Onderzoekers van het medisch centrum van de universiteit van Chicago hebben een robotarm ontwikkeld die met behulp van een brein-computerinterface wordt bestuurd. De besturing zou van een feedbackmechanisme zijn voorzien.
Protheses die door een koppeling tussen hersenen en een signaalverwerkende en aansturende computer worden bediend zijn al lange tijd in ontwikkeling. De belangrijkste vorm van feedback bij het aansturen en bedienen van de robotarmen is echter alleen optisch; de gebruiker ziet de arm bewegen en kan daarop reageren. Met een feedbackmechanisme waarbij de gebruiker voelt wat de arm doet, zou de besturing echter nauwkeuriger en sneller kunnen worden.
De onderzoekers van het academisch Chicago Medial Center hebben die theorie met behulp van apen getoetst. De dieren kregen een brein-computerinterface aangemeten die signalen uit de motorcortex vertaalde naar bewegingen van een cursor. Wanneer de apen een soort exoskelet over hun arm kregen die feedback gaf over de cursorbewegingen, werden de bewegingen doelgerichter en sneller. De cursor werd veertig procent sneller naar het doel bewogen en de bewegingen waren meer rechtstreeks.
De techniek zou kunnen worden ingezet voor patiënten met een gedeeltelijke verlamming. Voorwaarde is dan wel dat de patiënt nog sensorische informatie van zijn verlamde ledematen krijgt, hoewel de motorfunctie vanzelfsprekend afwezig is. Daarbij kan worden gedacht aan patiënten met als, locked-in-syndroom of ruggengraatbeschadigingen.