Het zijn bijzondere claims, met een hoop kanttekeningen.
Ten eerste: de verwachting dat de sensors groter zullen worden in smartphones. Dat lijkt me inderdaad een vereiste om bij de kwaliteit van een fotocamera in de buurt te komen. Echter met een vergroting van de sensor komt ook een vergroting van de vereiste hoeveelheid glas die nodig is om het licht erheen te brengen. Daar loop je gewoon heel snel tegen de fysieke beperking van de dikte van een smartphone aan, want dat glas moet verhoudingsgewijs ook een bepaalde afstand van de sensor zitten. Een sensor ter grootte van een full-frame sensor zal nooit in een smartphone zitten. En een lens zal verder moeten uitsteken als de sensor groter wordt.
Ten tweede: de kwaliteit van een foto wordt beperkt door de kwaliteit van de lens. Een mini-lens met slechts enkele elementen zal de prestaties van hoogwaardige (dure) grote lenzen met véél meer elementen niet kunnen evenaren, op pixel-detailniveau (scherpte van hoek tot hoek, chromatische abberaties en dergelijke).
Ten derde: scherpte-diepte en de daardoor veroorzaakte "blur" zijn op smartphone-camera's slechts in beperkte mate "legitiem" te verkrijgen. Dit komt omdat bij kleinere sensors (smartphone-sensors zijn ongeveer 10x zo klein als full-frame sensors, of nog kleiner) de effectieve scherpte-diepte groter is (dus minder blur) vanwege de andere lengte van de lens (om dezelfde effectieve lengte of framing te verkrijgen). De blur veroorzaakt door deen smartphone-lens van f/1.4 is niet te vergelijken met de blur veroorzaakt door een f/1.4-lens met dezelfde
effectieve lengte op een full-frame camera (die laatste is véél sterker). Hierom doet een smartphone dit meestal "computationally": software matig blurren van de "gedetecteerde" achtergrond. Hoe succesvol dit is hangt af van de software en de sensormogelijkheden (bijv. dieptesensors). Het blijft lastig om dit precies goed te doen in detailgebieden, maar hier worden wel grote vooruitgangen geboekt.
Ten vierde: de lichtgevoeligheid is (per frame) beter in grote camera's. Deze is afhankelijk van de lichtgevoeligheid van de sensor, de grootte van de sensor, en de lichtgevoeligheid van het glas. Hoe kleiner de sensor, hoe minder licht deze opvangt (per pixel). En hoe groter het f-getal van de lens, hoe meer licht die opvangt.
Sensor-verbeteringen qua lichtgevoeligheid zijn niet exclusief aan smartphones. Deze vinden ook hun weg in (grotendeels door Sony geproduceerde) camera-sensors. Hier worden nog altijd grote verbeteringen gemaakt, ook nu nog, en die verbeteringen zijn merkbaar in de nieuwste camera's.
Lichtgevoelig glas is fysiek groter naarmate de sensor groter is. Die grootte is beperkt bij smartphone-camera's, tenzij je met een flinke bobbel in je telefoon rond wil lopen, of tenzij de smartphone-sensor klein is (= minder opgevangen licht). Bij grotere camera's is de beperking vooral het gewicht en de kosten: lichtgevoelige lenzen hebben veel glas nodig, en zijn daarom groot, zwaar en duur.
De grootte van de sensor is waar grotere camera's een overduidelijk voordeel hebben. Een 10x zo grote sensor betekent, bij gelijke sensor-lichtgevoeligheid (dat is een redelijke aanname) en gelijk f-getal van de lens (meestal is die van de smartphone iets groter dan een zoomlens), een 10x zo grote lichtgevoeligheid. Dat is enorm. In de praktijk is een hoogwaardige camera-zoomlens ongeveer 2x minder lichtgevoelig (f/2.8 versus f/2 voor een gemiddelde smartphone-lens), dus kom je uit op 5x grotere lichtgevoeligheid voor een camera met een degelijke zoomlens, en nog véél meer met groter glas (bijvoorbeeld een f/1.2 prime lens - wederom, flink groot en duur, maar dan heb je het over ~24x grotere lichtgevoeligheid van een grotere camera).
