Canon gaat 451 miljoen dollar investeren in een nieuwe fabriek voor beeldsensors gebaseerd op cmos-technologie. De Japanse faciliteit moet volgend jaar zijn deuren openen en zal de huidige productiecapaciteit verdubbelen.
Net als de bestaande fabriek moet de nieuwe ongeveer drie miljoen sensors per jaar kunnen bakken. Op dit moment komt de volledige productie terecht in relatief grote en dure slr-camera's. Voor compacte modellen - waarvan men er dit jaar 21 miljoen denkt te kunnen verkopen - koopt men ccd-sensors in bij leveranciers als Sony. Men wil hier echter minder afhankelijk van worden, naar eigen zeggen omdat het niet de meest kostenefficiënte oplossing is. De extra capaciteit betekent dat een deel van de goedkopere modellen in de toekomst ook een cmos-sensor zal krijgen.
Het verschil in techniek tussen cmos en ccd is vrij groot. De eerste is makkelijker te produceren en een heel stuk zuiniger, maar kampte vroeger met problemen zoals ruis en beperkte lichtgevoeligheid. Hierdoor werd ccd-techiek al snel veel populairder. De laatste jaren is cmos echter aan een duidelijke terugkomst bezig, omdat men steeds betere manieren vindt om de nadelen te overbruggen.
