Het Gerecht, onderdeel van het Hof van Justitie van de Europese Unie, heeft een streep gehaald door een eerder besluit van de Europese Commissie, waarin het orgaan bepaalde dat Apple 13 miljard euro aan Ierland moest terugbetalen wegens vermeende staatssteun.
Het Gerecht vernietigt het besluit van de Commissie uit augustus 2016, waarmee ook automatisch de verplichting voor Apple komt te vervallen om de opgelegde 13 miljard euro terug te betalen aan Ierland. De rechterlijke instantie concludeert dat de Commissie niet juridisch overtuigend heeft aangetoond dat het in het Verdrag betreffende de Werking van de EU vastgelegde verbod op staatssteun is geschonden. Volgens het Gerecht was er geen sprake van voordeel en heeft de Commissie ten onrechte geoordeeld dat Apple Sales International en Apple Operations Europe een economisch voordeel hebben gekregen. Daarmee is er geen sprake van staatssteun en komt de terugbetaling te vervallen.
De zaak draait om twee speciale belastingregelingen die Ierland ten aanzien van Apple heeft afgegeven, waardoor het Amerikaanse bedrijf sinds 1991 minder belasting betaalde. De eerste ruling vond plaats in 1991 en de tweede in 2007. Deze hadden betrekking op de belastbare winst van twee ondernemingen, Apple Sales International en Apple Operations Europe. De winst hiervan werd doorgespeeld aan kantoren die alleen juridisch bestonden. Conform de toenmalige Ierse belastingwetten werd die winst nergens belast en daarmee was het effectieve belastingpercentage in 2003 en 2014 respectievelijk 1 en 0,005 procent.
In de ogen van de Commissie betaalde Apple zo minder belasting dan andere bedrijven en had het daarmee een concurrentievoordeel. Ook kon het bedrijf volgens de Commissie hiermee belasting ontwijken op een groot deel van de winst uit de verkoop van Europese producten, omdat alle verkopen via Ierland verliepen. De Commissie geeft als voorbeeld dat het Ierse onderdeel van Apple in 2011 Europese winsten van in totaal 16 miljard euro noteerde, maar dat daarover dankzij de ruling slechts 50 miljoen euro belasting werd geheven in Ierland.
De zaak komt hiermee wellicht nog niet ten einde. De Europese Commissie kan nog in beroep gaan bij het Hof van Justitie. Dat beroep moet binnen twee maanden en tien dagen worden ingediend. De verantwoordelijke eurocommissaris, Margrethe Vestager, zegt in een verklaring dat de Commissie het oordeel van het Gerecht nauwkeurig gaat bestuderen en zal reflecteren over mogelijke volgende stappen. Ze geeft nog niet aan of de Commissie in beroep gaat.
Het is overigens niet de eerste keer dat de Commissie in het stof bijt bij een dergelijke zaak over vermeende staatssteun. Zo oordeelde het Gerecht in september vorig jaar in het voordeel van Nederland, in een zaak waarin het draaide om rulings die ten gunste van Starbucks kwamen. De Commissie vond dat Nederland meer dan 25 miljoen euro moest terughalen bij Starbucks, omdat er sprake zou zijn van ongeoorloofde belastingvoordelen. Die hingen volgens de Commissie samen met een constructie waarbij het intellectuele-eigendomsrecht ertoe leidde dat de vergoedingen hiervoor niet in Nederland werden belast. Volgens het Gerecht slaagde de Commissie er echter niet in aan te tonen dat er sprake was van een economisch voordeel.