Het is precies twintig jaar geleden dat Phoenix 0.1 verscheen, de voorloper van wat later Firefox zou worden. Firefox moest de voornaamste concurrent van Microsoft Internet Explorer worden, maar is nu vooral de uitdager van Google Chrome.
Het is een curieus verhaal. Als je terugkijkt, was Netscape Navigator halverwege de jaren negentig de dominante browser op het kleine wereldwijde web, maar de concurrentie van Microsofts Internet Explorer maakte daar een einde aan. Daarna kwam Mozilla, een samentrekking van Mosaic, de naam van de eerste grafische browser, en Godzilla, het mythische monster. Netscape zette de broncode van zijn browser online en richtte Mozilla op om met die code aan de slag te gaan en nieuwe producten te maken.
Foto frontpage: Pexels, Bret Sayles
Het gold als de grote uitdager en underdog in de browsermarkt in de jaren na het verschijnen van Phoenix, zoals Firefox eerst heette. En nu, twintig jaar later, is Firefox nog altijd de voornaamste uitdager van de status quo, al heet de marktleider nu Google Chrome.
Het begin: een lichtgewicht browser
Tweakers berichtte precies twintig jaar geleden over de release van Phoenix 0.1. Mozilla had in die tijd al een browser met de naam Mozilla, dus Phoenix was een project daarnaast. "Het voornaamste doel van het project is een grote verhoging van de snelheid te realiseren ten opzichte van Mozilla. Het opstarten en het openen van vensters moet twee keer zo snel gaan als bij Mozilla en afgeleiden daarvan."
De reacties onder de post van mensen die de vroege versie gebruikten, waren wisselend enthousiast. Ja, het was zeker sneller dan Mozilla en nee, het was nog lang niet af. Het installatiebestand was bij versie 0.1 een bescheiden 8,5MB. Dat is nu, bij versie 104 voor Windows, nog altijd een niet al te grote 54MB. Sommige elementen die Firefox bij release tot een afwijkend alternatief voor het toen dominante Internet Explorer maakten, zaten er nog niet in. Tabbladen waren nog nergens te vinden en ook add-ons en thema's ontbraken nog.
De functies waren niet het enige probleem voor het vroege Phoenix. De naam, afgeleid van het mythische dier dat ontstaat uit de as van zijn voorganger, had een symbolische waarde natuurlijk, maar ook een copyrightprobleem. Het Amerikaanse bedrijf Phoenix Technologies zat al in de pc-markt en ging dus niet akkoord met het gebruik van die naam.
De vervangende naam was Firebird, maar dat was ook de naam van opensource-databasesoftware. Mozilla kwam uiteindelijk in 2004 uit op Firefox, wat volgens Mozilla de naam is voor een kleine panda. Het logo toont een vos en is dus geen visuele representatie van de panda.
Vanaf de release: op weg naar groter marktaandeel
Oorspronkelijk ging het marktaandeel afsnoepen van Internet Explorer best aardig. Microsoft kon niet langer stilzitten en bracht met grotere regelmaat nieuwe versies van zijn browser uit, waarin het ook diverse functies van Firefox integreerde. Bovendien steeg het aandeel van Firefox op de wereldwijde browsermarkt gestaag, tot boven de 20 procent in 2009, vijf jaar na de release in 2004.
De komst van Google Chrome gooide roet in het eten. Hoewel wereldwijde cijfers lastiger te vergelijken en te tracken zijn, is het beeld op Tweakers goed en duidelijk te achterhalen. Een paar jaar was Firefox de marktleider in browsergebruik op Tweakers, maar het verloor daarna snel aandeel aan Chrome.
De relatie tussen Mozilla en Google is in elk geval een interessante. Google is altijd de standaardzoekmachine geweest in Firefox en Google heeft daar Mozilla altijd ruim voor betaald. In zekere zin is Mozilla dus ingehaald door een eigen leverancier. Omgekeerd subsidieert Google een van zijn eigen concurrenten. Dezelfde situatie bestaat op Apples mobiele besturingssysteem iOS, waar in Safari Google ook nog altijd de standaardzoekmachine is, waarvoor Google miljarden dollars per jaar aan Apple betaalt.
Op Tweakers daalde het marktaandeel van Firefox van boven 40 procent naar iets meer dan 20 procent. Wereldwijd gelden wellicht andere percentages, maar het beeld is hetzelfde: Chrome is marktleider en de rest volgt. Firefox blijft de underdog.
Engines
Binnen de browsermarkt is er nog een andere strijd gestreden in de afgelopen vijftien jaar. Die tussen verschillende browserplatforms. Google heeft met zijn Chromium-codebase en Blink veel andere browsermakers aan boord gekregen, waaronder Opera, Silk van Amazon, Samsung Internet én Microsoft Edge.
Intussen is WebKit het grootste alternatief daarvoor, en WebKit ligt ten grondslag aan Apples browsers, Safari voor iOS, iPadOS en macOS. Mozilla stelt daar de eigen engine Gecko tegenover, die alleen in Firefox in gebruik is. Met de overstap van Microsoft naar Chromium met Edge en de beslissing van Samsung om met Internet dezelfde codebase te gebruiken, is bovendien een groot machtsblok ontstaan.
Dit heeft voor- en nadelen. Aan de ene kant maakt dit het testen van code voor ontwikkelaars makkelijker, want wat in de ene Blink-browser werkt, werkt ook in de andere. Aan de andere kant leidt een groot marktaandeel van één partij vaak tot stagnatie in de ontwikkeling. Ook kan die partij de browserengine gebruiken om bijvoorbeeld eigen diensten voorrang te geven.
Tot slot
Het aandeel van Firefox loopt al jaren terug en Mozilla probeert mede daarom ook andere diensten aan te bieden. Het is vooral kijken hoe de dominantie van Blink en WebKit in de komende jaren uitpakt en of de gebruikservaring in Firefox eronder gaat lijden, doordat websites en diensten simpelweg niet meer worden getest in Firefox. Dat zie je nu al; immers, hoe minder gebruikers er zijn, hoe minder belang er is voor ontwikkelaars om in Firefox te testen.
Het zou jammer zijn als Firefox in een neerwaartse spiraal terechtkomt. Het is namelijk de enige van de grote browsers of browserengines die niet in handen is van een techgigant. Dat er een geloofwaardig alternatief is met genoeg schaal, is belangrijk voor keuzevrijheid en concurrentie. Het lijkt het lot van Firefox om de eeuwige underdog te zijn.