronauten in het International Space Station gebruikt voor dagelijkse werkzaamheden, zoals het in de gaten houden van de inventaris en het aansturen van camera's binnen en buiten het internationale ruimtestation. De notebooks opereren daarvoor binnen het zogeheten OpsLAN-netwerk en waren tot nu toe voorzien van Windows XP. De Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA heeft echter besloten dat het Microsoft-besturingssysteem op de laptops vervangen zullen worden door Debian, een populaire Linux-distributie.
Volgens Keith Chuvala, die werkt voor een bedrijf dat de migratie zal uitvoeren, is om een aantal redenen besloten voor de overstap naar Debian. Zo wil NASA de besturingssystemen sneller zelf kunnen patchen en aanpassen als dat nodig is. Ook de stabiliteit en betrouwbaarheid van Linux in het algemeen en Debian in het bijzonder zou een rol hebben gespeeld. Chuvala krijgt bij zijn migratietraject naar Debian, waarbij voorlopig nog is gekozen voor Debian 6.0 in plaats van het onlangs uitgekomen 7.0 'Wheezy', hulp van The Linux Foundation.
Linux wordt al op grote schaal gebruikt in het ISS; zo draaien veel systemen op Scientific Linux en versies van Red Hat Linux. Ook de robotarm wordt aangestuurd met behulp van het opensource-besturingssysteem. De laptops waar de astronauten dagelijks mee werkten, draaiden echter nog op Windows XP. Vermoedelijk speelt bij het besluit om XP uit te faseren ook een rol dat er voor het besturingssysteem vanaf april 2014 geen updates meer komen. Daarnaast is het OS al jaren het mikpunt van malware. In 2008 bracht een Russische kosmonaut zelfs een laptop naar het iSS mee waarop de W32.Gammima.AG-worm was geïnstalleerd. De machine moest met de nodige moeite ontsmet worden.