Drie onderzoekers van de universiteit in het Californische Riverside hebben vastgesteld dat wie een p2p-programma draait zonder blocklist, vroeg of laat te maken krijgt met een bedrijf dat filesharers opspoort.
Anirban Banerjee, Michalis Faloutsos en Laxmi Bhuyan onderzochten hoe groot de kans is dat iemand die een p2p-programma draaide, door de contentproviders betrapt zou worden. Hiervoor maakten zij tussen januari en maart 2006 met een gemodificeerde client contact met diverse p2p-netwerken en verzamelden hiermee meer dan 100GB aan TCP-headers. Hun conclusie is dat de kans dat een p2p-client in die periode contact maakt met een verdacht adres, bijna honderd procent is.
De blocklist werd door de onderzoekers samengesteld door diverse lijsten die op internet werden aangeboden, en die het resultaat zijn van jarenlang speurwerk door voorstanders van filesharing, te combineren. De onderzoekers ontdekten dat het vrij eenvoudig is om niet betrapt te worden: wie alleen de vijf meestgenoemde adressen blokkeerde, bracht zijn kans op ontdekking terug naar ongeveer een procent.
Er kwam verder aan het licht dat circa vijftien procent van de ip-adressen op de filesharingnetwerken op de gecombineerde blocklist voorkwam, wat een verklaring is voor de hoge kans dat iemand contact met een dergelijk adres maakt. Het onderzoek heeft één zwak punt: de wetenschappers namen aan dat alle adressen op de blocklist ook werkelijk toebehoren aan instellingen die erop uit zijn filesharers te betrappen, en dat adressen die er niet op staan, 'veilig' zijn. Ondanks het jarenlange zoekwerk van de sympathisanten van filesharing is dat allesbehalve zeker.