Bij eWeek is een artikel verschenen van de hand van Eben Moglen. Hij is professor op het gebied van recht en algemeen adviseur van de Free Software Foundation. In het artikel bespreekt hij de situatie die softwarebedrijf SCO de afgelopen maanden over zich heeft afgeroepen. Ook wijst Moglen verschillende zwakke plekken in SCO's verdediging aan. Het eerste punt dat wordt aangehaald is het feit dat SCO op 18 augustus delen van de code openbaar heeft gemaakt. Vlak na de presentatie was er al een reactie vanuit de Linux-community waarin vernietigend werd afgerekend met SCO's argumenten. In grote lijnen kwam het erop neer dat SCO puur en alleen naar de code zelf heeft gekeken, zonder te letten op verbanden met andere copyrighthouders en de geschiedenis van de code.
In de vele brieven en andere uitingen die SCO de wereld in heeft gestuurd, is te lezen dat Linux code bevat waarop copyrights zouden berusten die SCO toebehoren. Ook is IBM aangeklaagd en wordt beweerd dat Big Blue onder bepaalde voorwaarden code heeft geleverd aan de Linux-kernel. SCO verspreidt echter nog steeds Linux-code onder de GPL en heeft dat ook lange tijd gedaan. Alle mogelijk beschermde code is daarom door het bedrijf zelf al openbaar gemaakt. Moglen verwacht dan ook dat SCO de rechtszaak tegen IBM zal verliezen. Ook maakt hij nog eens duidelijk dat het SCO door de GPL niet wordt toegestaan om extra voorwaarden aan GPL-software te koppelen; daarover zijn de artikelen 4 en 6 duidelijk. Tenslotte wordt aangedragen dat SCO wel gebruik heeft willen maken van open source-software, maar nu bepaalde verantwoordelijkheden niet wil nemen:
SCO and its predecessor, Caldera, have benefited enormously from the protections of the GPL. Thanks to the GPL, SCO has been able, for example, to use the invaluable work of compiler designers and implementers around the world who have made GCC the premier cross-platform C compiler. Customer applications run on SCO's Sys V Unix because of GCC, to which SCO contributed modifications particular to its system, and for which it assigned copyright to the Free Software Foundation. Caldera and SCO could not have marketed a usable operating system product without the contributions of the free software community. SCO was happy to take the benefits, but it has unethically sought to avoid its responsibilities.
SCO zit ondanks alles echter nog vol goede moed om door te gaan gezien deze uitspraak van een woordvoerder van het bedrijf: "SCO stands by its claims and looks forward to proving it in a court of law. As we try to provide a SCO IP license, members of the Fortune 500 that we have communicated with either by mail or face to face really only have two choices -- license or litigate." Dat het SCO ernst is, blijkt ook wel uit het feit dat het bedrijf begonnen is met het aanschrijven van Fortune 500-bedrijven om hen er toe te bewegen een licentie te nemen. Ook Google is aangeschreven, zo blijkt uit het verhaal van een anonieme bron op LinuxWorld. Aangezien het zoekbedrijf heeft geweigerd, zal SCO een rechtszaak beginnen. Google is interessant voor SCO, omdat het 10.000 Linux-servers heeft staan. Als daar licentiekosten over betaald zouden worden, zou dat zeven miljoen dollar opleveren.