De opvolger van Windows Vista zou niet compatible met eerdere versies van Windows zijn. Microsoft zou, net als Apple met OS X, radicaal met zijn bestaande architectuur willen breken om de prestaties van het nieuwe OS te verbeteren.
Voor het eerst in meer dan een decennium zal Microsoft een Windows-versie uitbrengen die niet binary compatible met voorgaande versies is, beweert website Thebetaguy. Voor developers zullen nog wel monolithische library's worden aangeboden, zodat hun software na hercompilatie nog altijd toegang tot bijvoorbeeld .Net-functionaliteit heeft, maar meer dan deze gedeeltelijke sourcecodecompatibiliteit zit er volgens de site niet in.
De koerswijziging moet meer stabiliteit en snelheid opleveren. Tot en met Windows XP werd software bijvoorbeeld geplaagd door de 'dll hell', waarmee wordt gedoeld op het fenomeen dat twee programma's elk een andere versie van dezelfde softwarebibliotheek gebruiken, met incompatibiliteit en crashes als gevolg. In Windows Vista is dat probleem aangepakt met 'WinSxS', dat voor elk geïnstalleerd programma bijhoudt welke versie van welke library nodig is. Dat betekent echter wel dat er meer software op schijf en in het werkgeheugen aanwezig moet zijn, wat volgens Thebetaguy medeverantwoordelijk voor de tegenvallende prestaties is. Overigens moet daarbij worden aangetekend dat ook Windows XP al een implementatie van deze technologie bevat.
Microsoft zou goed naar Apple gekeken hebben: dat bedrijf slaagde erin om een nieuw besturingssysteem en een nieuw hardwareplatform te introduceren zonder dat zijn klanten massaal naar de concurrentie overstapten. Voor legacy-applicaties werd een virtuele machine gebouwd, maar voor het overige werden de bestaande oplossingen min of meer aan de dijk gezet ten faveure van de nieuwe, op Intel-processors en OS X gebaseerde systemen. Een dergelijke overstap zou Microsoft ook graag maken: de tegenvallende prestaties van Vista zouden duidelijk hebben gemaakt dat er een verkeerde koers wordt gevaren en harde maatregelen zouden daarom nodig zijn.
Een geheel ander geluid komt van Windows-expert Ed Bott, die juist denkt dat Microsoft zich met Windows 7 geen radicale veranderingen zal permitteren. Het eerste half jaar van Vista werd gekenmerkt door talloze problemen met hardwareondersteuning, en het bedrijf zou bij de release van opvolger 'Vienna' niet opnieuw door gebrekkige drivers geplaagd willen worden. Bovendien zijn alle berichten over nieuwe technologie, zoals de 'Minwin'-kernel, in feite gebaseerd op vingeroefeningen van de Windows-ontwikkelteams, schrijft Bott: de Microsoft-developers zouden bij herhaling duidelijk hebben gemaakt dat dergelijke radicale vernieuwingen niet in Windows 7 terecht zullen komen.
Wie van de twee gelijk heeft zal moeten blijken. Naar alle waarschijnlijkheid zal Microsoft volgend jaar een werkbare versie van de Vista-opvolger hebben, maar over de marktintroductie bestaat nog altijd veel onduidelijkheid. Dat Vienna al in 2009 op de markt verschijnt lijkt niet erg waarschijnlijk, maar of de gigant uit Redmond tot 2011 zal willen wachten is evenzeer de vraag. Microsoft heeft in elk geval een paar stevige keuzes te maken, en er staat veel op het spel: al te radicale veranderingen zouden ervoor kunnen zorgen dat klanten voor alternatieve besturingssystemen kiezen, terwijl te veel behoudendheid kan betekenen dat alle kritiek op Vista naadloos in Vienna-bashing overgaat, wat het bedrijf ook weer klandizie kan kosten. In dat licht is het interessant dat uit onderzoek van Gartner blijkt dat in 2012 meer dan negentig procent van alle bedrijven in een of andere vorm opensourcesoftware zal gebruiken.