Volgens The Register is Sun van plan om goedkopere versies van de Niagara-processor met zes en mogelijk ook vier cores uit te brengen. De voor later dit jaar geplande processor heeft van huis uit acht cores aan boord, maar de productiepartner Texas Instruments kan niet van iedere chip garanderen dat alle cores goed zullen werken. Om de yields toch acceptabel te houden kunnen processors met uitgeschakelde cores voor een lagere prijs verkocht worden, wat ze een enkele reis naar de recycle-centrale bespaart.
De cores van Niagara stellen op zichzelf niet zo veel voor; ze zijn gebaseerd op de in 1997 geïntroduceerde UltraSparc II en worden in eerste instantie op 1,0GHz geklokt, om later de 1,2GHz te bereiken. Om de primitieve pipeline (zes stappen, in-order, zonder enige vorm van branch prediction) gevuld te houden is het ontwerp voor Niagara wel aangepast om tot vier threads tegelijk actief te kunnen hebben, waardoor een versie met acht cores in totaal met 32 threads kan werken. Dit alles moet 3MB cache en 20GB/s geheugenbandbreedte delen. Vanwege dit grote parallellisme in de processor ziet Sun in eerste instantie geen noodzaak om servers met meer dan één socket uit te brengen: de Fire T1000 (1U) en T2000 (2U) zullen op een enkele processor gebaseerd zijn.
De Niagara zal door zijn ongewone architectuur bepaalde taken waar veel threads bij komen kijken erg efficiënt kunnen werken. Extra voordeel daarbij is dat een Niagara-server volgens het bedrijf gemiddeld maar 250 watt vermogen nodig heeft, wat hem erg geschikt maakt om in grote aantallen samen te clusteren. Sun wil de chip vooral richten op toepassingen als webservers. Experts zijn het echter over eens dat de simpele en trage cores niet bepaald zullen uitblinken in taken die zich niet zo makkelijk in 32 stukken laten verdelen.
