Steve Perlman, onder meer bekend van zijn werk aan QuickTime en WebTV, timmert momenteel aan de weg met zijn Contour-systeem, waarmee acteurs kunnen worden gebruikt om tekenfilmkarakters realistischer over te laten komen. Het systeem wordt als 'buitengewoon veelbelovend' gezien, hoewel de achterliggende technologie simpel is: een acteur wordt met fosforescerende verf geschminkt, waarna zijn bewegingen met behulp van speciale verlichting door digitale camera's worden vastgelegd. De lampen die de verf doen oplichten worden enkele tientallen malen per seconde afgewisseld met normale verlichting, zodat acteurs 'normaal' hun werk kunnen doen. De technologie is bovendien veel goedkoper dan andere motion-capturesystemen: volgens Perlman kost een seconde film rond de 2000 dollar, terwijl oudere systemen makkelijk vijftig keer zo duur kunnen uitpakken.
Met Contour kunnen de grenzen van computeranimatie flink worden verlegd: gelaatsuitdrukkingen als fronsen of lachen kunnen tot in detail worden vastgelegd. Daarmee kunnen niet alleen tekenfilmkarakters van levensecht gedrag worden voorzien: in een 'normale' live-actionfilm zou een acteur met ongeveer het juiste postuur probleemloos de plaats van een bekende acteur in kunnen nemen. Het fotorealisme van het met Contour te produceren beeldmateriaal zou voor het eerst in de geschiedenis het zogeheten uncanny valley-effect weten te omzeilen. Met deze term wordt het effect aangeduid dat kijkers gebrek aan realisme makkelijker vergeven naarmate beeld minder op de werkelijkheid lijkt: juist karakters die bijna, maar net niet helemaal realistisch zijn, worden als bijzonder storend ervaren.

vastgelegd en de digitale versie van dezelfde juffrouw