Afgelopen vrijdag is door een rechter in de Amerikaanse staat Iowa toestemming gegeven voor een schikking tussen Microsoft en een groep klanten. Hiermee komt een einde aan een al jaren lopende antitrustzaak.
De rechtszaak begon zeven jaar geleden toen er een aanklacht werd ingediend omdat Microsoft zich schuldig zou hebben gemaakt aan gedrag dat er specifiek op was gericht om concurrentie moeilijk te maken. Dit zou onder andere tot gevolg hebben gehad dat de prijzen te hoog waren.
Volgens de initiële aanklacht had Microsoft daarom gedwongen moeten worden tot het betalen van een bedrag van 330 miljoen dollar aan de inwoners van Iowa. Zover is het echter niet gekomen, aangezien Microsoft uiteindelijk geschikt heeft voor 'slechts' 179 miljoen dollar.
Het geld zal worden verdeeld onder inwoners die tussen 18 mei 1994 en 30 juni 2006 een Microsoft-product hebben gekocht. Wie een licentie op Windows of MS-DOS heeft krijgt 16 dollar terug. Kopers van Excel krijgen 29 dollar en voor eigenaars van Word, Works of de Home Essentials ligt 10 dollar klaar.
De voornaamste reden dat Microsoft de zaak geschikt heeft, lijkt vermoeidheid te zijn. Volgens Rich Wallis, een van Microsofts juristen, heeft zijn werkgever besloten de zaak af te ronden om 'de oude aanklachten achter zich te laten en zich te focussen op het bouwen van de volgende generatie van software'.
Inwoners van Iowa krijgen tot 14 december om aan te tonen dat ze in de genoemde periode software van Microsoft hebben gekocht. Het deel van het bedrag dat niet geclaimd wordt zal aan de staat worden gedoneerd in de vorm van kortingsbonnen. Volgens critici is dit vreemd, aangezien dit betekent dat Microsoft zijn schikking deels betaalt met de software waar de hele zaak om draaide.