Het oordeel van het Europees Gerecht, waarin die rechterlijke EU-instantie bepaalde dat Apple in het kader van een staatssteunzaak geen 13 miljard euro hoeft terug te betalen aan Ierland, moet opzij worden geschoven. Dat adviseert de advocaat-generaal van het Europees Hof van Justitie.
Advocaat-generaal Giovanni Pitruzzella stelt in zijn advies naar het Hof van Justitie van de Europese Unie, dat er door door het Europees Gerecht een reeks juridische fouten zijn gemaakt toen het in 2020 in het voordeel van Apple en Ierland oordeelde in het kader van de staatssteunzaak die de Europese Commissie had aangespannen. Ook zou het Gerecht de ernst en consequenties van enkele methodologische fouten, die volgens de Commissie duiden op staatssteun, verkeerd hebben ingeschat. "Gelet op een en ander geef ik het Hof in overweging om het bestreden arrest te vernietigen, de zaak terug te verwijzen naar het Gerecht en de beslissing over de kosten aan te houden", luidt de conclusie.
De staatssteunzaak draait om twee belastingregelingen die Ierland speciaal voor Apple had getroffen. Dat leidde ertoe dat de techgigant sinds 1991 minder belasting betaalde. De eerste ruling vond plaats in 1991 en de tweede in 2007. Beide rulings hadden betrekking op de belastbare winst van twee ondernemingen, Apple Sales International en Apple Operations Europe. De winst hiervan werd doorgesluisd naar kantoren die alleen op papier bestonden. Conform de toenmalige Ierse belastingwetten werd die winst nergens belast en daarmee kwam het effectieve belastingpercentage in 2003 en 2014 uit op respectievelijk 1 en 0,005 procent.
In de ogen van de Commissie betaalde Apple zodoende minder belasting dan andere bedrijven en had het daarmee een concurrentievoordeel. Ook kon het bedrijf volgens de Commissie hiermee belasting ontwijken op een groot deel van de winst uit de verkoop van Europese producten, omdat alle verkopen via Ierland verliepen. Daarom besloot de Commissie in 2016, na een onderzoek van twee jaar, dat Apple de onbetaalde belasting moest terugbetalen. Dat kwam neer op 13 miljard euro.
Zowel Apple en Ierland gingen tegen deze beslissing in beroep. Beide partijen stelden dat er volgens Ierse en Europese wetten is gehandeld. Het Europees Gerecht oordeelde in 2020 dat de Commissie niet juridisch overtuigend heeft aangetoond dat het in het Verdrag betreffende de Werking van de EU vastgelegde verbod op staatssteun is geschonden. Daarom hoefde Apple het bedrag niet terug te betalen. Hiertegen ging de EC vervolgens weer in beroep. De Commissie vroeg de advocaat-generaal van het EU-hof om te beoordelen of de zaak juridisch goed is verlopen.
Pitruzzella laat nu dus weten dat dat volgens hem niet het geval is. Het oordeel van Pitruzzella is niet-bindend; het EU-hof beslist binnen enkele weken of het oorspronkelijke besluit wordt gehonoreerd, of dat de zaak opnieuw voor het Europees Gerecht wordt gelegd. Volgens Reuters volgt het EU-hof in ongeveer tachtig procent van de gevallen het advies van de advocaat-generaal op.