De Business Software Alliance zet de Europese Commissie onder druk om niet langer de voorkeur te geven aan open standaarden, aldus de FSFE. De BSA stelt dat zo'n voorkeursbehandeling 'de meest innovatieve bedrijven' zou buitensluiten.
De FSFE, voorvechter van opensourcesoftware, heeft een brief gepubliceerd waarin de BSA-leden, waaronder bedrijven als Adobe en Microsoft, zich beklagen over de voorkeursbehandeling voor opensourcesoftware in het European Interoperability Framework. In dit plan, dat nog in conceptvorm is, staan regels voor Europese overheidsaanbestedingen. Volgens het framework moet software voldoen aan 'open specificaties', waarmee de EU zijn voorkeur uitspreekt voor open standaarden.
Volgens de BSA zijn de 'open specificaties' in het EIF oneerlijk, omdat het kan worden uitgelegd als een verbod op auteursrechtelijk beschermde, veelal gesloten broncode. Hierdoor zouden de meest innovatieve Europese bedrijven opdrachten dreigen mis te lopen. De BSA pleit voor het frand-systeem, waarbij ook softwarefabrikanten die met gepatenteerde code opdrachten willen binnenhalen een goede kans maken bij Europese aanbestedingen.
De FSFE stelt in een uitvoerige uiteenzetting dat de BSA onzin verkoopt. De FSFE verwijst daarbij onder andere naar de W3C, een organisatie die geen royalty's vraagt voor het gebruik van 'zijn' open standaarden. De W3C-standaarden zouden juist een enorme golf aan innovatie hebben veroorzaakt op het internet, zo stelt de organisatie.
Daarnaast zou de BSA niet namens de hele software-industrie spreken. Hierbij wordt verwezen naar kritiek op de BSA-stellingname door de ECIS, een organisatie waarin onder andere Nokia en IBM zitting hebben. De FSFE dringt er dan ook bij de Europese Commissie op aan om niet in te gaan op de wijzigingsvoorstellen van de BSA en om vast te houden aan open standaarden. Verder zou de Europese Commissie in het concept nog duidelijker zijn voorkeur voor opensourcesoftware moeten uitspreken.