Dat is jouw definitie. De hoge raad ziet dat anders. Die stellen dat er een economische waarde is onafhankelijk van fysieke kenmerken. Nergens is te zien dat kopieerbaarheid deze waarde al dan niet teniet kan doen.
Nee, dat is niet mijn definitie, dat is de economische defintie. En de enige definitie van economische waarde kan uit de economie komen. En daar volgt ook uit dat die waarde wel degelijk teniet gedaan kan worden door kopiëerbaarheid: kopiëerbaarheid neemt namelijk de noodzakelijke eigenschap van schaarste weg.
Ik heb ook niets gezegd over fysieke kenmerken, ik heb iets gezegd over beperkte beschikbaarheid (het economische begrip 'schaarste', dat noodzakelijk is voor prijsvorming).
Kostprijs is in deze wel van belang, want jij stelt dat de prijs nul is.
De prijs die op de markt tot stand komt wanneer het aanbod oneindig is, ja, niet de kostprijs.
Tenzij je wilt betogen dat een bedrijf wel een kostprijs kan hebben, maar geen marktprijs.
Dat is inderdaad precies wat ik beweer. Als er een oneindige hoeveelheid beschikbaar is of gemaakt kan worden wordt de marktpijs altijd, per definitie, nul, ongeacht de kostprijs of (initiële) investering.
De martkprijs is altijd kostprijs + bedrijfsresultaat(winst/verlies).
Natuurlijk niet, je draait het om: winst (of verlies) is marktprijs-kosten.
Verder maakt vraag en aanbod op zich niet zoveel uit de hoogte van de prijs.
Natuurlijk wel, de prijs komt tot stand door vraag en aanbod. Kennelijk vindt de vrager het aangeboden huis vijhonderd miljoen waard. Als er geen vrager was geweest die dat had gevonden had de verkoper de prijs naar beneden moeten doen om het te kunnen verkopen. Als er daarentegen 10 mensen waren geweest die dat hadden willen betalen kan de verkoper ze lekker tegen elkaar op laten bieden en zo een hogere prijs krijgen. Dat is het marktmechanisme, basis havo-economie.
(En van computerspelletjes niet).
Ik durf de stelling best aan dat er minder spelletjes typen zijn dan automerken. Laat staan modellen. Functionaliteit van een computerspel is ook redelijk overeenkomend.
Bij een computerspel (en muziek of een film helemaal) is de esthetische waarde van veel groter belang dan bij een auto. Je kunt er inderdaad wel over twisten of dat voor 'kantoorsoftware' of een OS ook zo is.
Dat geeft je geen recht om het dan maar te lenen. Zelfs niet als het eindeloos te reproduceren zou zijn.
Ik leen niets, als je een analogie zou willen maken zou dat een foto van dat schilderij betreffen. Maar ik mag er geen foto van maken en die in mijn huis hangen omdat ... ? Als ik het niet koop verdient de schilder niks, en als ik er een foto van maak verdient de schilder ook niks, en in beide gevallen verliest hij niks.
Nogmaals : het gaat NIET om de verhouding. Als zij door piraterij ook maar één licentie niet verkopen dan is er schade. Dat de schade niet zo groot is als zij stellen bewijst niet dat dat er GEEN schade is. Nogmaals : het staat je vrij het tegendeel te BEWIJZEN. Helaas kan je dat net zomin als zij dat kunnen.
Ja, maar wanneer is het 'niet verkopen' het gevolg van piraterij? Hoe toon je dat aan? Wat is het objectieve bewijs? Het antwoord: dat is er niet. Je kunt dus nooit stellen dat er schade is. Er zou schade kunnen zijn, maar het zou ook net zo goed niet zo kunnen zijn. Die eventuele schade kan hoog, laag, nul of zelfs negatief zijn. Je kunt er niets over zeggen.
Gebruik zonder licentie is tegen de conditie's. Maar ja, doorlezen van die conditie's is veel werk.
Klopt. Maar dat is minder dan wanneer jij gewoon had betaald (zoals dat volgens de spelconditie's had moeten doen).
Je krijgt geen garantie bij aankoop dat je het wel 50 keer kan spelen. Je krijgt het recht om het minimaal één keer te spelen en indien je dat wenst meer keren.
Dat heeft er niets mee te maken. Het gaat erom dat wanneer ik niet akkoord ga met de licentie de verkoper niets verdient, maar ook niets verliest,
ongeacht of ik het wel of niet gebruik. In beide gevallen is het resultaat voor de verkoper gelijk: zijn omzet is nul.
[Reactie gewijzigd door Verwijderd op 23 juli 2024 07:03]