De Free Software Foundation (FSF) heeft een nieuwe conceptversie van de derde versie van de GNU General Public License (GPL) uitgebracht. De eerste versie van de GPL is in 1989 door Richard Stallman geschreven en een tweede versie, die tot op heden nog steeds gebruikt wordt voor een groot aantal opensourceprojecten, werd in 1991 gepubliceerd. De eerste conceptversie van GPLv3 is in januari vrijgegeven, waarna door velen is meegedacht, geschreven en gesproken over het voorstel. De discussie spitste zich met name toe op twee onderdelen: de artikelen over het in licentie geven van softwarepatenten en digital rights management (drm). Volgens de eerste draft van de GPLv3 waren ontwikkelaars die patenten bezitten op bepaalde software verplicht deze op een zodanige wijze te gebruiken dat eindgebruikers beschermd zouden worden tegen eventuele claims. Verder verbood het eerste voorstel van GPLv3 het gebruik van GPL-code in systemen voor drm.

Voor wat betreft drm is deze tweede draft minder negatief dan de eerste conceptversie was. Volgens het huidige voorstel is het niet toegestaan drm te gebruiken in combinatie met GPL-code wanneer het daardoor niet mogelijk is de broncode aan te passen of te verspreiden. Dit betekent dat drm geïmplementeerd mag worden in GPL-software, maar dat de drm-delen verwijderd moeten kunnen worden zonder dat het programma dan stopt met werken. Ook is geprobeerd explicieter vast te leggen dat de drm-voorwaarden alleen van toepassing zijn op de software en niet op werken die voorzien kunnen worden van drm. Verder is in deze tweede draft vastgelegd dat signeer- of activatiesleutels van GPL-software openbaar gemaakt moeten worden wanneer ze nodig zijn voor het draaien van gewijzigde versies van het programma. Dit geldt ook als deze sleutels via bepaalde hardware aan het programma beschikbaar gesteld moeten worden.
In het nieuwe voorstel voor de derde versie van de GPL wordt niet langer gesteld dat relevante patenten automatisch door de auteurs van code worden overgedragen. In plaats daarvan is nu vastgelegd dat door patenthouders geen juridische problemen gemaakt mogen worden over patenten die aanwezig zijn in door hen geschreven GPL-code. Patentrechten mogen dus niet gebruikt worden om GPL-software de facto onvrij te maken. In deze tweede conceptversie van GPLv3 zijn ook nog enkele wijzigingen doorgevoerd om de licentie internationaal gezien beter toepasbaar te maken. GPLv1 en GPLv2 waren beide gebaseerd op het Amerikaanse recht. In de eerste draftversie was al het een en ander gewijzigd op dit gebied en deze tweede draft maakt dit veranderproces af door ook de definities van afgeleide werken en distributie een internationale tint te geven. Tot slot bevat deze conceptversie van de GPLv3 nieuwe mogelijkheden om de compatibiliteit met andere licenties te waarborgen.
Het belangrijkste van de GPL, ook in deze conceptversie, is en blijft dat de gebruiker alle vrijheid wordt gegeven om software naar eigen goeddunken te modificeren en verder te verspreiden. Om te voorkomen dat deze vrijheid verdwijnt en de vrijesoftwaregemeenschap doodbloed, zijn dan ook de bepalingen omtrent drm en patenten opgenomen. Naast een vrijgave van het tweede voorstel voor GPLv3 is ook een eerste draft van de GNU Lesser General Public License, kortweg LGPL, gepubliceerd. Deze licentie maakt gebruik van de nieuwe compatibiliteitsmodus van de GPLv3, waardoor alleen uitbreidingen en aanpassingen op de oorspronkelijke licentie hoeven te worden beschreven. De nu voorgestelde LGPL is daardoor dan ook korter dan de huidige LGPL. Feedback op het tweede voorstel voor de GPLv3 en de eerste draft van de LGPL kunnen tot en met het najaar naar de FSF gestuurd worden.