Uit onderzoek van IDC blijkt dat de servermarkt het afgelopen kwartaal vooral groeide door de verkoop van highend systemen. Belangrijke factoren daarbij waren de IBM-mainframes en de dualcore Itanium.
IDC maakt onderscheid tussen drie segmenten: de 'midrange' bedekt alles tussen de 25.000 en 500.000 dollar, terwijl 'volume' en 'highend' daar respectievelijk onder en boven zitten. In het vierde kwartaal van 2006 groeide de midrange met 5,4% en de highend met 11,5% ten opzichte van dezelfde periode van het jaar daarvoor. Een gelijktijdige groei van deze twee segmenten is in de afgelopen tien jaar nog niet voorgekomen. Ondertussen is de groei in het volume-segment afgezwakt naar 2,2% in omzet en 0% in aantallen, de laagste percentages in jaren. De onderzoekers schrijven dit toe aan de trend om te consolideren, ofwel meer applicaties op één (zware) machine te laten draaien, al dan niet met behulp van virtualisatie.
Als gevolg hiervan zit het aandeel van x86 binnen de serverwereld in een dip: het zakte van 51% in het derde kwartaal naar 47% in het vierde. Hoewel het afgelopen jaar 6,9 miljoen van de totale 7,5 miljoen verkochte servers voorzien was van een Xeon of Opteron, lag de gemiddelde prijs daarvan maar op 3700 dollar, terwijl de rest van de systemen gemiddeld ruim 44.000 dollar opbrachten. Ondanks hun kleine aantallen gooien ze dus flink wat gewicht in de schaal. Twee factoren die bijdroegen aan de groei van de highend waren de vernieuwde mainframes van IBM - die maar liefst 11,2% van de totale serveromzet vertegenwoordigden - en de introductie van de dualcore Itanium. Ten opzichte van vorig jaar steeg de verkoop van de al talloze malen doodverklaarde processor maar liefst 71,5%, wat betekent dat er voor meer dan 1,1 miljard dollar aan Itanium-machines werd verkocht in drie maanden tijd. Intel verovert hiermee 14% van de niet-x86 markt.