OnePlus en OPPO stoppen, in elk geval voorlopig, met de verkoop van smartphones in Duitsland na een verloren rechtszaak tegen Nokia. In Nederland loopt een soortgelijke zaak van Nokia tegen OPPO. Het is de vraag hoe dat gaat aflopen.
Er zijn wel vaker verkoopstops van smartphones geweest wegens patentrechtszaken. Zo liet Apple de Samsung Galaxy Tab 7.7 ooit van de IFA-beurs in Berlijn halen en stopte ASUS met de verkoop van smartphones in Nederland na een verloren zaak tegen Philips. Ook Wiko stopte met de verkoop in Nederland en Apple moest ooit stoppen met de verkoop van de iPhone 7 en 8 vanwege een patentdispuut over de modem.
Dat wat in de rechtszaal gebeurt gevolgen heeft, is dus niet uitzonderlijk. Het punt is dat OPPO en OnePlus ál hun smartphones uit Duitse winkels hebben gehaald en zonder duidelijke einddatum of manier om terug te keren in de winkels. Bovendien dreigt diezelfde verkoopstop ook in andere landen. Dat wil zeggen, er lopen zaken van Nokia tegen OPPO in veel meer landen dan alleen Duitsland. Ook in Nederland.
Rechtszaken om patenten
Smartphones zitten vol technologie die een fabrikant vaak niet zelf heeft uitgevonden. Om die technologie te mogen gebruiken, zijn licenties nodig op patenten van andere bedrijven. Nokia, ooit de leidende smartphonemaker en nog steeds een grootmacht op het gebied van netwerkapparatuur, heeft veel patenten op het gebied van mobiele netwerken en mobiele communicatie. OPPO heeft zelf ook de nodige patenten.
Als alles goed gaat, komen twee bedrijven bij elkaar en sluiten ze een deal om elkaars patenten te mogen gebruiken. Meestal betalen bedrijven ook; degene met de minste of minst belangrijke patenten betaalt degene met de meeste en belangrijkste patenten. OPPO en Nokia hadden zo'n deal, van 2018 tot 2021. Toen die afliep, waren beide bedrijven er nog niet uitgekomen.
Omdat het gaat om patenten die horen bij standaarden, kan OPPO niet om Nokia's patenten heen. Als een telefoon 4G en 5G heeft, gebruikt het de technologie in die patenten. Licenties voor deze 'standaardessentiële' patenten kunnen bedrijven krijgen met voorwaarden die bekendstaan onder de afkorting 'frand': fair, reasonable and nondiscriminatory, oftewel eerlijk, redelijk en non-discriminatoir.
Als bedrijven er niet uitkomen, volgen er rechtszaken. De bekendste patentzaken waren die tussen Apple en Samsung van ongeveer tien jaar geleden, maar er vinden voortdurend patentrechtszaken plaats. Dat is dus niets bijzonders. Soms leidt dat ook tot een verkoopverbod, maar vaak komen bedrijven er onder dreiging van een verkoopverbod wel uit. Dat dat nu niet is gebeurd en dat de telefoons van twee bekende merken niet langer te koop zijn in Duitsland, is nog altijd een zeldzaamheid.
Wat Nokia wil
Nokia wil afdwingen dat het betaald krijgt per telefoon die OPPO en OnePlus verkopen. Daarbij gaat het naar verluidt om 2,50 euro per telefoon. Dat klinkt als een laag bedrag, maar dat valt tegen. De marges in veel delen van de telefoonmarkt zijn klein. OPPO en OnePlus verkopen veel relatief goedkope modellen. In die markt zijn de marges vaak niet meer dan een paar euro per telefoon. OPPO wil minder betalen. Het is onbekend wat het tegenbod van OPPO precies was, maar kennelijk is het voor Nokia veel te laag, waardoor de onderhandelingen al snel in een impasse kwamen. Rechtszaken zijn dan manieren om de onderhandelingen te forceren.
Dat is precies wat er is gebeurd. Er lopen nu vier rechtszaken in Duitsland alleen al tussen OPPO en Nokia. Er lopen ook zaken in India, Indonesië, China, Zweden, Finland, Frankrijk en Spanje. Er liep een zaak in Rusland, maar die is geannuleerd nadat dat land Oekraïne binnenviel en een oorlog begon.