Vijf: image stacking. Dit gebruiken smartphones om met hun kleine sensor toch iets meer licht te vangen, door meerdere foto's te maken en over elkaar heen te plakken (met wat rekenkracht). Dat is iets wat handmatig ook met een grote camera kan, maar erg veel tijd kost, en speciale software (niet duur, wel veel gedoe). Dit is waar smartphones grote winst halen in het gebruiksgemak, door dit automatisch te berekenen en te doen. Echter werkt dit alleen goed als er weinig beweging is; bij teveel beweging zullen de bewegende delen geen gebruik kunnen maken van de extra foto's, omdat die details niet gestackt kunnen worden.
Zes: autofocus is beter in grote camera's. Verbeteringen zijn op dit vlak vooral softwarematig, en afhankelijk van de beschikbare rekenkracht en energie. Deze verbeteringen vinden plaats in zowel smartphones als grote camera's. Grote camera's zijn hierin gespecialiseerder en hebben veel meer rekenkracht en energie beschikbaar, en zijn hier dus absoluut beter in.
Wat is er nou beter? Voor de doorsnee persoon die alleen foto's maakt van mensen, gebouwen en landschappen, kan een telefoon in veel gevallen volstaan. De telefoon regelt dingen als achtergrond-blur automatisch (rekenmatig), zonder dat de persoon die de foto neemt iets hoeft te weten van diafragma's. De telefoon berekent zelf of image stacking nuttig is in een bepaalde foto, en zo ja, doet dit automatisch. Ook bij weinig licht, zodat ook dan nog steeds goede foto's gemaakt kunnen worden. Dat is gigantisch! Bij grote camera's is image stacking een enorm tijds-intensieve en ingewikkelde aangelegenheid, die alleen is weggelegd voor enorm toegewijde fotografen die daar de tijd en kennis voor hebben.
Wat een telefoon niet geeft, is een gelijke hoeveelheid aan controle. En er zijn specifieke situaties waarin een telefoon onmogelijk kan doen wat een high-end camera kan:
- Supertele-foto's met groot detail (note: supertele-lenzen zijn extreem duur.)
- Autofocus op hetzelfde kritieke niveau, zoals bij snelle sporten
- Lichtgevoeligheid in situaties met beweging, waarbij van image stacking geen gebruik kan worden gemaakt (bijvoorbeeld concerten, binnensport, theatervoorstellingen enzovoorts)
- Lenskappen tegen lens flare
- Optische DOF blur van dezelfde sterkte (niet computer-gegenereerd)
- Rauwe data zonder overmatige saturatie, ruisreductie of sharpening
- Absolute controle over alle elementen voor wie weet hoe die te gebruiken.
Onderaan de streep ben ik het niet eens met de claim dat de "image quality" hetzelfde zal zijn als die van grote camera's. Wel zal het voor een zeer groot deel (80%? 90%?) van de mensen dusdanig goed zijn dat er geen meerwaarde is om foto's met een grote camera te nemen in plaats van met hun smartphone, vooral ook vanwege het gewicht en de onhandigheid van een grotere camera. Maar een persoon die weet hoe zo'n ding werkt en eruit kan halen wat erin zit, kan daar dingen mee doen die een smartphone niet kan. (En andersom kan iemand met een smartphone ook dingen die je met een grote camera niet kan: namelijk goede foto's nemen zonder moeite en zonder kennis van zaken.)
Daarom zullen journalisten, sportfotografen, trouwfotografen, wildfotografen, vogelspotters, productfotografen en hobbyisten nog altijd gebruik blijven maken van toegewijde camera's, en niet van smartphones; en zij zullen met hun camera's betere foto's blijven maken. Die markt zal, vanwege de stijgende kwaliteit van smartphone-foto's, waarschijnlijk wel wat verder krimpen, omdat de meeste mensen er niet meer uit zullen kunnen halen dan uit hun telefoon. Zonder kennis is een telefoon effectiever, toch worden die foto's steeds beter. Met grote camera's worden de mogelijkheden eveneens steeds groter, maar er zal onveranderd een extra hoeveelheid kennis en nabewerking nodig zijn (ten opzichte van een telefoon) om alles eruit te halen wat erin zit. Wanneer dat gedaan wordt, is de kwaliteit echter wel degelijk beter.
[Reactie gewijzigd door KarmaniaK op 3 juni 2022 18:18]