Microsoft maakt de systeemeisen voor de Amazon Appstore bekend en die blijken veel hoger te zijn dan de vereisten voor Windows 10 en 11. Het officiële platform voor Android-apps is vooralsnog in bèta in de VS; het is daarom niet duidelijk of de vereisten definitief zijn.
Systemen moeten volgens de Microsoft Store-pagina van de Amazon-applicatie tenminste 8GB ram hebben. Ook zou er een achtste generatie Intel-processor, een Ryzen 3000-serie cpu of een Snapdragon 8c-reeks-soc aanwezig moeten zijn. Volgens een post op Deskmodder worden gebruikers met systemen die hier niet aan voldoen overigens niet tegengehouden bij het downloaden van de testversie van de Amazon Appstore voor Windows 11. Dit wijst er mogelijk op dat Microsoft de systeemvereisten niet afdwingt of op den duur nog gaat aanpassen.
De betreffende systeemeisen zijn opvallend aangezien deze veel zwaarder zijn dan de al veelbesproken vereisten voor Windows 11. Het besturingssysteem vereist namelijk 4GB ram en een processor met tenminste 2 kernen en een kloksnelheid van minstens 1GHz. Zelfs de meeste derdegeneratie-Intel-cpu's en Ryzen 1000-serieprocessoren voldoen hieraan, maar zouden dus niet aan de eisen van de Amazon Appstore voldoen. Vermoedelijk stellen Amazon en Microsoft dergelijke eisen vanwege de beveiligingsvoordelen van nieuwere chips, dezelfde reden waarom Windows 11 bijvoorbeeld TPM 2.0 vereist. Dat verklaart daarentegen het verschil in eisen tussen Windows 11 en de Amazon Appstore nog niet.
Ook de uiteindelijke Android-applicaties zouden in theorie wat betreft rekenkracht niet dergelijke hardware nodig hebben. De apps moeten immers ook op smartphones functioneren met een oudere Snapdragon-soc. Het feit dat Microsoft de Intel Bridge-technologie gebruikt om Android-apps op Windows 10 en 11 te ondersteunen, zou de hoge systeemeisen voor Amazons Appstore wel deels kunnen verklaren.
/i/2004936054.webp?f=imagenormal)