Microsoft heeft aangegeven niet in beroep te zullen gaan tegen de uitspraken van de Europese Commissie (EC) in de antitrustzaak. Deze rechter had niet alleen uitgesproken dat het softwarebedrijf een Windows Media Player-loze versie van Windows XP zou moeten introduceren, maar ook dat Microsoft enkele protocollen voor communicatie tussen servers en desktops zal moeten openstellen voor gebruik onder reasonable, nondiscriminatory terms door derde partijen. Dit is nodig, aldus de rechter, om te voorkomen dat Microsoft zijn monopolie binnen de desktopmarkt uitbreidt naar de servermarkt. Deze protocollen zijn inmiddels door het softwarebedrijf aan het Microsoft Communications Protocol Program toegevoegd en kunnen dus wereldwijd gebruikt worden. De Free Software Foundation (FSF) heeft echter kritiek geuit op de licentievoorwaarden van 's werelds grootste softwarebedrijf.
Volgens de FSF is het voor verschillende grote open-sourceprojecten, zoals de Linux-kernel en Samba, niet mogelijk om deel te nemen in het licentieprogramma van Microsoft. Dit is het gevolg van enkele beperkende bepalingen in de licentieovereenkomst. Deze bepalingen houden in dat van producten die gebruikmaken van deze protocollen niet de broncode verspreid mag worden of dat deze producten niet onder een licentie uitgebracht mogen worden die inzage in de broncode verplicht stelt; dit is het geval bij de GNU GPL. Door deze formulering is het voor veel open-sourceprojecten onmogelijk gemaakt om gebruik te maken van deze protocollen. De FSF zal deze situatie met de EC gaan opnemen, om deze ertoe te bewegen opnieuw te overleggen met Microsoft over de voorwaarden. Het softwarebedrijf meent dat de licentievoorwaarden noodzakelijk zijn om bedrijfsgeheimen te beschermen.