De Europese Commissie gaat in beroep tegen het eerdere oordeel van het Europees Gerecht, waarin die rechterlijke EU-instantie bepaalde dat Apple in het kader van een staatssteunzaak geen 13 miljard euro hoeft terug te betalen aan Ierland.
De EU-commissaris voor mededinging, Margrethe Vestager, zegt dat het Gerecht belangrijke juridische issues voor voren brengt die relevant zijn voor de Commissie in zijn toepassing van de regels voor staatssteun in belastingzaken. Ze geeft daarbij aan dat de Commissie van mening is dat het Gerecht in zijn oordeel bij een aantal punten de wetten en regels foutief heeft geïnterpreteerd. Het beroep is ingediend bij het Hof van Justitie, de hoogste rechterlijke instantie in de EU.
Vestager wijdt niet verder uit over de fouten die volgens haar door het Gerecht zijn gemaakt. Ze benadrukt wel dat het een topprioriteit is voor de Commissie dat alle bedrijven voor een eerlijk deel bijdragen aan het betalen van belasting. Daarbij suggereert ze dat er sprake kan zijn van een oneerlijk concurrentievoordeel voor Apple en overtreding van staatssteunregels. Ze zegt specifiek dat eerlijke concurrentie wordt geschaad als lidstaten bepaalde multinationals belastingvoordelen toekennen die niet beschikbaar zijn voor hun rivalen. De commissaris erkent overigens dat lidstaten zelf gaan over hun belastingwetten, maar dat dat wel in lijn moet zijn met het EU-recht, waaronder de staatssteunregels.
Ruim twee maanden geleden haalde het Gerecht, dat onderdeel is van het Hof van Justitie, een streep door een eerder besluit van de Europese Commissie, waarin toen werd bepaald dat Apple 13 miljard euro aan Ierland moest terugbetalen wegens vermeende staatssteun. Door het oordeel van het Gerecht kwam die verplichting te vervallen. Deze rechterlijke instantie concludeerde dat de Commissie niet juridisch overtuigend had aangetoond dat het in het Verdrag betreffende de Werking van de EU vastgelegde verbod op staatssteun was geschonden. Het oordeel luidde dat er geen sprake was van voordeel en dat de Commissie ten onrechte had geoordeeld dat Apple Sales International en Apple Operations Europe een economisch voordeel hadden gekregen, waarmee er dus ook geen sprake kon zijn van staatssteun.
Deze zaak draait om twee belastingregelingen die Ierland speciaal voor Apple had getroffen. Dat leidde ertoe dat het bedrijf uit Cupertino sinds 1991 minder belasting betaalde. De eerste ruling vond plaats in 1991 en de tweede in 2007. Beide rulings hadden betrekking op de belastbare winst van twee ondernemingen, Apple Sales International en Apple Operations Europe. De winst hiervan werd doorgesluisd naar kantoren die alleen op papier bestonden. Conform de toenmalige Ierse belastingwetten werd die winst nergens belast en daarmee kwam het effectieve belastingpercentage in 2003 en 2014 uit op respectievelijk 1 en 0,005 procent. In de ogen van de Commissie betaalde Apple zodoende minder belasting dan andere bedrijven en had het daarmee een concurrentievoordeel. Ook kon het bedrijf volgens de Commissie hiermee belasting ontwijken op een groot deel van de winst uit de verkoop van Europese producten, omdat alle verkopen via Ierland verliepen.
De Commissie had na het oordeel van het Gerecht twee maanden en tien dagen om beroep aan te tekenen en heeft dat nu op de valreep gedaan. Het is onbekend wanneer er een uitspraak zal volgen van het Hof van Justitie. Het lijkt aannemelijk dat de Commissie het niet eenvoudig zal krijgen om de rechters van het Hof van Justitie wel aan zijn zijde te krijgen. De Commissie heeft al vaker dergelijke EU-zaken over vermeende staatssteun verloren, zoals een zaak uit 2019 waarin het draaide om een Nederlandse regeling voor Starbucks. De Commissie vond dat Nederland meer dan 25 miljoen euro moest terughalen bij Starbucks, omdat er sprake zou zijn van ongeoorloofde belastingvoordelen. De Commissie verloor die zaak, omdat volgens het Gerecht niet overtuigend was aangetoond dat er ook daadwerkelijk sprake was van economisch voordeel. Vestager zegt ook in haar huidige verklaring over het aantekenen van beroep in de Apple-zaak dat er meer inspanningen nodig zijn om een eerlijke belastingverdeling te bereiken, zoals het invoeren van 'de juiste wetgeving om de mazen in de wet weg te nemen en de transparantie te verzekeren'.