Dat terrorisme is me toch wat. Te pas en te onpas wordt er een regel ingevoerd om terrorisme te bestrijden. Het lijkt er op dat we het station:
waarom voeren we de regel in, allang voorbij zijn bij iedere volgende maatregel.
Voor veiligheidsmaatregelen in zijn algemeenheid zijn vaak rationele argumenten te bedenken. In disco's wil je geen wapens hebben, er wordt nog wel eens ruzie gemaakt. In vliegtuigen wil je geen gevaarlijke voorwerpen hebben, een probleem op 10km hoogte is een groot probleem. Aan de hand van rationele afwegingspunten kan je als overheid beslissen of je een maatregel door voert of dat je niet inbreekt op de hoofdregel dat in een vrije samenleving mensen vrij zijn (en dus geen onnodige regels worden gecreëerd).
Als we op het onderwerp terrorisme komen, lijkt het direct over met de rationaliteit. In het kader van terrorisme is elke maatregel gewenst, elke maatregel beslist nodig, elke maatregel passend. Slechts spaarzaam steekt een
politicus zijn hand op om de hamvraag te stellen: "
hebben we deze regel wel nodig?". Het lijkt er intussen niet beter van te worden.
De oorlog tegen het terrorisme kan objectief als een mislukking worden gezien. Hoe je ook denkt over het wel of niet bestaan van terrorisme, de hand van de overheid daarin of niet op basis van zijdelings bewijs (de zogenaamde complotten), en de acties in Afghanistan en Irak (waarvan de kennis over de leugenachtige basis daarvan inmiddels wel gemeengoed is bij de burgerij), objectief is vast te stellen dat het terrorisme in de termen zoals het Westen dat pleegt te gieten is toegenomen, niet afgenomen. Ron Paul, presidentskandidaat voor de verkiezingen van 2008, heeft daar nog een mooie insteek in:
blowback. Je kan geen smerig buitenlands beleid voeren zonder daar tegenslag van te ondervinden op een zeker moment, ook in de vorm van terroristische aanslagen.
Nu de waarheid van de oorlogen in Afghanistan meer en meer aan de oppervlakte komt rijst de vraag of het niet tijd is voor een herbezinning op het vlak van terrorismebestrijding. Je kan niet alles voorkomen in een vrije samenleving. Bovendien komt terrorisme niet uit de lucht vallen. Je kan bezwaarlijk ontkennen dat wij geen vrienden maken in landen waar wij 'vrede en democratie' komen brengen (vaak aan de hand van een bommentapijt).
Ik signaleer een aloud principe van overheden: de neiging om uit te dijen en meer en meer middelen op te eisen om de burgerij te behagen. Daar hoeft geen vooropgezet plan achter te zitten, dat gebeurt gewoon vanuit de instituten zelf (je zal zelf nooit je eigen baan wegredeneren). De oorlog tegen het terrorisme vormt een onderwerp qua uitstek om ook hier te propageren dat er meer middelen richting overheid moeten (zowel geld als macht) zodat zij de burgerij kan beschermen. Echter, kenners van staatsinrichting zullen mij kunnen volgen als ik juist het tegenovergestelde zou willen stellen: de staat moet je als burger het meeste wantrouwen. Een goede lezer van bijvoorbeeld de Amerikaanse grondwet kan dat zo herkennen. Geen staatsinmenging indien niet strikt noodzakelijk. Langs die lijnen zijn al die maatregelen tegen terrorisme in Nederland niet echt prangend. Leg het aantal verkeersdoden eens naast het aantal slachtoffers van terrorisme. Dan hebben we het nog niet gehad over de definitie van terrorisme overigens. Middelen en macht, de overheid ziet het graag komen. Ondertussen is het een illusie dat de overheid de burger dan ook kan beschermen, net zoals het idee van een maakbare samenleving een utopie is.
De samenleving bestaat niet als een op zichzelf staand orgaan. De samenleving is een optelsom van ik en jullie als mensen. De mogelijkheden voor de staat om daar invloed op uit te oefenen zijn zeer beperkt. Een terrorist zal zich nooit gestopt voelen door een repressieve maatregel van overheidswege gesteld (het kan hoogstens ietsje moeilijker worden). Zolang ingrediënten om een fikse bom te maken echter nog vrijelijk verkrijgbaar zijn, neemt de overheid het kennelijk niet zo serieus. Een mooi spel voor de bühne, en natuurlijk meer macht voor de overheid (daargelaten de centen uit de zakken van de belastingbetaler rechtstreeks in de zakken van de oorlogsindustrie).
Een lange inleiding voor het daadwerkelijke topic. Een klein stukje tekst valt mij op.
de doorgifte van bepaalde boodschappen en informatie via internet te verbieden. Daarnaast blijkt de Nederlandse overheid te zoeken naar wegen om 'bepaalde content minder prominent aanwezig te laten zijn'
Grootste vraag is: wie bepaalt wat niet voor doorgifte geschikt is? Wie bepaalt welke content
minder prominent aanwezig moet zijn? Als iemand kritisch is ten opzichte van de overheid, kan dat dan ook onder terrorisme worden geschoven?
De geschiedenis leert ons voorzichtig te zijn met een ongebreidelde machtsconcentratie en -controle bij de overheid. Daarnaast is terrorisme een zeer beladen begrip. Hier kan ik er waarschijnlijk zinnig over delibereren, doch in andere kringen kan je het etiket 'terrorist' al opgeplakt krijgen als je kritiek hebt op onze deelname aan de wederopbouw missie in Afghanistan. Het is een rekbaar begrip, volgeladen met emotie en geschikt om massa's te sturen (dat blijkt wel). Geen definitie waar ik een grote inbreukbevoegheid van een overheid aan zou willen hangen, hoezeer ik niet twijfel aan de motieven van meneer Joustra.
Mag meneer Pechtold zijn hand weer opsteken aub?