Een federale rechtbank in de Amerikaanse staat Delaware heeft aan AMD de toestemming gegeven bepaalde bedrijven te dagvaarden om documenten veilig te stellen in het kader van de rechtszaak die AMD voert tegen concurrent Intel. Het gaat vooral om communicatie tussen medewerkers van die bedrijven en Intel, waaruit moet blijken dat Intel de bedrijven inderdaad onder druk heeft gezet. De documenten kunnen dus als bewijs gebruikt worden, en AMD wil voorkomen dat ze door de bedrijven in kwestie vernietigd of anderszins achtergehouden worden. AMD had daartoe al contact opgenomen met 32 bedrijven. The Inquirer heeft een paar van de brieven in handen gekregen en deze gepubliceerd. Hieruit blijkt dat AMD vraagt dat elk tastbaar of virtueel document (brieven, e-mails, instant-messagingberichten, aankoopbewijzen enzovoort) over (het aankopen van) Intel-processors, daterend uit 2000 of later, bewaard wordt.
Van de aangeschreven bedrijven hebben er tot nog toe 14 geantwoord, en 9 daarvan hebben alvast aangegeven te zullen meewerken met AMD. Het gaat onder meer om Acer, NEC, Sony en Sun. Andere bedrijven hebben kennis genomen van AMD's verzoek maar nog niet inhoudelijk gereageerd. Toshiba heeft al aangegeven dat het niet zal onderhandelen met AMD. De resterende 18 bedrijven - waaronder grote namen als HP, IBM en Dixons - hebben nog helemaal niet gereageerd. Toch heeft AMD er naar eigen zeggen vertrouwen in dat alle bedrijven de documenten zullen bewaren, want bedrijven die niet willen meewerken mag het nu immers dagvaarden om medewerking af te dwingen.