Microsoft heeft woensdag een federale rechter gevraagd om verslaggevers en publiek niet meer toe te laten bij het vervolg van de antitrustzaak.
Kort nadat het Amerikaanse Ministerie van Justitie in 1998 de antitrust zaak tegen Microsoft begon, hebben de New York Times en andere media een motie ingediend. Deze motie was gebaseerd op een wet uit 1913 die voorschrijft dat federale antitrustzaken toegankelijk moeten zijn voor het publiek. De rechter stemde toe, en sindsdien zijn de rechtszittingen open voor het publiek.
Omdat het Ministerie van Justitie in november een schikking trof met Microsoft, moesten negen staten en het District van Columbia zelf tegen Microsoft een gerechtelijke procedure beginnen. Volgens advocaten van Microsoft is hierdoor de wet uit 1913 niet meer van toepassing op toekomstige getuigenverklaringen. Ze zijn van mening dat de wet niet geldt voor rechtzittingen die door andere aanklagers dan de Verenigde Staten zijn gestart.
Volgens Microsoft moet de rechter dit duidelijk maken. De staten hebben gezegd dat ze niet van plan zijn de motie van Microsoft aan te vechten. Een advocaat die The Washington Post en de New York Times vertegenwoordigt meldde dat de media de motie nog aan het bekijken is, en dat ze er nog niet uit zijn of ze er tegen in beroep gaan.