"We zijn zo terug, maar nu eerst even de boodschappen." Deze aankondiging kun je vanaf vandaag niet alleen verwachten van de presentatoren op de televisie, ook op het internet breken reclamefilmpjes door. Op de site van de New York Times vinden we deze commercials nog niet; wel staat daar een artikel over de nieuwe technologie van Unicast die het mogelijk maakt om reclamespotjes te gebruiken op websites. Natuurlijk waren we al gewend aan videobeelden in banners, maar tot nu toe haalde geen enkele online ad een framerate van dertig frames per seconde zoals een gewone televisie dat doet.
De commercial laadt in de achtergrond, terwijl de surfer onwetend over de webpagina browst. Hiervoor wordt de idle time van de browser gebruikt, waardoor het browsen niet langzamer gaat. Wanneer het spotje geladen is en de surfer naar een volgende pagina klikt, komt het spotje tevoorschijn en vult het hele browserscherm. Als de internetter eerder doorklikt dan de reclame geladen is, wordt het laden gepauzeerd tot de browser weer even niets te doen heeft. Unicast zegt dat zijn advertenties niet gepakt worden door pop-up killers, maar wel wegklikbaar worden door middel van een knopje in de ad.
Op dit moment doen een ruim tiental sites mee aan een zesweekse test van deze banners, waaronder MSN en Lycos. Zij zullen advertenties laten zien van onder andere Pepsi, Honda en AT&T. Voor de websites heeft deze vorm van adverteren een drietal voordelen: hij laadt in de achtergrond tijdens de idle time van de browser waardoor het surfen niet vertraagd wordt, wordt niet aangepakt door pop-up killers en levert aanzienlijk meer geld op dan de standaard banners. Waar een standaard banner een schamele tien dollar per duizend views oplevert, kost een filmpje de adverteerder ruim het drievoudige: vijfendertig dollar per duizend keer dat de banner gezien wordt.
Natuurlijk is er ook voordeel voor de adverteerders. Door middel van deze internetspotjes kunnen zij de consument bereiken op tijden dat hij niet naar de televisie kijkt, en toch dezelfde creatieve manier gebruiken die zij ook op de beeldbuis hanteren. Ten tweede is het op deze online manier veel makkelijker na te gaan wat de consument met de informatie uit de spot heeft gedaan: heeft hij doorgesurft naar de site van de fabrikant, of werd het filmpje al na enkele seconden weggeklikt?