Disney heeft het animatiebedrijf Pixar dinsdagavond overgenomen voor 7,2 miljard dollar. Die avond werden de onderhandelingen afgerond en kwamen Robert Iger, directeur van Disney, en Steve Jobs, eigenaar van Pixar, tot een overeenkomst. Het overnamebedrag zal worden betaald in de vorm van aandelen, waardoor Jobs in een klap de grootste individuele aandeelhouder wordt van het amusementsconcern en een zetel krijgt in het bestuur. Twee jaar geleden werd de samenwerking tussen Pixar en Disney abrupt afgebroken door een ruzie tussen Jobs en de toenmalige directeur Michael Eisner. Een van de redenen daarvan was dat Pixar een groter deel van de opbrengsten wilde hebben en daarnaast de rechten van zijn films wilde behouden. Nu Pixar eigendom is van Disney, is er geen sprake meer van conflicten tussen twee aparte bedrijven met eigen aandelen.
Iger is erg tevreden met de aanschaf: "The addition of Pixar significantly enhances Disney animation, which is a critical creative engine for driving growth across our businesses.". Volgens analisten draait de hele aankoop om het talent dat het animatiebedrijf in dienst heeft en dan specifiek John Lasseter, die beschouwd wordt als de creatieve drijvende kracht van de studio. Hij was begin jaren tachtig al bij Disney vertrokken, omdat het bedrijf er niet happig op was om tekenfilms te maken die volledig met de computer gemaakt waren. Juist met deze animatietechniek is Pixar bekend geworden in de filmwereld en heeft sinds Toy Story ruim 3,2 miljard dollar omzet gemaakt met de geproduceerde films. Een van de punten van de overeenkomst tussen de twee bedrijven is dat Lasseter aan het hoofd mag gaan staan van de animatiestudio en hoofdadviseur mag worden van Walt Disney Imagineering, het bedrijf achter de themaparken van het amusementconcern.
