Diverse Zweedse providers liggen dwars bij de uitvoering van een nieuwe antipiraterijwet, die ze verplicht om de gegevens van vermeende rechtenschenders af te geven. De isp's Bahnhof en Tele2 leggen deze gegevens nu niet meer vast.
Op 1 april werd in Zweden een controversiële nieuwe copyrightwet van kracht, waarmee auteursrechthebbenden internetproviders kunnen dwingen om de identiteit van de houder van een ip-adres af te geven, als er met dat adres rechtenschending is gepleegd. De Zweedse provider Bahnhof besloot daarop deze gegevens niet meer op te slaan. Volgens het Zweedse ministerie van Justitie is het niet verplicht om de gegevens op te slaan, en is de actie van Bahnhof dus legaal.
Maandag heeft Tele2, met meer dan 600.000 abonnees, besloten het voorbeeld van Bahnhof te volgen. Het bedrijf is met onmiddellijke ingang gestopt met het opslaan van gegevens over het gebruik van ip-adressen. Een woordvoerder van de provider verklaarde dat juristen van het bedrijf hadden vastgesteld dat het opslaan van de gegevens inderdaad niet verplicht was. Dat maakte het mogelijk om de identiteit van de klanten te beschermen, zo meldt TorrentFreak.
Als nog meer providers dit voorbeeld volgen, zal de nieuwe wet niet bijster effectief zijn. Peter Danowsky, een advocaat van de muziekindustrie, maakt zich daar echter geen zorgen om: "Iedereen in het parlement nam aan dat de providers loyaal zouden meewerken aan de wet", verklaarde hij. "Als Tele2 deze houding aanneemt en andere bedrijven het voorbeeld volgen, komt er gewoon een strengere wet."
Ook providers die wel de beschikking hebben over gegevens van de gebruikers van ip-adressen blijken niet erg gewillig om ze af te staan. In de eerste zaak die onder de nieuwe wet werd gevoerd, hadden vijf boekuitgevers een bevel van de rechter losgekregen om de provider Ephone te verplichten om de identiteit te onthullen van de beheerder van een server waarop luisterboeken werden aangeboden. Ephone weigerde om de gegevens af te staan, omdat volgens de provider het bewijs, bestaande uit screenshots en logfiles, onvoldoende was. Volgens Ephone waren er sterkere bewijzen nodig om een schending van het grondrecht van privacy te rechtvaardigen.