Volgens een persbericht van het ANP hebben het ministerie van Verkeer en Waterstaat, de NMA en de OPTA besloten om het delen van UMTS-netwerkonderdelen toe te staan. De belangrijkste voorwaarde die hieraan gesteld wordt is dat er voldoende concurrentie moet blijven bestaan tussen UMTS-vergunninghouders. Verder mag ook niet alles tussen UMTS-exploitanten worden gedeeld:
De toezichthouders en het ministerie zijn van mening dat samenwerking bij het aanleggen van UMTS-netwerken kan bijdragen aan een snellere ontwikkeling van UMTS. Toch stellen zij duidelijke grenzen aan samenwerking om de concurrentie tussen UMTS-vergunninghouders in stand te houden. De samenwerking dient beperkt te blijven tot de gezamenlijke aanleg en gebruik van het UMTS-radionetwerk (zoals masten, antennes en netwerkbesturing). Daarbij moet iedere operator afzonderlijk de kwaliteit van het netwerk naar eigen inzicht kunnen bepalen, zodat er praktisch gezien geen verschil bestaat met een volledig zelf aangelegd netwerk. Als aan die voorwaarden wordt voldaan, is er nog steeds sprake van eigen netwerk.
Gezamenlijk gebruik van frequenties en core-netwerken is niet toegestaan. Een core-netwerk is de kern van het UMTS-netwerk. Hierin bevinden zich databases en zaken die nodig zijn voor het leveren van diensten zoals de administratie van abonnees en interconnectie. Het gezamenlijk gebruik van dergelijke databases kan afstemming tussen de concurrenten in vergaande mate vergemakkelijken en wordt daarom niet toegestaan.
Eerder werd al gemeld dat het 15 jaar zou duren voordat UMTS providers hun investeringen terugverdiend zouden hebben, misschien dat deze versoepeling van de regels de termein kan verkorten. Een 1,2MB grote scan van het hele document is op de site van de NMA als PDF te vinden