In Nederland lopen twee zaken: van OPPO tegen Nokia en van Nokia tegen OPPO. Nokia gebruikt daarbij dit patent uit 2007. Het is nog onbekend wanneer deze zaak precies voor de rechter zal komen. Het is dus eerder gebeurd dat soortgelijke zaken tegen smartphonemakers ertoe hebben geleid dat je smartphones van een bepaald merk niet meer kon kopen. Dat waren wel minder invloedrijke merken. ASUS is een bekend merk, maar op het gebied van smartphones een kleine speler. Wiko was een Frans merk in Chinese handen en was ook niet zo bekend.
OPPO daarentegen is volop aanwezig in Nederlandse elektronicawinkels en OnePlus-telefoons trekken al jaren de aandacht van techliefhebbers, hoewel die aandacht in de afgelopen jaren wel wat is afgezwakt. Reviews, forumtopics en Pricewatch-listings van OnePlus-telefoons trekken minder bezoekers op Tweakers dan voorheen. De review van de OnePlus 6 uit 2018 bijvoorbeeld heeft ongeveer zeven keer zoveel views als die van de OnePlus 10 Pro dit jaar.
Waarom OPPO weggaat uit Duitsland
Het unieke is dus dat OPPO liever weggaat uit Duitsland dan te betalen wat Nokia vraagt. Dat kan een paar redenen hebben. De belangrijkste is natuurlijk dat OPPO denkt dat het meer kost om telefoons te blijven aanbieden dan om ze nu niet langer te verkopen.
Dat zit zo: om telefoons in Duitsland te blijven verkopen, moet OPPO een wereldwijde licentie met Nokia afsluiten. OPPO en OnePlus hebben een beperkt marktaandeel in Duitsland en dus levert de verkoop daar relatief weinig op. De cijfers lopen uiteen, maar als OPPO van zijn 200 miljoen wereldwijd geleverde telefoons 1 procent in Duitsland afzet, zou dat al redelijk veel zijn. Die 2 miljoen telefoons niet leveren zou minder kunnen kosten dan een licentie afsluiten voor alle 200 miljoen telefoons wereldwijd, redeneert FOSS Patents. Bovendien is het niet de enige rechtszaak tegen OPPO in Duitsland. Ook InterDigital en VoiceAge EVS hebben zaken lopen tegen de Chinese smartphonemaker. De licentiekosten kunnen dus in de toekomst verder oplopen. Duitsland staat bovendien bekend als een land waar bepaalde rechtbanken patenthouders relatief vaak gelijk geven, waardoor patenthouders daar graag procederen.
Wat het vertrek van OPPO betekent
Retailers en providers kunnen de huidige voorraden van OnePlus- en OPPO-telefoons verkopen en bovendien blijven er updates komen, heeft OPPO gezegd. Daarbij blijft de ondersteuning in stand en blijft het bedrijf actief in Duitsland. OPPO zal de voorraden vermoedelijk niet meer aanvullen, terwijl in de webshops van OPPO en OnePlus nu al geen telefoons meer te koop zijn. Als deze situatie voortduurt, zullen OPPO en OnePlus snel marktaandeel verliezen in Duitsland. Er komen immers geen nieuwe gebruikers meer bij.
Als dit zo blijft, betekent het ook dat een grote Europese afzetmarkt voor het merk wegvalt. Het is daardoor minder aantrekkelijk om functies en telefoons te ontwikkelen voor de Europese markt, waar Nederland en België ook onder vallen. Bovendien loopt de zaak in Nederland nog en het is niet uitgesloten dat ook die leidt tot een verkoopverbod. Het is immers een zelfde soort zaak met dezelfde eis van Nokia: betalen of stoppen met telefoons verkopen.
Hoe dit zal aflopen
Het is nog onbekend hoe dit afloopt. Juridische gevechten, in hoeveel rechtbanken die ook plaatsvinden, eindigen altijd een keer. Dat kan jaren duren, want via hogerberoepszaken en cassaties zijn de mogelijkheden om verder te vechten altijd aanwezig. De snelste weg daaruit is een schikking treffen. Dat is ook wat meestal gebeurt en in dat geval zullen telefoons van OPPO en OnePlus weer te koop zijn in Duitsland. Een verkoopverbod op alleen de Duitse markt kan OPPO als bedrijf misschien prima hebben, maar als het ook moet stoppen met de verkoop in veel andere landen, zou de slag voor het bedrijf groter zijn. Wanneer en of het tot een schikking komt, blijft de vraag.