De bpm-vrijstelling voor nieuwe elektrische motorfietsen vervalt vanaf 1 januari 2025. Daardoor moeten kopers van nieuwe elektrische motorfietsen vanaf woensdag tot 19,4 procent van de aanschafwaarde aan bpm extra betalen. Voor auto's geldt dit niet.
Kopers van een nieuwe elektrische motorfiets die meer dan 2134 euro kost, moeten vanaf 1 januari 2025 19,4 procent bpm betalen, min 210 euro. Dat blijkt uit de geüpdatete bpm-tarieven van de Belastingdienst. In voorgaande jaren waren elektrische motorfietsen uitgezonderd van bpm, net als auto's en bestelauto's. Deze vrijstelling vervalt vanaf 2025. Daardoor komen elektrische motorfietsen onder dezelfde bpm-regels te vallen als fossiele motorfietsen, waarbij bpm de afkorting is van belasting van personenauto's en motorrijwielen.
Omdat de bpm procentueel is en elektrische motorfietsen duurder zijn dan fossiele motorfietsen, betekent deze wijziging dat de aanschafbelasting op elektrische motorfietsen hoger zal zijn dan die op fossiele motorfietsen. Het prijsverschil tussen de twee voertuigen wordt daardoor nog groter.
Marchel Bulthuis, eigenaar van Electric Motorcycles Nederland, merkte de gewijzigde bpm op en legt de gevolgen van de bpm op LinkedIn uit met een fossiele Yamaha Tracer en de elektrische Energica Experia. Dit zijn volgens Bulthuis twee vergelijkbare motorfietsen. De Tracer kost nu 16.229 euro, waarbij de prijs volgend jaar ongewijzigd blijft. Hiervan is de bpm 2071,16 euro. De Experia kost nu 30.451,80 euro. Omdat hier volgend jaar nog 4558,52 euro bpm bij komt, gaat die Experia volgend jaar 35.010 euro kosten.
Kopers van elektrische auto's moeten vanaf 1 januari 2025 ook bpm betalen. In tegenstelling tot motorfietsen, gaat het bij elektrische auto's echter om een vast bedrag van 665 euro. Het is niet duidelijk waarom de Nederlandse overheid ervoor heeft gekozen de bpm op elektrische motorfietsen gelijk te stellen met de aanschafbelasting op fossiele motorfietsen. Tweakers heeft het ministerie van Financiën hier vragen over gesteld.
Update, 10 januari: Het ministerie legt aan Tweakers uit dat de bpm-vrijstelling die tot 1 januari gold voor elektrische voertuigen, generiek was en dus voor alle elektrische voertuigen gold. "De primaire focus van deze maatregel heeft gelegen bij elektrische personenauto's, omdat de ingroei daarvan veel belangrijker is voor de CO2-reductie."
Na het afbouwen van de bpm-vrijstelling is voor elektrische motorfietsen dezelfde bpm-regels gaan gelden als voor fossiele motorfietsen, namelijk een tarief dat is gebaseerd op de cataloguswaarde. Bij auto's is de bpm gebaseerd op de CO2-uitstoot van het voertuig. Daarom is de bpm op een elektrische auto aanzienlijk lager dan de bpm dan op een elektrische motorfiets. Het ministerie legt uit dat motoren in vergelijking met auto's een relatief lage CO2-uitstoot hebben en dat de bpm daarom niet gebaseerd is op die CO2-uitstoot.
Het ministerie merkt op dat er vorig jaar ongeveer 400 elektrische motorfietsen zijn geregistreerd en dat het om een relatief kleine groep gaat. Daarnaast zegt ministerie dat er niet alleen gekeken moet worden naar de aanschafprijs, maar ook naar bijvoorbeeld onderhoud, brandstof, motorrijtuigenbelasting en accijns. Het kabinet gaat dit voorjaar opnieuw kijken naar de fiscale stimulering van elektrische voertuigen. Hierbij gaat het kabinet ook kijken naar wat de juiste balans is in belastingdruk voor en verschillen tussen elektrische en fossiele motorfietsen. De uitkomsten worden eind april of begin mei verwacht.