Een onderzoek van de American Association for the Advancement of Science heeft uitgewezen dat onderzoek waarvoor gepatenteerde technologie nodig is, in meer dan de helft van de gevallen vertraging oploopt. Bijna een kwart van de geënquêteerde onderzoekers bleek voor hun werk het gebruik van patenten nodig te hebben, wat meestal via een zogeheten MTA of non-exclusieve licenties werd geregeld. Van deze groep onderzoekers gaf veertig procent aan dat het verwerven van de patenten problematisch verliep.
De van patenten afhankelijke onderzoekers klaagden in 20% van dat ze hun onderzoeksdoelstellingen moesten bijstellen, terwijl 29% meldde dat de patenten voor vertraging zorgden. 11,2% van de onderzoeken die het gebruik van patenten vergden, werd zelfs geheel afgeblazen - en de meest genoemde reden voor de gewijzigde of geschrapte onderzoeken was dat de onderhandelingen over het gebruik van de patenten te ingewikkeld waren. Tweederde van de problemen traden in het bedrijfsleven op, wat er op wijst dat in het academische milieu wat soepeler met de beperkingen van copyright wordt omgesprongen. Bovendien is het voor universitaire onderzoekers ook een stuk gebruikelijker om via publicaties hun stempel op een bepaald onderzoek te zetten. Het 'peer review'-mechanisme, waarbij wetenschappers voor bladen als Science en Nature elkaars bevindingen in goed vertrouwen controleren, is in het bedrijfsleven vervangen door het vertrouwen op licensering, aldus de onderzoekers.
Overigens meldde 46% van de onderzoekers dat hun werk nieuwe vindingen opleverden, waarvan men het intellectueel eigendom wilde beschermen. Ruim de helft deed dat door middel van het aanvragen van een patent, en 21% vertrouwde op copyright. De meeste beschermde ideeën betroffen daarbij geen onderzoeksresultaten, maar vooral technieken die voor het doen van onderzoek bruikbaar waren gebleken.